(...) Hoe krijgt God een belangrijkere/hogere plaats in mij en niet je verkering...
Ds. P. Molenaar | Geen reacties | 19-12-2006| 00:00
Vraag
We leven in een tijd waar vooral veel 'wereldse dingen' je als jongere in beslag nemen. Je wordt er als het ware vanzelf naartoe getrokken. Ik merk dat ik daar erg mee worstel. Ik wil graag leven zoals God het van mij vraagt, maar merk dat ik nog erg door wereldse dingen in beslag genomen word. Hoe krijgt God een belangrijkere/hogere plaats in mij en niet je verkering, je werk je school of wat dan ook?
Antwoord
Beste vrienden,
Inderdaad is dat een groot gevaar, niet alleen voor jongeren, maar zeker ook voor ouderen. Het is zelfs een verzoeking. De duivel probeert ons altijd met vele verleidingen af te voeren van de Heere. Dat bleek al bij de verzoeking van Jezus in de woestijn, Mattheüs 4. Daar laat Jezus wel de overwinning zien op alle verzoekingen, hoe geraffineerd ze ook zijn. Een gevaar is ook dat we, juist op reformatorisch erf, zo door de dingen van de tijd soms, zelfs onder een godsdienstig mom, in beslag worden genomen, zodat langzamerhand de wereld bij ons binnendringt.
Nu moeten we wel goed beseffen dat er niets nieuws onder de zon is. Alleen de mogelijkheden tot zonde lijken groter geworden te zijn, omdat de mens autonoom is geworden door de geest van de tijd. D.w.z. hij is zichzelf tot een wet geworden. Hij maakt zelf alles uit volgens zelf uitgedachte normen. Mens, genotzucht, luxe en materie staan in het middelpunt.
Ik noem daarbij maar enkele voorbeeld: Een steeds terugkomend voorbeeld van wereldse dingen, dat in het verleden en heden genoemd wordt, is het medium televisie. Het gebruik en de gevaren ervan zijn in verschillende kerkverbanden voortdurend aan de orde gesteld. Maar hoeveel groter zijn de gevaren niet van internet, waarbij de verschrikkelijkste programma’s kunnen worden gedownload. Je ziet dus een climax in het kwaad. Dat is zomaar iets uit deze tijd.
Nu is het erg gemakkelijk om alleen de media als boosdoeners aan te wijzen zoals vaak gedaan is, terwijl we vergeten de mens die er achter zit. Wijzelf zijn in geestelijk opzicht bezig onszelf aan het uithollen, door met deze dingen bezig te zijn. De uitslagen van enquêtes over de media en over de filmwereld liegen er niet om. Draait de hele problematiek van moeilijkheid in gezin en huwelijk niet duidelijk om het “ik”? Op de catechisaties merk je van onze jongeren, dat we bezig zijn zelf de normen van ons handelen aan te leggen. Dat wordt duidelijk gevoed vanuit de gezinnen. Vergeleken met enkele jaren geleden, is er heel veel in alle kerken ten kwade veranderd in de verschuiving in het normbesef. Heel vaak worden de vreselijkste dingen verheimelijkt. Dat geldt met name in allerlei relaties. We maken ook veel bespreekbaar, omdat je voor alles begrip moeten tonen. Nu is het fijn als iemand je begrijpt, maar in de Bijbel lees je nooit van enig begrip voor zondige levenswijzen. Ook niet in verband met moeilijke omstandigheden, waarin men beland is, gewild of ongewild. Maar de eerste oproep van de Bijbel is altijd en overal voor iedereen: Bekering tot God. Dat geldt zeker nu ook in alle kleine en grote verslavingsvormen, waarin we mogelijk zijn terecht gekomen. We hebben nodig een scherpe en liefdevolle ontdekking aan dit alles.
Er is een verschuiving aan de gang, zeker in de moraal, bijvoorbeeld in de visie op relaties en huwelijken. Alles moet kunnen. Tegelijk is er een sorry-cultuur aan de gang, waarbij we de waarde van de geboden Gods minimaliseren. Velen denken eigenlijk: “God vergeeft wel, want dat is Zijn beroep”, zoals een verlichte keurvorst dat eens enkele eeuwen geleden zei. Iedereen moet maar op zijn eigen wijze geloven en zalig worden. Maar als je nu vraagt, wat de inhoud van zo’n geloof is, dan is het leeg en zie je mensen langzaam aan wegglijden van het kerkelijke en geestelijke leven. Het gaat puur om eigen zingeving en genot. Maar nooit wil de mens, in welke tijd hij ook leeft, verlies van zichzelf.
Jezus heeft evenwel gezegd in Mattheüs 6, dat we eerst het Koninkrijk Gods moeten zoeken. Ja wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het behouden. De sorry-cultuur brengt met zich mee dat we erg makkelijk spreken over de zonden die er gedaan zijn, maar er is in die sorry-cultuur bijna altijd na de gedane zonde, geen oprechte schuldbelijdenis voor God, maar wel weer een happy end. Want de dingen zijn maatschappelijk opgelost en dat is eigenlijk het belangrijkste. De echte ontdekking ontbreekt helaas zovaak. Het komt allemaal wel weer op de een of andere wijze goed. Bijvoorbeeld in de trant van: “Natuurlijk is alles in kerk en samenleving wel verkeerd gegaan, maar toch is alles weer ten goede gekeerd”. Zo gemakkelijk handelen we vaak in relaties, in kerkelijke of sociale verhoudingen. Vaak lopen mensen erg gemakkelijk heen over gevoelens van anderen door hun eigen verkeerde praktijk. We spreken niet meer over de beschadigingen die zijn aangebracht. De Bijbel noemt dat wel met name.
David heeft echt pijn gehad over zijn zonden. Hebben we dat ook of is ons spreken over zonden een uiterlijke belijdenis, zonder een echte hartelijke overtuiging? Dan is onze belijdenis slechts een lichtvaardige sorry-cultuur. Je hoort soms wel van levensveranderingen, maar helaas zo weinig van echte bekering, hoe men met God Zelf in het reine komt. Dat is toch in de eerste plaats nodig. Dit gedrag hangt samen met het feit, dat er in de kerk ook op reformatorisch erf een verschuiving in de visie op God aan de gang is. God moet maar accepteren, zoals ik ben. Nu is het waar dat we wel tot God mogen komen, zoals we zijn, met onze zonden en gebreken, maar we mogen niet blijven, die we zijn. Dat is het wezen van bekering. Dat is echt sterven aan onszelf, opdat Christus gaat leven in ons. De Heere zegt dat in alle dingen bekering nodig is. Dat is niet alleen voor het eerst nodig, maar ook steeds opnieuw.
Heel ons gedrag in vrije tijd, geldbesteding, relaties en werk wordt zo sterk door het “ik” bepaald. We regelen alles zelf wel. Een afhankelijker gebedsleven is altijd een medicijn tegen ons egocentrisch gedrag, dat het geloof veelal maakt tot een luxe of een consumptieartikel.
Een paar dingen zou nog ik willen aanreiken met het oog op het geestelijke leven: Je weet, dat je zelf je niet kunt bekeren. Bid dan toch in de eerste plaats: “Heere, bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn en trek mij zo, zal ik u nalopen”. Bekering hangt samen met inkeer, afkeer van de zonden en toekeer tot God. Als God heel ver van je afstaat, bid dan maar tot God om God, omdat je Hem echt mist. Hij laat zich vinden, naar Zijn Woord.
Verder zou ik je praktische dingen willen vragen: Hoeveel tijd besteed je aan Bijbellezen en aan gebed? Lees je wel echt en niet maar lukraak stukjes uit de Bijbel? Probeer je ook echt werk te maken van het bijbellezen? Jij moet de Bijbel eigenlijk niet lezen, maar de Bijbel moet jou lezen. Daarom is er overdenking nodig opdat de Heilige Geest juist in de stilte spreekt tot je, zoals Hij zovaak in Zijn Woord gedaan heeft. Nodig is ook om vooral stil te zijn tot God. We hebben ook meditatie nodig. Hoeveel tijd besteed je daaraan? Juist in de stilte kan de Heilige Geest door het Woord je gedachten gevangen nemen tot God.
Wat is je luister- en je kijkgedrag? Verkeerde programma’s volgen kunnen je ziel vergiftigen en werken bovendien verslavend. Verder wat lees je? Ook als je geen zin hebt in die geestelijke lectuur, probeer dan toch eens voor jezelf er werk van te maken. Je moet wel dan gewoon tegen je eigen wil in toch je ertoe aanzetten. Dat geeft geestelijke winst. Goed is ook om eens met je vriend of vriendin samen die dingen te bespreken, zodat je relatie wezenlijke inhoud krijgt in God.
Tenslotte, wanneer deze dingen echt je nood zijn, dan zal de Heere zeker helpen naar Zijn beloften. Hij heeft nog nooit een echte bidder laten staan!
Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief