Niet-christenen voor de wind
Ds. A. Huijgen | Geen reacties | 19-12-2006| 00:00
Vraag
Waarom gaat het niet-christenen altijd voor de wind?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je stelt een korte vraag, waar vermoedelijk een lang verhaal achter steekt. Dat verhaal ken ik niet en daarom is het lastig om de vraag goed te beantwoorden; de ene situatie is de andere niet.
De vooronderstelling van de vraag is dat het niet-christenen altijd voor de wind gaat, in tegenstelling tot christenen. Of dat altijd zo is, lijkt me nog de vraag. De Prediker schrijft: "enerlei wedervaart de goddeloze en de rechtvaardige", met andere woorden: christenen en niet-christenen overkomt zo vaak hetzelfde en het is daarom moeilijk uit te maken welk voordeel het oplevert om de Heere te dienen. Maar soms is het ook werkelijk zo dat het niet-christenen beter gaat dan christenen.
De vraag roept bij mij direct de gedachte op aan Asaf in Psalm 73, die met hetzelfde probleem zat. Asaf was jaloers op de goddelozen die altijd vrede hebben en daar al maar hoogmoediger van worden, terwijl het hem slecht gaat. Asaf neigde er zelfs toe opstandig te worden tegenover de Heere. Nu bevindt zich in Psalm 73 een omslagpunt, een moment waarop Asaf een inzicht wint waardoor hij verder kan. Vers 17: "Totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde merkte." Asaf kwam met zijn vraag bij de Heere terecht, in Gods heiligdom. Dat is het eerste wat nodig is. Dat we de vraag niet maar wat voor ons uit stellen, maar dat we er werkelijk mee aan Gods voeten terecht komen.
Het tweede is dat Asaf op het einde van de goddelozen let: de goddelozen zullen uiteindelijk worden verdelgd, terwijl Asaf -hoe moeilijk hij het op dat moment ook heeft!- een heerlijke toekomst tegemoet gaat: Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid (vs. 26). Dat is ook voor ons de les die we persoonlijk moeten leren. Om ons leven te zien in het licht van Gods toekomst. Wat betekent in dat licht de voorspoed van goddelozen, wat betekent geld, roem, eer, macht? Het betekent allemaal minder dan het voorzicht van altijd bij God te mogen zijn! Daarom zegt de apostel Paulus ook in Rom. 8 "wij weten dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden."
Beste vraagsteller, al kennen we elkaar niet, dit is wat de Bijbel ons aanreikt als het gaat om de voorspoed van de goddelozen. Let eens op hun einde. Kun je dan nog jaloers op hen worden?
Er valt nog iets te zeggen in antwoord op je vraag. Stel nu eens dat het niet zo was als de vraag stelt, dus dat het christenen allemaal voor de wind zou gaan en niet-christenen gebukt zouden gaan onder steeds grotere rampen en plagen. Dan zou de satan mogelijk gelijk hebben, die immers tegen de Heere zei dat Job Hem alleen maar diende omdat hij er beter van werd. Ware liefde tot de Heere en Zijn dienst blijkt juist daar waar we er niet financieel of maatschappelijk beter van worden, maar moeten/mogen lijden voor Zijn Naam. Ik voeg er direct aan toe dat dat buitengewoon moeilijk is en dat het weer tal van nieuwe vragen oproept. Daar lopen we tegen de beperking van deze manier van vragen stellen aan. Hopelijk heb je iets aan dit antwoord.
Met vriendelijke groet,
Drs. A. Huijgen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Huijgen
- Geboortedatum:16-11-1978
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Genemuiden-Zwartsluis
- Status:Inactief
Bijzonderheden: