Domineesvrouw en ambtsgeheim
Ds. A. van Vuuren | Geen reacties | 16-12-2006| 00:00
Vraag
Een dominee heeft een ambtsgeheim. In hoeverre mag een dominee zijn vrouw betrekken in pastoraal werk/gesprekken? Ik heb namelijk eens wat aan de dominee verteld en de vrouw van de dominee vroeg later in het openbaar aan mij hoe het met mij ging. Dat is aardig bedoeld, maar ik vond het geen prettig idee dat wat ik vertrouwen aan de dominee verteld had, op deze manier ten sprake kwam. Hoe moet ik hier mee omgaan?
Antwoord
Beste vraagsteller(stelster), ik kan begrijpen dat u onaangenaam verrast was toen de predikantsvrouw bleek af te weten van hetgeen u de predikant in het geheim had toevertrouwd en dat ook nog eens in het openbaar liet blijken. U kreeg er een onaangenaam gevoel bij. Het kan in bepaalde situaties zelfs als kwetsend worden ervaren. Blijkbaar is uw geheim niet veilig bij de pastor. Dat is niet goed en kan leiden tot een vertrouwensbreuk in de pastorale relatie en misschien zelfs tot de gedachte; stel je voor dat de predikantsvrouw ook nog eens haar mond niet kan houden en het verder vertelt? In een situatie waar sprake is van bijvoorbeeld een ontslag op het werk is dat minder erg dan wanneer er sprake is van problemen met een van de kinderen of nog erger wanneer er diepgaande huwelijksproblemen zijn.
Het ambtsgeheim is een slot op de deur als het gaat om het binnenskamers houden van datgene dat bijvoorbeeld in uw woonkamer of op de studeerkamer van de predikant in vertrouwen is besproken. Wezenlijk voor een goede pastorale relatie is immers het wederzijds vertrouwen. Die vertrouwensrelatie is er niet wanneer gemeenteleden er niet zeker van zijn dat wat zij vertrouwelijk aan de pastor toe vertrouwen een geheim blijft tussen hen beiden en in geen geval verder verteld wordt. Vandaar het ambtsgeheim. De pastor is vertrouwensman van zijn gemeenteleden.
Een bekende definitie van het ambtsgeheim luidt: “Het is de verplichting die op hem rust om geheim te houden datgene, wat hem op grond van zijn ambtelijke vertrouwenspositie als geheim is geopenbaard, in het bijzonder als dit geopenbaarde geheim bepaalde gewetenszaken tot inhoud heeft.”
Daar uit vallen een aantal lessen te trekken voor de functionering van het pastoraat.
1. Het ambtsgeheim wordt hier omschreven als een plicht. Het gaat daarbij om een verplichting die we vrijwillig op ons nemen als we een ambt aanvaarden.
2. De pastor moet met alle geheimen die hem toevertrouwd zijn zorgvuldig omgaan, maar vooral als het gaat om “gewetenszaken”. Bedoeld zijn zaken, gebeurtenissen, die het geweten van mensen kunnen bezwaren en in vertrouwen worden verteld om het geweten te ontlasten.
3. De pastor is in alle gevallen tot geheimhouding verplicht, dus ook als de betrokken persoon daar niet uitdrukkelijk om heeft gevraagd.
De pastor gaat dus in de fout wanneer hij in zijn gezin iets van de inhoud van vertrouwelijke gesprekken laat uitlekken. Ook wanneer de kerkenraad rapportage vraagt van dergelijke gesprekken, omdat ze het gemeenteleven raken, zal de pastor zeer terughoudend moeten zijn.
Conclusie: De predikant dient zich als goede pastor te houden aan het ambtsgeheim. Als het gaat om gewetenszaken past absolute geheimhouding. Gaat het niet om gewetenszaken, dan kan hij die aan zijn vrouw vertellen. Maar als hij weet dat zijn vrouw er niet goed mee om kan gaan, dan kan hij beter ook die niet vertellen.
Ik ken de situatie niet waarin u zich op dat moment bevond, of om welke zaken het ging, maar als het geen gewetenszaak of gewichtsvol geheim was moet u het maar beschouwen als een goed bedoeld stukje meeleven van de predikantsvrouw. U mag er van uit gaan dat de meeste predikanten voorzichtig zijn en hun ambtsgeheim zorgvuldig bewaren. Maar u kunt wellicht ten overvloede in een volgend gesprek zeggen; “ik ga er van uit dominee, dat wat ik nu ga vertellen, tussen ons beiden blijft.” En als hij dat beaamt gaat u verder vertellen.
Wij als onderherders moeten maar veel bidden; “Zet Heer’ een wacht voor mijne lippen, behoedt de deuren van mijn mond, opdat ik mij te genen stond, iets onbedachtzaams laat ontglippen” Ps. 141: 3 berijmd). Ik beveel u aan in de hoede van de Grote Herder der schapen, bij wie onze geheimen altijd veilig zijn.
Met pastorale groet,
Ds. A. van Vuuren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van Vuuren
- Geboortedatum:02-11-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Capelle a/d IJssel
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant