Vriend die ook worstelt met geaardheid
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 13-12-2003| 00:00
Vraag
Sinds mijn 11e jaar weet ik dat ik een homofiele geaardheid heb. Na een aantal keer overspannen te zijn geweest ben ik nu nog steeds onder behandeling bij een instituut voor geestelijke gezondheidszorg. Ik moet zeggen dat het aardig gaat, al blijven de gevoelens wel aanwezig. In de therapie heb ik veel geleerd en is er een stuk acceptatie gekomen. Ik mag actief zijn in het verenigingsleven in de kerkelijke gemeente waar ik kerk en ben zelfs bezig op mezelf te gaan wonen: grote stappen die ik voorzichtig moet nemen.
Vanaf m'n 16e jaar ben ik in gaan zien dat mijn weg een ander is dan die van anderen, maar dat de Heere daar een bijzondere bedoeling mee heeft. Hij leidt ook mijn leven. In de groepsgesprekken die ik nu volg heb ik contact met mannen die hetzelfde doormaken als ik. Met één jongen heb ik nu buiten de groep goed contact. We kunnen open met elkaar spreken over wat we hebben meegemaakt, maar ook over geloofszaken. Contacten leggen heb ik overigens nooit gedaan omdat ik bang was dat ik gek was en dat zoiets niet voor mij bestemd was. Ik moet dus alleen blijven in m'n leven. Die jongen ook. Ik voel me betrokken bij hem en hij bij mij. Ik heb het altijd aan de Heere voorgelegd of Hij ook in de toekomst voor me wil zorgen. Ik was namelijk erg eenzaam, vooral ook omdat ik thuis ook nergens over kon praten.
M'n moeder vindt het maar raar dat ik een vriend heb. Maar het is geen vriend zoals man en vrouw met elkaar omgaan, maar voor mij nog een veel waardevollere vriendschap. Ik moet telkens denken aan Psalm 123. Dat we als broeders samen wonen, onder het Woord van God. Daarom zie ik het als een wonder dat de Heere deze jongen op m'n pad heeft gebracht. Wat wel zo is dat is dat ik de begeerte van m'n hart erg voel. Tenslotte ben ik mens met menselijke gevoelens. Die van mij gaan natuurlijk naar mannen uit. Hier kunnen we samen eerlijk over praten en bidden we samen of de Heere ons wil bewaren voor deze gevoelens. Wat vindt u? Is het verstandig deze vriendschap voort te zetten? Ik vind van wel. Want ik weet dat de Heere er van af weet. Wel ben ik bang dat ik wat kan gaan voelen voor hem. Al kunnen we hier samen over praten en om bidden.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
In antwoord op je vraag wil ik om te beginnen iets schrijven over wat de Bijbel over homofilie/homoseksualiteit zegt. Daarbij val ik terug op een eerder op Refoweb door mij gegeven antwoord. Vandaag is het verschijnsel van de homofilie een druk besproken zaak. Mensen die homofiel geaard zijn, komen er openlijk voor uit, dat zij zo zijn en vragen respect. En op zich is er ook niets op tegen om hen met dat respect tegemoet te treden. Mits die homofiele geaardheid niet wordt aangekweekt (dat komt ook voor). Intussen moeten we constateren dat er nu eenmaal vrouwen en mannen zijn die geen of weinig aantrekkingskracht op hen voelen uitgaan van het andere geslacht. Soms komen zij toch tot een huwelijk. En zeker niet altijd is dat een mislukking. Hun homofiele geaardheid wordt dan binnen de huwelijksrelatie wederkerig aanvaard.
Wel wil ik zeggen dat de Bijbel absoluut tegen elke vorm van homoseksualiteit is. Seksualiteit is in de Bijbel een goede gave van God, door God bedoeld als een intieme en zegenrijke samenleving van man en vrouw in het huwelijk. God heeft de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen (Gen.1:27) en heeft de begeerte van man en vrouw om door elkaar bemind en 'bekend' (seksueel aanvaard) te worden, in de natuur van de mens gelegd. De Heere Jezus heeft ook in die zin over het huwelijk gesproken (lees: Matth.5:27v; Mark.10:1-12). Alles wat daarvan afwijkt is in beginsel: ontaarding. Ook seksuele gemeenschap buiten het huwelijk. En homoseksualiteit in de praktijk is in beginsel: legalisering van die ontaarding.
In de Bijbel lezen we daarover o.a. in Genesis 19. Daar dringen de mannen van Sodom er bij Lot op aan om de gasten van Lot (NB engelen) aan hen uit te leveren, opdat zij hen seksueel zouden misbruiken. Een bewijs, dat het zondeleven in die stad schrikbarende vormen had aangenomen. Iets soortgelijks lezen we in Richteren 19:22vv. Dat het volk van God Israël ook gevaar liep als pure heidenen te gaan leven, bewijst een tekst als Leviticus 18:22 waar we lezen: "Bij een manspersoon zult gij (man) niet liggen met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel." Vgl. verder 2 Kon.23:7 waar gesproken wordt over schandjongens (aan ontucht gewijde mannen) die aan het huis des Heeren waren verbonden.
In het Nieuwe Testament is het de apostel Paulus die in zijn brief aan de Romeinen onder de gruwelijkheden van het heidendom ook de homoseksualiteit als een groot kwaad aan de orde stelt. Kennelijk was homoseksualiteit in de Grieks-Romeinse wereld van toen een wijd verbreid kwaad. In Romeinen 1:26-27 spreekt Paulus in dit verband over: oneerlijke bewegingen; "want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature; en insgelijks ook de mannen nalatende het natuurlijk gebruik van de vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende." Vgl. 2 Petr.2:7vv; Judas :7. Daarom: "het huwelijk is eerlijk onder allen en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen" (Hebr.13:4). Ook in de vroege kerk (bijv. in het geschrift de Didachè) worden wij ernstig gewaarschuwd tegen seksuele vergrijpen (Je zult je niet met jongens afgeven; dus: pedofilie).
Als we nu met deze bijbelse gegevens voor ogen, naar de vriendschapsrelatie van David en Jonathan kijken, moeten we met grote stelligheid zeggen dat die niets uitstaande heeft gehad met homofilie of homoseksualiteit. Beiden waren gehuwde mannen; zij kenden de liefde van een eigen vrouw (vrouwen) als iets goeds. Beiden hebben kinderen gehad. Zij waren echter ook als twee mannen broeders in liefde aan elkaar verbonden en hun liefde was zelfs zo groot, dat David ervan zegt, dat zij voor hem wonderlijker was dan de liefde van vrouwen (2 Sam. 1:26: "Ik ben benauwd om uwentwil, mijn broeder Jonathan! Gij waart mij zeer liefelijk; uw liefde was mij wonderlijker dan liefde der vrouwen."; vgl. 1 Sam.20:17). Zo kan dan ook vandaag de relatie tussen twee mensen van hetzelfde geslacht wonderschoon zijn, gegrond in een zelfopoffering voor elkaar en ten diepste gegrond in de liefde van Christus voor de Zijnen; dus van een hogere dimensie. Niets ten kwade daarvan.
Mijn antwoord aan jou zou dan nu zijn, dat jullie (je vriend en jij) er gerust de Heere om mogen vragen, of jullie vriendschapsrelatie er een mag zijn, zoals die tussen David en Jonathan. In zo'n vriendschapsrelatie kan je veel voor elkaar betekenen, ook in de acceptatie van je 'anders zijn' en je strijd tegen de dingen die je zelf ook doorziet als door God niet gewild. Bovendien wordt het gevoel, dat je eenzaam en onbegrepen door de wereld moet gaan om je 'anders-zijn', door elkaar te bemoedigen, omgezet in het positieve gevoel: ik ben niet alleen, ik ben er voor een ander en voor mijn vriend in het bijzonder. Samen zou je ook sterker kunnen staan in de strijd tegen het uitleving van je gevoelens in een praktijk van homoseksualiteit. Bovendien lijkt het mij goed, jullie te wijden aan een taak in het kerkelijk leven, waardoor je de gaven die God je gegeven heeft zinvol kunt gebruiken tot eer van Gods Naam en tot zegen van anderen. Jij behoeft je niet te schamen voor wat je bent. Je mag er zijn, ook met al de gaven die de Heere je gaf. Echt waar. En de Heere kan ook jou tot een rijke zegen stellen.
Hiermee heb ik eigenlijk ook iets gezegd over de wijze waarop wij binnen een christelijke gemeente met mensen moeten omgaan die homofiel van aard zijn. Ik vind dat we heel erg moeten oppassen dat we die mensen niet vanuit de hoogte veroordelen. Met je moeder kun je misschien daarover ook een open gesprek hebben, waardoor ze je zou gaan begrijpen en vertrouwen.
Intussen moeten wij de boodschap van de Bijbel ter harte nemen, wie we ook zijn. En het is de Heere die ons goed geschapen heeft, die ons ook kan leren, hoe wij met een andere geaardheid kunnen omgaan. Iemand (een homo) zei ooit, nadat hij christen was geworden: "Ik ben nog wel zo. Maar ik doe niet meer zo." Misschien kun je in de geest van het bovenstaande ook met je vriend over jullie relatie spreken. En bovenal: Bid zonder ophouden. God is getrouw.
Ds. C. den Boer (Barneveld)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'