(...) de beloften (...) voor mij denk ik dat ze eigenlijk voor de mensen zijn di...
J.W.N. van Dooijeweert | Geen reacties | 24-11-2006| 00:00
Vraag
Beste heer Van Dooijeweert. Ik heb al een aantal antwoorden gelezen van u in de vragenrubriek van Refoweb. En ook een paar verslagen die hier te lezen zijn van uw werk in Peru. Ik denk, maar ik weet ook dat u in deze ervaring (van evangelisatie) op veel terreinen anders denkt (beschouwt of afweegt) dan dat veel dominees doen vanuit onze eigen kring. Ik zie bij u de verhouding belangrijk/minder belangrijk, vaak goed evenwichtig. Ik ben zelf geen evangelist of zendeling, maar ben op dit moment in een land waar dit werk wel gebracht moet worden. Volgens cijfers is hier 1 procent christen. Maar mijn vraag gaat eigenlijk over dit: Wanneer hier wordt gesproken over de Bijbel, en uitgelegd wat het is om christen te zijn, dan gebeurt het wel eens dat er wordt gesproken over de beloften. Maar het lijkt wel dat iedereen die zomaar kan aannemen. Zoals: Vraagt en het zal gegeven worden, enz. U kent natuurlijk veel van deze beloften wel uit uw hoofd, die heel mooi zijn, maar voor mij denk ik dat ze eigenlijk voor de mensen zijn die weten dat ze Jezus liefhebben en van wie de zonden zijn vergeven. Maar het lijkt wel dat er zijn die dit zomaar op zichzelf toepassen. Ik vind het moeilijk. Mag de voorganger/begeleider dit dan wel zomaar vertellen? Of moet hij duidelijk aangeven dat dit voor Zijn kinderen zijn. Of heb ik het verkeerd en mag ik het ook op mijzelf toepassen? En eigenlijk op iedereen die het leest?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste broeder (of zuster),
Wat betreft je opmerking over dingen anders afwegen; Dat kan niet anders na ruim dertig jaar ervaring. Je leert de dingen anders zien. Je leert om de Bijbel anders te lezen, maar je leert ook veel duidelijker dat genade ook werkelijk GENADE is. Dat het niet geschonken wordt omdat we ons in bepaalde bochten wringen, of omdat we bepaalde gedachten naleven, of omdat we zwaar zuchtend over de wereld gaan, of omdat we zo goed weten hoe het allemaal precies moet en moet gaan. Nee! God schenkt genade vrij en zonder betaling aan een arme zondaar die anders verloren zou gaan. Vanuit die invalshoek verandert er een heleboel in je leven. Vooral wat de woorden van de Bijbel betreft ontdek je steeds meer hoe vaak de Bijbel verkeerd gebruikt wordt.
De Bijbel is Gods boodschap voor? Gods kinderen? Ja! Alleen voor Gods kinderen? Nee! Voor de wereld? Ja! Voor de hele wereld? Ja! Zijn alle woorden van de Bijbel voor alle mensen stuk voor stuk, persoonlijk? Nee!
Voorbeeld: Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona. Dit is voor Petrus persoonlijk als een antwoord op zijn geweldige belijdenis die door God in zijn hart is gewerkt. De Heere kan dit woord toepassen aan ons hart als we de Bijbel lezen. Maar dit woord is niet gericht aan iemand die niet wil geloven in Jezus als zijn Zaligmaker. Dus niet voor iedereen.
In het algemeen moeten we zeggen: Alle beloften zijn in Christus “ja en amen”. Maar buiten Christus is er geen enkele belofte voor een mens: 2 Korintiërs 1:20: “Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.” Hier ligt dus duidelijk een grens. Die grens mogen wij niet verleggen door deze tekst te veranderen en te zeggen: “Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn ja en amen voor iedereen, Gode tot heerlijkheid door ons.” Verre van dat!
Ik herken je opmerking heel goed. Ik zie (en hoor) het maar al te veel rond om me heen. Beloften van eeuwig leven, vol worden door de Geest, vervuld worden met alle liefde, enzovoort, worden zonder meer toegepast op het persoonlijk leven zonder dat er sprake is geweest van een nieuwe geboorte. Zelfs zonder kennis van de Heiland worden beloften aangegrepen als een stukje zekerheid of om te bewijzen dat sommige kerken toch wel erg moeilijk en erg zuchtend zijn. We moeten duidelijk verschil zien tussen beloften die de hele wereld betreffen en beloften die uitdrukkelijk voor Gods gemeente of voor Gods kinderen bedoeld zijn. (Bijvoorbeeld het natuurverbond met Noach en zijn nageslacht. Dit betreft de hele mensheid en ook de hele natuur.) Anderen zijn heel speciaal gericht aan hen die door het geloof deelgenoot aan Jezus geworden zijn en aan de zaligheid die in Hem is.
Veel beloften staan heel breeduit aan iedereen die het leest: “Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! Want Ik ben God, en niemand meer?” Jesaja 45:22. Is hier begrenzing in? Ik meen uitdrukkelijk van NIET! Ik denk bijvoorbeeld aan een tekst als: Mattheüs 7:7: “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.” Velen willen deze tekst beperken tot: “Maar dan moet je wel zoekende gemaakt zijn?” Lijkt allemaal heel mooi, maar zo mag je niet met de Bijbel omgaan. Een mensenkind dat de Heere zoekt en die dit leest mag dit geloven. Hij hoeft niet eerst te gaan onderzoeken of hij (of zij) zelf begonnen is, of zelf is gaan zoeken. Nee, Hij of zij zoekt. En dan zegt de Heere dit ter bemoediging.
Nog even kom je op een ander teer punt: “Maar het lijkt wel dat er zijn die dit zomaar op zichzelf toepassen. Ik vind het moeilijk. Mag de voorganger/begeleider dit dan wel zomaar vertellen? Of moet hij duidelijk aangeven dat dit voor Zijn kinderen is. Of heb ik het verkeerd en mag ik het ook op mijzelf toepassen? En eigenlijk op iedereen die het leest?”
Let op: De voorganger is voorganger, leider, prediker voor/van/in de gemeente van Christus. Ik denk dat de schrijver van de Hebreeënbrief duidelijk onderscheid maakt in Hebreeën 3:1: “Hierom, heilige broeders, die der hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt de Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus.” Dachsel zegt in zijn commentaar op deze tekst: “Heilige broeders, Christenen die tot het zaad van Abraham behoren en die deel hebben aan de hemelse roeping, die leden zijt geworden van het nieuwtestamentische verbondsvolk en tot erfgenamen van de eeuwige zaligheid.”
Aan de andere kant zie ik de apostel het woord “heiligen” ook heel anders gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan enkele teksten:
-Romeinen 12:13: Deelt mede tot de behoeften der heiligen.
-Romeinen 15:25: Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende de heiligen.
-Romeinen 15:26: Want het heeft dien van Macedonie en Achaje goed gedacht een gemene handreiking te doen aan de armen onder de heiligen, die te Jeruzalem zijn.
-1 Corinthiërs 6:1: Durft iemand van ulieden, die een zaak heeft tegen een ander, te recht gaan voor de onrechtvaardigen, en niet voor de heiligen?
-1 Corinthiërs 14:33: Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
Zou hij hier alleen de “uitverkorenen” bedoelen, de “wedergeborenen”? Ik denk dat hij hier veel meer spreekt tot de gemeente van Christus in zijn geheel. Afgezonderd van de wereld tot de dienst van de Heere, en anderzijds: De gemeente die heilig is in Christus haar Zaligmaker. De prediker/voorganger moet hier terdege rekening mee houden. Hij mag niet separeren. Hij moet prediken zoals Gods Woord hem dat leert. Dan zal de Heilige Geest separeren.
Broeder/zuster, ik stop ermee. We zijn net aangekomen in Lima om ons voor te bereiden op onze reis naar Holland. Hartelijk gegroet en bedankt voor de vraag. Ik hoop dat ik je een beetje geholpen heb. Zo niet, kom er gerust op terug.
Evangelist J. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: