Waarom kon iemand in de Ger. Gem. géén dominee worden, terwijl hij nu predikant ...
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 17-11-2006| 00:00
Vraag
Waarom kon iemand in de Ger. Gem. géén dominee worden, terwijl hij nu predikant in de HHK is (daar wel toegelaten)?
Antwoord
Ik vind je vraag moeilijk om te beantwoorden. Vandaar dat ik lang wachtte met het antwoord . Terecht is het als een kerk voorzichtig is bij het toelaten van predikanten. Predikanten die zichzelf groepen hebben, en niet door de Heere geroepen zijn, hebben de kerk grote schade berokkend, omdat ze de zielen van kerkgangers misleden. Veel kerkelijke problemen zijn op de dominees terug te voeren. Veel, niet alle!
Het is voor een kerk moeilijk te bepalen wanneer iemand tot het ambt wordt toegelaten. Men informeert dan terecht naar roeping en genadestaat. En men moet ook in dezen de tere gave des onderscheids bezitten. Of hier geen fouten gemaakt worden: zeker! Brakel zegt dat het kenmerk om predikant te worden is een hartelijke liefde tot Christus, om zo de gemeente eerlijk te behandelen, als zondige mensen die niet kunnen sterven zoals ze geboren zijn. Alle begrip, gezien de grote verantwoordelijkheid, dat men niet zomaar iemand door laat.
De vraag is: waarom wordt een predikant bij de ene kerk wel afgewezen (hier de Ger. Gem.) en bij een ander niet (hier de HHK)? De redenen van een en ander( ik neem aan dat je hier een concreet geval bedoelt) zijn mij niet bekend. Ik heb hier wel verdriet over. Voor mij blijkt hier de gespletenheid en de gebrokenheid van de kerk. Is het omdat men bij de ene kerk daarover ‘gemakkelijker’ denkt dan bij de andere, dat men over gaat. En zij die hier hebben te beslissen, moeten er met hun vlees, met zichzelf in eigen voorkeur, buiten vallen. Daarnaast: als de Heere iemand tot het ambt roept, zal hij het leren om de tijd des Heeren af te wachten, beter: te verwachten.
Is het toeval dat de Heere tot het ambt zou roepen, in de kerk waarin men is. Mag men bovendien een kerk zo maar verlaten om dominee te worden? Is er dan geen liefde tot de kerk waarin men zich bevond. Is men zelf van kerkgenootschap veranderd of heeft de Heere dat gedaan? Is men overgegaan naar een andere kerk omdat men de preekstoel op wil, of dat men op de achterste bank wil beginnen. Is men overgegaan omdat men zich slechter weet dan de kerk waartoe men behoorde, of juist beter? Zul je snel over gaan als je jezelf de grootste zondaar weet in je kerk? Bovendien: vleselijke motieven kunnen zo gevaarlijk zijn. Is het hier alles goud wat blinkt? Heeft men een andere kerk nodig om het ambt, of heeft men een andere kerk nodig om de ziel.
Zeker, we zijn blij om predikers die, als ze overkomen, de rechte prediking mogen brengen. Maar deze zullen nooit afgeven op de kerk die ze hebben verlaten. Dan zullen ze pas zijn overgekomen als ze door gebedsworsteling mogen weten dat de Heere hierin mee te mogen hebben. Maar als men gebedsworsteling mag hebben zal men niet snel overgaan. Want bij de liefde tot het ambt, hoort ook de liefde tot de kerk waartoe men behoort. In ieder geval zal men niet overgaan als een eigen initiatief, maar het alleen maar doen als het van de Heere mag. En bovendien: als de Heere roept tot het ambt, zal Hij dan ook niet de harten neigen van hen die hier te onderzoeken hebben. Maar dan kan het toch ook niet van kerk tot kerk verschillen?
In ieder geval: jouw moeite (en wellicht verdriet) is ook mijn moeite en verdriet. Smeken we maar veel of de Heere Zich over alle kerken ontfermt. Maar evenals jij heb ik mijn vragen. En oplossing heb ik niet. Reden tot gebed wel. Jij ook?
Gods zegen! Bidt veel voor je eigen kerk, dan verdwijnt kerkisme.
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief