(...) ik ben bang om mezelf goed te vinden. Ik ben bang voor een positief zelfbe...
Ds. K. van den Geest | Geen reacties | 10-11-2006| 00:00
Vraag
Vanaf mijn puberteit heb ik een negatief zelfbeeld. Ik vind mezelf niet de moeite waard, lelijk, enz. Nu ik wat ouder word lijkt het minder te worden. Maar ik ben bang om mezelf goed te vinden. Ik ben bang voor een positief zelfbeeld. Ik denk hierbij aan hoogmoed, enzo. Als ik bijvoorbeeld leuk heb gereageerd op iemand dan denk ik: dat heb ik goed gedaan. Tegelijkertijd word ik dan bang voor hoogmoed en probeer ik die 'positieve' gedachten weer uit mijn hoofd te krijgen. Want ik ben helemaal niet goed. Weet u misschien hoe ik hiermee om moet gaan? Hoe kan ik hier van af komen, zodat ik wat meer zelfvertrouwen krijg? Alvast bedankt!
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
De beantwoording van deze vraag heeft een tijdje op zich laten wachten, omdat ik er even de tijd voor moest nemen. Het is een vraag die een complex antwoord vereist, complexer dan via dit kanaal van Refoweb eigenlijk kan. Eigenlijk zou je hierover met iemand in je eigen omgeving (een predikant, ouderling, of misschien wel een psycholoog, of anderen die je kent en vertrouwt en die veel wijsheid, geloof en liefde hebben) moeten spreken. Ik kan er daarom slechts enkele opmerkingen bij maken.
Het begint al met de vraag: waar komt dit negatieve beeld van jezelf vandaan? Ik weet hoe moeilijk dat soms te achterhalen is. Het kan met je eigen karakter te maken hebben, bijvoorbeeld als je een wat perfectionistische aanleg hebt. Dat betekent: je wilt alles (heel erg) goed doen, maar merkt dat dat nooit lukt. Dan ontstaat er een gevoel van voortdurende mislukking of permanent tekortschieten. Geen mens kan dingen perfect doen en dus faal je voor je eigen gevoel als je zulke hoge eisen aan jezelf stelt. Het kan ook zijn, dat het met je opvoeding te maken heeft, nader met een nogal normatieve of wetticistische manier van opvoeden. Dat betekent, dat je geleerd is om goed te leven, naar de regels van God, gehoorzaam te zijn aan zijn wetten en geboden. Dat kan nog (negatief) versterkt zijn als er daarbij voortdurend gedreigd is met Zijn oordeel en straf, als je Hem nÃet volmaakt gehoorzaamt. Soms leggen mensen een zo zware nadruk op onze zondigheid en verdorvenheid door de zonde, dat ons geleerd wordt dat we slechts doemwaardig zijn voor God en het eeuwig oordeel verdienen.
In bepaalde kerken wordt dit versterkt doordat er een wat eenzijdig accent wordt gelegd op de Goddelijke uitverkiezing als een zaak waarover je geen zekerheid kunt ontvangen, tenzij God door Zijn Geest krachtdadig ingrijpt in je hart en je zo wedergeboren doet worden. Zolang je deze ervaring niet hebt gehad in je leven, is er slechts één zekerheid: ik ga voor eeuwig verloren. In de prediking in deze kerken mag er daarom niet zo maar sprake zijn van een algemeen aanbod van Gods genade in Christus, omdat men immers zonder deze vernieuwing van het hart niet in staat is om deze genade aan te nemen of gerechtigd om deze te ontvangen. Zo blijft de fundamentele heilsonzekerheid, die ervoor kan zorgen dat je je schuldig voelt als je denkt dat je iets goed hebt gedaan terwijl je toch een doemwaardige zondaar bent.
Ik behoor niet tot de kerkelijke traditie waarin het uitgangspunt gekozen wordt in deze heilsonzekerheid. De Bijbel leert duidelijk, dat God zijn liefde aan de mensen heeft bewezen door Zijn Zoon te geven “toen wij nog zondaars waren” (Rom. 5:8). Dat wil zeggen: Hij betoont ons Zijn genade in Jezus Christus en roept ons op deze in geloof aan te nemen. Kunnen wij dat dan? Sterker nog, wÃllen we dat wel? Nee, niet uit onszelf, niet uit eigen kracht of beweging, maar alleen als Gods Geest ons dat geloof schenkt. Dus toch (passief) afwachten tot God je in je hart grijpt? Nee, het wonder van Gods omgang met mensen is dat Hij het is die ons wedergeboren doet worden, terwijl Hij ons tegelijk volledig verantwoordelijk laat zijn om tot een eigen geloofskeus te komen in onze bekering. We worden door Hém wedergeboren, we moet ons zélf bekeren. En áls we dat doen, moeten we tegelijk erkennen dat ook die bekering Zijn werk is. Zoals het staat in Filipp. 2:12 en 13: we moeten zelf onze redding bewerken, maar in vreze en beven, omdat God het is die ons redt om Zijn vrije welbehagen. Zie ook hoe de Dordtse Leerregels hierover prachtig spreken in hoofdstuk III/IV, artikel 12: de wedergeboorte bewerkt God “zonder ons” in ons, zodat onze wil vernieuwd wordt; maar is de wil door Hem vernieuwd, dan werkt zij ook zelf (waarbij verwezen wordt naar Filipp. 2:13).
De zo verwoorde bijbelse leer laat ons enerzijds onze totale verdorvenheid door de zonde zien, maar anderzijds ook de vernieuwing door de genade van de Heilige Geest. Christenen behoeven daarom geen negatief zelfbeeld te hebben. Ook niet als we de Heidelbergse Catechismus hierover lezen in Zondag 2 en 3. God vraagt van ons liefde voor Hem en de naaste met heel ons hart (vraag en antwoord 4). Dit kunnen we niet volbrengen, “want naar mijn aard ben ik erop uit God en mijn naaste (in plaats van lief te hebben) te haten”. Vervolgens wordt uitgelegd, dat wij niet zo zijn doordat Gód ons zo geschapen heeft, Hij heeft de mens goed en naar Zijn beeld geschapen (vraag en antwoord 6). Waarna wordt gevraagd (vraag 8), of wij dan zo verdorven zijn, “dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit op elk kwaad”. En dan komt het antwoord: ja... Maar daarmee eindigt het niet! Op dat “ja” volgt wél: “behalve wanneer wij door de Geest van God opnieuw geboren worden”!!
Géén negatief zelfbeeld dus voor de gereformeerde christen! Want je mag geloven, dat onze totale verdorvenheid door de zonde overwonnen wordt door de genade van Christus en de wederbarende werking van Zijn Geest! Door Zijn kracht kun je dus wel degelijk het goede doen! Je bent niet hoogmoedig als je blij bent iets goed gedaan te hebben. Nee, dank God ervoor, dat Hij je die kracht door Zijn Geest gaf! Dat is bewijs van Zijn vernieuwende kracht in je leven! Ban positieve gedachten dus niet uit je hoofd, maar dank God voor het goede dat je door Zijn genade mocht doen en zeggen!
Hopelijk heeft de vraagsteller aan deze beantwoording enig houvast. Toch kan het zijn, dat de moeite veel dieper ligt en te maken heeft met je persoonlijkheid en de manier waarop deze gevormd is door opvoeding en achtergrond. Dan kan het soms heel bevrijdend zijn om daarover eens met een therapeut te gaan praten. Sommigen zijn niet gewend aan dergelijke ‘menselijke’ oplossingen of keuren die zelfs af. Maar ook deze hulpmiddelen van deskundige hulpverlening zijn ons door God geschonken. Bovendien zijn er ook christelijke hulpverleners, zoals bij Eleos. Voor deze en dergelijke vragen hebben ze daar goede hulpprogramma’s. Het kan soms helpen om daar een tijdje gebruik van te maken, zodat je toch heel anders tegen deze dingen gaat aankijken. Maar boven alles blijft belangrijk: God houdt van Zijn kinderen. Daarom mag je leren leven uit de vergeving en genade van Jezus Christus.
Gods zegen gewenst!
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief