Gave van gezondmaking

Ds. C. den Boer | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00

Het wil er bij mij niet in dat de gave van gezondmaking er niet meer is. De apostel Jakobus schrijft toch anders? En een andere apostel schrijft toch over verschillende gaven? Hoe zit dat?

Ik ben het met je eens dat de gave van gezondmaking niet een tijdelijke gave van de heilige Geest is, beperkt tot het tijdperk van de apostelen. In 1 Kor.12:9,28,30 spreekt Paulus over deze gaven (naast andere gaven/charismata van de heilige Geest). Het geloof in de Heere Jezus openbaart zich ook in zijn kracht in het genezen van zieken. Deze gave (om zieken te genezen) is aan sommigen in het bijzonder geschonken. Maar omdat mensen nooit over de gaven van de Geest beschikken, zal er wel in het meervoud over: gaven der gezondmakingen worden gesproken. Dat wil zeggen, dat deze gave zich spontaan openbaarde; dus men kon er niet elk moment van de dag over beschikken; maar in speciale gevallen was ze er.

Het is mijzelf eens overkomen dat ik als predikant geroepen werd bij een stervende mevrouw in een ziekenhuis. De familie stond rondom het ziekbed te wachten op het einde. En toen ik hen gevraagd had mij een ogenblik alleen te laten met de zieke, heb ik gebeden. Om het eeuwig behoud van haar die ik bezocht.Maar ook om haar genezing. En diep in mijn hart mocht ik het tijdens het gebed geloven dat zij weer gezond zou worden. Ons gebed was echt een bestormen van de hemel geworden. Op het gebed deed de Heere grote wonderen. Zo mag het. En deze mevrouw is ook weer genezen. Onze Heere Jezus Christus heet toch immers: Man van smarten die onze ziekten op Zich nam en droeg (Matth.8:17). Een verklaarder (Gordon D.Fee) heeft een geschreven dat de gave van het genezen van Gods volk een Oudtestamentische belofte was voor het Messiaanse tijdperk. Lees ook nog maar eens: Markus 16:17vv. De Heere weet raad, als wij ten einde raad zijn.

Maar nu moet ik er wel bij zeggen dat ik ook wel met zieken heb gebeden om genezing zonder dat er gezondheid op volgde. Ik heb ook altijd de gewoonte gehad om erbij te zeggen: Niet onze wil, maar Uw wil geschiede. Soms is het wat het bij Mozes werd (Deut.3:26). Hij wilde Kanaan best binnengaan. Maar de Heere zei: "Spreek Mij niet meer van deze zaak." De Heere had wat beters met hem voor. En Paulus wilde graag van zijn doorn in het vlees verlost zijn (een ziekte waarschijnlijk - epilepsie? waar hij knap veel last van had, ook bij de uitoefening van zijn werk); hij bad de Heere vurig driemaal om verlossing daarvan. En de Heere zei: "Mijn genade is u genoeg" (2 Kor.12:9).

Ik ben ook tegen het organiseren van massale samenkomsten voor gebedsgenezing (zoals indertijd van Osborn die meende, dat ziekten van de duivel zijn en dat als iemand niet beter wordt, dat te wijten is aan zijn ongeloof). Zo werkt de Heere niet. Laten we waken tegen occulte praktijken. Denk ook eens aan die 'gebedsgenezer' (Jomanda) uit Tiel die lange tijd van zich liet horen. Ik meen dat iemand die in de Heere Jezus gelooft, zich niet gemakkelijk aan zulke praktijken zal overgeven. Toen Jezus in Jeruzalem in het ziekenhuisje van Bethesda een 38-jarige zieke genas, heeft hij hém genezen, de anderen moesten wachten op de beroering van het water door de engel uit de hemel (het middel voor hun genezing). Vgl. Joh.5:1vv. De genezing van die 38-jarige zieke door Jezus was een teken dat er straks in Zijn Rijk "geen inwoner meer zou zeggen: ik ben ziek, omdat het volk dat daar woont vergeving van ongerechtigheden zal hebben" (Jes.33:24).

In mijn gebeden voor zieken heb ik meestal aan de Heere gevraagd of Hij de middelen wilde zegenen. Want die zijn er ook: doktoren, medicijnen. Niet om er meer op te vertrouwen dan op de Heere; helaas in zo'n tijd leven wij.Want we lezen van een koning van Israël (Asa), "dat hij de Heere niet zocht in zijn ziekte, maar de medicijnmeesters" (2 Kron.16:12). Maar laten we de middelen gebruiken en intussen, als wij persoonlijk of als gezin of in een gebedsgroep voor een zieke bidden, veel van de Heere verwachten. Hij doet wonderen. En als een zieke door de artsen is opgegeven, komt er ook een moment, dat we moeten bidden, of wij (hij/zij) het met de Heere eens mag zijn en opgenomen mag worden in Gods heerlijkheid.

Over de ziekenzalving (Jakobus 5:14v) wil ik niet uitvoerig schrijven. Lees daarover maar het instructieve boekje dat dr. M. J. Paul over dit onderwerp heeft geschreven. Ik hoop, dat het boven staande enigszins een bevredigend antwoord is op je vraag.

Ds. C. den Boer (Barneveld)

Dit artikel is beantwoord door

Ds. C. den Boer

• Geboortedatum:
  20-04-1931
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Barneveld
• Status:
  Inactief

241 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven