Uitverkoren worden
Ds. P. van der Kraan | Geen reacties | 20-03-2004| 00:00
Vraag
Als je nu niet uitverkoren bent door de Heere, kan je dan toch nog uitverkoren worden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Als je deze vraag aan C. H. Spurgeon (de bekende baptistenpredikant uit Londen uit de 19e eeuw) had gesteld, zou hij je waarschijnlijk hebben geantwoord wat hij ooit eens over de uitverkiezing heeft gezegd: “Als ik wist dat er nog één uitverkorene was die zalig kon worden, zou ik net zo lang bidden tot ik wist dat ik die ene was”. Daarmee is al veel gezegd, namelijk over de manier waarop we bezig moeten zijn met de moeilijke vragen over uitverkiezing: biddend, worstelend voor Gods aangezicht om persoonlijk deel te krijgen aan Gods genade. Zo heeft de Heere Jezus ook geantwoord op de vraag van Zijn discipelen (Lukas 13:23)of er ook weinig zalig worden: 'Strijdt om in te gaan door de enge poort...'
Vervolgens moet ik er dit op zeggen dat de uitverkiezing een zaak van God is en dat wij die bij God moeten láten. We moeten niet willen proberen in te dringen in wat verborgen is, wat van God is. Wat God ons heeft geopenbaard, bekend gemaakt, daaraan moeten wij ons houden. God heeft Zijn heilswil geopenbaard in het Evangelie dat ieder die in de Zoon gelooft, het eeuwige leven heeft,maar ook dat ieder die de Zoon van God ongehoorzaam is, het leven niet zal zien, maar dat de toorn van God op Hem blijft.
In de derde plaats laat God ons in Zijn Woord duidelijk weten dat we niet over de uitverkiezing mogen denken en spreken buiten Christus om. In Efeze 1:3 en volgende verzen (“Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. 4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde...”) bindt Paulus heel nadrukkelijk en duidelijk uitverkiezing en Jezus aan elkaar. Calvijn heeft naar aanleiding hiervan dan ook gezegd dat Christus de spiegel der uitverkiezing is en dat wij over de uitverkiezing niet mogen denken en spreken zonder naar Christus te zien. Met andere woorden: zoals je in een spiegel jezelf ziet, zo weet je of je uitverkoren bent als je op Christus ziet. En nu weet ik wel dat als iemand op Christus ziet of op Christus verlangt te zien, hij niet zo druk bezig is met de vragen rond de uitverkiezing, maar veel meer met de vraag of hij vergeving van zonden mag ontvangen en genade door het bloed van Christus. Maar juist omdat God in Christus de weg der zaligheid ontsloten heeft, hangt het zien op Christus en het geloven in Hem onlosmakelijk samen met de uitverkiezing. Maar de volgorde is zo dat we niet moeten beginnen bij de uitverkiezing, maar bij Christus, die nodigt (Jesaja 45:22). “Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer.” Zoek Hem, leer Hem nodig krijgen en je zult in Hem God als een vriendelijk God ontmoeten en weten van Zijn gunst ook voor jou.
Ten vierde wijs ik je er op dat, in het verlengde van wat ik onder punt 3 heb geschreven, de verkiezing geen dichte deur is, maar een open poort. Als er geen verkiezing was, was er helemaal geen zaligheid voor verloren zondaren en kon niet één mens behouden worden. Nu God wel zondaren heeft uitverkoren, kunnen wij behouden worden. Vergeet niet dat God met de uitverkiezing van mensen tot de zaligheid óók de middelen tot die zaligheid heeft uitgekozen. Om te beginnen (zie hiervóór) Christus. En verder alle andere middelen die nodig zijn om de zaligheid te verkrijgen, zoals: Zijn Woord, de verkondiging daarvan, de verkondigers daarvan, de Bijbel die je zelf hebt, alle manieren waarop we met de Bijbel in aanraking komen enz. Langs die middellijke weg werkt God de uitverkiezing uit. Op die manier spreken de Dordtse Leerregels over de uitverkiezing. Lees maar het begin van DL. H. I. In die weg is het een geweldige troost dat er een uitverkiezing is. Nu kunnen we zalig worden. En God wil zondaren zalig maken. Stel je voor dat er geen verkiezing was, dan moesten we allemaal verloren gaan.
Verder voeg ik hieraan toe dat Calvijn (in het verlengde van de Bijbel, met name het Oude Testament) heeft gesproken over kringen van uitverkiezing. Dat je geboren bent in een christelijk gezin, het teken en zegel van Gods genadeverbond in de doop hebt ontvangen (aangenomen dat dát zo is), dat je wekelijks onder de verkondiging van Gods Woord mag zijn en zo onder de nodiging tot zaligheid, dat zijn allemaal bewijzen dat God in Zijn verkiezend welbehagen de hand naar je uitsteekt. In die zin heet Israël het uitverkeren volk. Behoren bij Israël betekende niet automatisch ook uitverkoren zijn. Het wilde wel zeggen dat God in Zijn heilshandelen bemoeienissen met dat volk had. Zo is het ook voor ons die leven mogen in de christelijke gemeente.
Ten vijfde wil ik opmerken dat dienaren van het Woord niet geroepen zijn om de verkiezing, maar Christus te verkondigen. Door het geloof in Hem worden we behouden en niet door het geloof in de uitverkiezing. Juist omdat wij niet (mogen) weten wie er uitverkoren zijn, is de boodschap van Gods genade gericht op ieder die hem hoort, alsof God van de hemel die tot ieder van die mensen, die het horen, persoonlijk richt. Hoor die boodschap ook zo persoonlijk, alsof het een aan jou geadresseerde brief is.
Ten zesde mogen we niet vergeten dat de verkiezing ook gegeven is tot een grote troost van Gods kinderen. Niet dat zij ooit bij hun leven vernemen dat zij uitverkoren zijn. In het beste geval mogen zij uit de vruchten van het nieuwe leven, die zij bij zichzelf waarnemen, weten dat zij tot de kinderen Gods behoren. Maar in de ondervinding van hun zonde, ontrouw, ongehoorzaamheid en onder de bestrijdingen van de boze, mogen zij weten dat God een God is die niet laat varen het werk dat Zijn hand begon.
Ten zevende: de duivel laat ons druk zijn met vragen over de uitverkiezing opdat we aan de echte levensvraag voorbij gaan: wat moet ik doen om zalig te worden (Handelingen 16:30 “... wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? 31 En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.”)
Tot slot: Omdat ik niet weet om welke reden je deze vraag hebt gesteld, heb ik mijn antwoord wat algemeen moeten houden. Als je echt worstelt met de bange vraag of je uitverkoren bent, als je echt te maken krijgt met influisteringen van de boze dat jij niet uitverkoren bent (die komen echt alleen van de duivel, nooit van God!),luister dan naar de vriendelijke aanbiedingen van de zaligheid, die zovaak door Jezus gesproken zijn. Nooit heeft Hij iemand afgewezen of de rug toegekeerd die in zijn zonden of ellenden tot Hem gevlucht is. Onze zonden zijn veel en onze schuld is groot, maar (zo zeggen de DL 2-3) “De dood van de Zoon van God is de enige en volmaakte offerande en genoegdoening voor de zonden; van oneindige kracht en waardigheid, overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden der ganse wereld.”
Om met Spurgeon te eindigen: hij heeft ooit eens gezegd dat aan deze zijde boven de hemelpoort(van de aarde af gezien) geschreven staat: “En Ik zeg ulieden: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden” (Lukas 11:9). Terwijl aan de andere zijde (gezien vanuit de hemel)is te lezen: “Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave.” Zolang wij op aarde zijn geldt de oproep en de opdracht van Gods kant in Lukas 11:9: “En Ik zeg ulieden: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.” Met als troostvolle belofte: vers 10: “Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. 11 En wat vader onder u, dien de zoon om brood bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal hem voor een vis een slang geven? 12 Of zo hij ook om een ei zou bidden, zal hij hem een schorpioen geven? 13 Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?”
Laat je ook bemoedigen door dit woord van Christus in antwoord op de verslagenheid van de discipelen die, als zij de rijke jongeling zien heengaan, reageren met (Mattheus 19:25) “Wie kan dan zalig worden? En Jezus, hen aanziende, zeide tot hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.”
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. van der Kraan
- Geboortedatum:06-02-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Arnemuiden
- Status:Actief