(...) Ik ben verliefd op hem en hij ook op mij. Maar ik probeer mijn verliefdhei...
Ds. M.A. Kuyt | Geen reacties | 21-10-2006| 00:00
Vraag
Bij mij op de kledingzaak waar ik werk, werkt ook een jongen. Ik ben verliefd op hem en hij ook op mij. Maar ik probeer mijn verliefdheid weg te dringen, want hij geeft helemaal niets om God. Als hij uitgaat drinkt hij zich ladderzat en komt zondagsmorgen rond 6 uur thuis, kruipt z’n bed in en slaapt de hele dag. De volgende dag gaat hij weer werken. Eigenlijk wil ik helemaal niet verliefd zijn, want wij zouden nooit ons leven kunnen delen. Hij heeft zo'n ander leven dan ik. Maar verliefdheid kun je niet tegen houden. Moet ik nou wel of niet verkering met hem nemen? Ik weet het niet zo goed... En willen jullie die dit lezen voor hem bidden dat het zaad wat ik probeer te strooien (met God), dat God dat wil laten groeien. Het lijkt me geweldig als hij ook in God mag gaan geloven.
Antwoord
Het is waar, verliefdheid is niet tegen te houden. Dat overkomt je. En dat kan heel heftig zijn. Lees daarvoor het boekje van mevr. Alie Hoek-van Kooten: "Vonk of vuur, Als je verliefd bent..". Een boekje dat recent is verschenen. In dat boekje onderscheidt mevr. Hoek-van Kooten duidelijk de fase van verliefdheid van de fase van verkering krijgen. Een kenmerk van verliefdheid is, zo schrijft ze, dat je de negatieve eigenschappen die de ander heeft niet wil zien. Of, ze verbleken bij al de positieve eigenschappen die je opgevallen zijn. En als je van de ander iets negatiefs ter ore komt, probeer je er in je gedachten nog een positieve draai aan te geven, zodat het alsnog in het voordeel van de ander werkt. Je wil gewoon geen negatieve dingen van de ander horen. Verliefdheid is een soort “minipsychose”. Je zweeft boven de werkelijkheid van het leven en je realiteitszin is gestoord.
Een kenmerk van verliefdheid is de fantasie. Zolang je nog verliefd bent en nog geen verkering hebt, heb je niet echt door wie de ander is. Je komt niet verder dan je fantasie (zie blz. 16, 17). Ik merk echter dat je al wat verder bent dan het stadium van verliefdheid en dat je met beide benen op de grond wil staan, want je ziet een hele duidelijk negatieve kant van de ander, op wie je verliefd bent. Je drukt dat niet weg. Maar je zit er mee: hij geeft niet om God en werpt zich in het uitgaansleven. Bij verliefdheid kun je dit nog wegdrukken (en verder dagdromen), maar bij verkering krijgen kun je niet meer doen, alsof er niets aan de hand is. Voor verkering is een basis nodig. En nog wel een stevige basis. Als we dan de Bijbel als uitgangspunt nemen, dan is de belangrijkste grondslag of wij de Heere willen zoeken en dienen. En de Bijbel in ons leven opengaat. En wij leven zoals de Heere dat van ons vraagt. Als die bereidheid er niet is bij de ander, dan moet je niet aan verkering beginnen.
Bovendien geef je zelf aan, dat je eigenlijk niet verliefd wil zijn, gezien het gedrag van die jongen. Welnu, zolang verliefd-zijn en niet verliefd-willen zijn om de voorrang strijden, is het -afgezien van alle andere overwegingen rondom verkering- al raadzaam, om niet verder te gaan.
Het enige dat je kunt doen is, proberen er achter te komen of hij ook werkelijk op jou verliefd is. Want je schrijft wel, dat hij dat is, maar weet je dat ook echt? Als het namelijk zo is dat hij op jou verliefd is, dan zal hij ook meer interesse in jou gaan tonen. Dan zal hij erachter komen dat jij niet gelukkig bent met zijn gedrag, zoals dat nu is. Wil verkering een kans van slagen hebben, dan zal hij zijn levensstijl moeten veranderen. Breken met dit uitgaansleven en God zoeken. Als hij echt op jou verliefd is en met jou verder wil gaan, dan zal hij dat ondubbelzinnig moeten tonen in zijn gedrag. Wellicht is hij zover te krijgen dat hij verandert. Probeer hem in een gesprek hierop aan te spreken. En zeg hem heel duidelijk, dat als zich zo blijft gedragen zoals hij dat nu doet, er van verkering geen sprake kan zijn. Dan zal hij moeten kiezen: voor jou of voor zijn eigen wereldje.
Je mag inderdaad bidden of God het zaad dat in zijn hart gestrooid wordt wil zegenen. Maar... ga nooit verkering aan uit medelijden, of enkel uit verliefdheid ed. of in de hoop dat het straks wel beter zal gaan in de zin van: als ik eenmaal maar verkering heb of getrouwd ben, dan zal hij wel veranderen. Dat is een te smalle basis. Als we niet in onze verkeringstijd willen veranderen, dan doen we dat later ook niet.
Bid daarom de Heere of Hij openingen wil geven, dat je hem op zijn gedrag kan aanspreken. Wie weet, is de vonk zo sterk, dat er iets gaat branden. Het kan ook zijn, dat het vlammetje uitgaat. Maar dan is het niet van de Heere geweest.
Het vuur van de liefde vraagt meer dan de vonken die er nu tussen jullie zijn, namelijk de hechte basis van het Woord van God. Ik hoop dat je op die basis mag staan. Met beide benen op de grond...!
Hartelijke groet en wijsheid van de Heere toegebeden,
Ds. M. A. Kuyt, Huizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kuyt
- Geboortedatum:17-04-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijk en Aalburg
- Status:Inactief