Kritiek op schriftgezag tijdens studie
Ds. M.F. van Binnendijk | Geen reacties | 14-10-2006| 00:00
Vraag
Ik ben dit jaar begonnen met een studie theologie in Utrecht. Hierbij kom ik met veel vragen in aanraking, vooral over schriftgezag, waar ik niet direct een antwoord op heb. Hoe kan ik sommige tegenspraken in de Bijbel met elkaar rijmen? Graag zou ik wat goede literatuur over dit onderwerp willen vinden, zodat ik mij daarin verder kan verdiepen.
Antwoord
Studeren in Utrecht... daar kan ik me wel wat bij voorstellen. De vraag die je stelt was er ook al “in mijn tijd” (Rijksuniversiteit, 1982).
Inderdaad, veel aanstaande theologen komen pas op de universiteit in aanraking met Schriftkritiek. Dat begint eigenlijk al een beetje bij college Hebreeuws en NT-Grieks. Maar vooral bij de vakken Exegese Oude en Nieuwe Testament. Ik kan over dit onderwerp buitengewoon uitvoerig zijn, maar wil mij beperken tot enkele overwegingen.
1. Er zijn studenten die vanwege de Schriftkritiek helemaal afknappen op de Bijbel, hun geloof en hun opvoeding (Soms ook op God Zelf). Dat zegt weliswaar ook iets van hun eigen (geloofs)opvoeding en (kerkelijke) achtergrond, zo niet van hun visie op de Bijbel en hun persoonlijk geloof.
2. Er zijn studenten, die door Schriftkritiek geraakt en geboeid worden (en eveneens van de Schrift losweken), dat zij hun opvoeding en traditie als 'last' overboord gooien en Deutero- en Trito-Jesaja juichend binnenhalen...
3. Er zijn er ook, die de Schriftkritiek als een zekere (deel)wetenschap zien, maar dit “vak” enkel gebruiken als een instrument om dieper in de tekst te graven.
We moeten, naar mijn mening, niet al te beducht zijn om de Bijbel grondig te doorzoeken. Ad fundem, tot op het fundament (en daar is niets fundamentalistisch aan). Je hoeft niet in elke preek te laten merken dat je gestudeerd hebt met "maar in de grondtekst staat". Dit kan mensen in verwarring brengen. Soms is het nodig, maar niet altijd. Daarbij moeten we er ook voor waken anderen (zelfs kanttekenaren) kritiekloos na te praten of onkritisch over te schrijven. Als je niet zelf door een tekst gekropen bent of de tekst heeft jou niet toegeëigend heeft (dat is dus iets anders dan dat ik voor mijzelf de tekst toeëigen!), die blijft meestal aan de oppervlakte.
Iedereen die bezig is met de Schrift te onderzoeken, zal op bepaalde momenten ook tot een (exegetische) keuze moeten komen. Raar maar waar, maar: het aloude vertrouwde zondagsschoolverhaal is niet altijd even adequaat en moet soms opzij voor echt Schriftonderzoek. Wij geloven en belijden: "Alzo zegt de Schrift." En niet: "Alzo vinden wij..." Anderzijds zullen we er steeds voor hebben te waken om de Bijbel enkel als wetenschappelijk boek te benaderen. Gods Woord is en blijft Godsopenbaring. De Bijbel blijft een geloofsboek. Ook al benoemen wij bepaalde delen als “historisch”, “poëtisch”, “profetisch”, enz. Mijn advies in 't kort: Laat je geloof niet ondermijnen door wat je hoort en leest aan Schriftkritiek, maar wendt kritisch Schriftonderzoek aan voor een vruchtbare Bijbelstudie, en zo God het geeft, verdieping van je persoonlijke geloof.
Wat betreft literatuur... Een bekende (maar bepaald ouderwetse) aanrader is “Schijnbare Tegenstrijdigheden” van Joh. Polyander (ISBN 90 331 0027 4). Verder heeft Drs. R. van Kooten een gedeelte over Canonvorming en Schriftgezag in “Aan Zijn voeten” (vooral hst. 1-6; ISBN 90 5030 300 5). Ook de catechesemethode van de HGJB, “Leer ons Geloven”, heeft verhelderende stukken over dit onderwerp.
Dan nog een paar 'Schriftkritische' gedachten ter overweging:
-De Schrift is organisch (en niet mechanisch) geïnspireerd door de Heilige Geest. Daarbij heeft het de Geest Gods goed gedacht mensen te gebruiken met hun (on)mogelijkheden daartoe.
-Er is onderscheid tussen een Schriftgeleerde en een (van) Godgeleerde. (De laatste is ook de eerste; maar de eerste is niet altijd de laatste.)
-Een beroemde 'fout' van de Bijbel vinden we bij Mattheüs (27:9) waar de evangelist citeert uit het Oude Testament en letterlijk schrijft: "Toen is vervuld geworden, wat gesproken is door de profeet Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen, de waarde van de Gewaardeerde van de kinderen Israëls, Die zij gewaardeerd hebben." Dit citaat is echter niet van Jeremia, maar van Zacharia (11:12). Is de Bijbel hierom minder geloofwaardig? Integendeel. God heeft mensen met hun feilen en falen en met hun menselijke inbreng gebruikt voor Zijn kostbaar Woord. Lukas schrijft als verfijnde arts (wat o.a. blijkt uit zijn medische terminologie in het evangelie, alsook uit zijn bekendheid met de technische termen van de scheepvaart in o.a. Handelingen 26-27). Terwijl Amos als een ongeletterde boer schrijft. So what?
God heeft er kennelijk alles aan gelegen gelaten om Zijn Woord zo dicht mogelijk bij ons zondige mensen te brengen. Dat is en blijft een Godswonder, dat geen enkele wetenschapper schijnt te kunnen weerleggen. Merk op mijnziel, wat antwoord God u geeft.
Ds. M. F. van Binnendijk, Capelle aan den IJssel
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'