Trek mij, wij zullen U nalopen
Ds. K. van den Geest | Geen reacties | 23-09-2006| 00:00
Vraag
Hooglied 1 vers 4, daar staat: “Trek mij, wij zullen U nalopen.” Wie zijn die "wij"? Geestelijk gezien?
Antwoord
Je zou het Hooglied eigenlijk een soort 'musical' kunnen noemen, een gezongen toneelspel (niet oneerbiedig bedoeld!). In de Nieuwe Bijbelvertaling zie je dat aan de opschriften boven elk tekstblokje: "hij", "zij" en ook wel "de meisjes". Wat dus wil zeggen: de ene keer is de prinselijke bruidegom aan het woord, de andere keer de bruid, en soms dus ook "de meisjes". Met die laatste zijn blijkbaar bedoeld de jeugdvriendinnen van de prinses/bruid.
In 1:4 is het wat lastig te bepalen wie aan het woord is/zijn. Uitgaande van de Nieuwe Bijbel Vertaling zijn de woorden in de eerste regel van vers 4 ("Neem mij met je mee. Laten we rennen!") gesproken door de prinses/bruid, die haar bruidegom oproept om samen ("we" dus) snel ("rennen") weg te gaan, om zo samen alleen te kunnen zijn en te genieten van elkaars liefde. Vandaar dat dan ook volgt:"De koning brengt mij in zijn kamers". Vervolgens komen blijkbaar weer de vriendinnen aan het woord met "Laten we juichen en zingen om jou!"
Zoals je ziet volg ik hierbij de verklaring van Het Hooglied als een liefdeslied. De vraagsteller lijkt misschien een andere verklaring gewend te zijn, als hij/zij zegt: wie zijn die 'wij', geestelijk gezien. Wijst hij/zij daarmee op de vroegere uitleg, die zegt dat Het Hooglied allegorisch (zeg maar figuurlijk/geestelijk) uitgelegd moet worden? Oudere verklaringen gingen daar wel van uit: de Bruid is Gods volk, de Bruidegom is de HEERE. In die uitleg is Het Hooglied dan een beeld van de verbondsliefde tussen God en zijn volk.
Vele andere uitleggers echter hebben gesteld, dat die uitleg te gekunsteld is. Het gaat hier 'gewoon' om de menselijke liefde tussen een (vorstelijke) bruidegom en zijn bruid, op een zuivere manier beschreven als de liefde die God in het door Hem ingestelde huwelijk aan mensen schenkt en zoals Hij deze als gave van zijn schepping aan de mensen geeft. Zeker, de Schrift laat ons ook zien, dat juist die menselijke huwelijksband beeld mag zijn van de Goddelijke verbondsrelatie tussen God in Jezus Christus en Zijn gemeente door Christus' bloed gekocht (Ef. 5!). In die zin krijgt ook Het Hooglied een nog diepere betekenis, die echter niet de eerste en enige is. Nogmaals, hier wordt de zuivere liefde als gave van de Schepper bezongen.
(Zie: H.M. Ohmann, Het Hooglied: De koning te rijk. Uitgegeven door de Vuurbaak te Barneveld in 1988; helaas alleen antiquarisch te verkrijgen).
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief