Reïncarnatie verworpen door kerkvaders
Ds. A.S. van der Lugt | Geen reacties | 25-08-2006| 00:00
Vraag
Ooit heb ik eens gelezen, of gehoord, dat pas rond het jaar 600 het idee van reïncarnatie is verworpen door de kerkvaders. Klopt dit?
Antwoord
Miljoenen mensen geloven in reïncarnatie. Het gaat daarbij vooral om hindoes of boeddhisten. De meeste christenen wijzen de leer van reïncarnatie af. Maar er zijn mensen die zeggen dat de eerste christenen wel in reïncarnatie geloofden. Volgens hen heeft de kerk dat op een vergadering afgeschaft en verboden. In de 5e of 6e eeuw na Christus. Wat is er waar van dit verhaal?
Uit de eerste eeuwen zijn boeken bewaard gebleven van christenen die schreven over het geloof. Justinus de Martelaar schreef een boek (rond het jaar 150) waarin hij onder andere vertelt dat hij voor zijn bekering geloofde dat na de dood de ziel kan terugkeren in een ander mens. Maar bij zijn bekering tot het christendom leerde hij dat dat niet zo is. Irenaeus schreef rond het jaar 180 een boek tegen de mensen die bij de gnostiek hoorden. Hij wijst hun leer van de zielsverhuizing af. Hij gelooft niet dat zielen herinneringen hebben. Ieder mens krijgt van God een eigen lichaam en een eigen ziel. We vinden deze leer ook niet bij Clemens van Alexandrië (ongv. 150-215) en ook Minucius Felix (ongv. 197) wijst de opvatting van reïncarnatie af. De bekende kerkvader Tertullianus moet er ook niets van hebben. Hij bestrijdt in een boek van rond het jaar 210 de gedachten van Pythagoras en Carpocrates.
Heeft Origenes (die leefde van 185-254 n.Chr.) dan de leer van reïncarnatie en karma aangehangen? Over hem wordt dat wel vaak gezegd. Origenes schreef een boek over De Grondbeginselen (De Principiis). Daarin schreef hij dat God geestelijke wezens heeft geschapen met verstand. Deze hadden een vrije wil. Deze wezens vielen van God af. Maar niet ieder wezen zondigde even ernstig. Zo kwam er onderscheid: sommige werden duivelen, anderen mensenzielen, en weer anderen engelen bij God. Op deze manier kon Origenes verklaren waarom het leven van de ene mens anders loopt dan van de ander. Dat heeft te maken met de zonde die iemand al of niet gedaan heeft in zijn voor-bestaan (pre-existentie). Maar let op, Origenes leerde NIET dat die ziel al eerder op aarde was in een lichaam. Hij leerde alleen dat de zielen voor hun geboorte bestonden bij God en dat menswording voor sommige zielen een straf was op hun zonden.
Origenes dacht wel dat het mogelijk was, dat er na deze wereld nieuwe werelden zouden komen. En dat het mogelijk was, dat er voor deze wereld andere werelden waren. In latere geschriften van Origenes blijkt dat hij heeft wel nagedacht over reïncarnatie. In de betekenis dat zielen in deze wereld weer een lichaam aannemen. Maar daarover zegt hij alleen dat er onderzoek naar gedaan moet worden: naar het wezen van de ziel, naar het begin van haar bestaan en naar het binnengaan in aardse lichamen. Nergens blijkt dat hij die leer ook aanhing.
Heeft de kerk de leringen van Origenes veroordeeld? Al tijdens zijn leven riep Origenes verzet op. Later bestreed kerkvader Augustinus de leringen over het voor-bestaan van de zielen en de komst van nieuwe werelden (in een boek uit het jaar 426). Ook in de 6e eeuw werd er nog over de leer van Origenes gediscussieerd. Een plaatselijke synode van Constantinopel (in het jaar 543) veroordeelde zijn leer, maar er werd niet gesproken over reïncarnatie. In diezelfde stad kwam een aantal jaren later (553) een internationale kerkvergadering bijeen: het vijfde oecumenische Concilie. Daar werd een veroordeling uitgesproken over drie theologen: Theodorus van Mopsuestia, Theodoretus van Cyrus en Ibas van Edessa. Is Origenes toen ook genoemd? Er is onduidelijkheid over. De verslagen in het Latijn spreken niet over hem, alleen over de drie anderen. Andere schrijvers, later, noemen wel de naam van Origenes. Maar dan gaat het niet over een leer van reïncarnatie. Het gaat om een veroordeling van hem over het bestaan van zielen voor de geboorte en over de geestelijke opstanding. Ook schrijvers uit later eeuwen beweren dat Origenes hierom veroordeeld is in 553.
Wat is de conclusie van dit alles?
1. De leer van reïncarnatie en karma was geen onderdeel van de christelijke leer vanaf de tweede eeuw. Veel kerkvaders hebben het bestreden.
2. Origenes had speciale ideeën over de zielen van mensen en over nieuwe werelden. Maar zijn leer over de incarnatie van zielen is niet gelijk te stellen aan de leer van reïncarnatie.
3. Op het vijfde oecumenische concilie is niet expliciet gesproken over de incarnatie-gedachten van Origenes, omdat de andere leringen over het voor bestaan van zielen en over de opstanding al afgewezen waren.
Ds. A. S. van der Lugt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.S. van der Lugt
- Geboortedatum:17-06-1962
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerd Vrijgemaakt
- Woon/standplaats:Delft
- Status:Actief