(...) In de dienst wordt er vaak gepreekt tot mensen die hun weg door hun zonden...

Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 18-08-2006| 00:00

Vraag

Beste dominee, wat mij laatst aan het nadenken zette is het volgende: In de dienst wordt er vaak gepreekt tot mensen die hun weg door hun zonden niet meer zien, die de weg niet meer weten. Overtuigd van zonde en gerechtigheid, enz. Dan wordt er vaak gevraagd of er zo iemand in de kerk zit, die zo is opgekomen. Het lijkt alsof preken alleen voor deze mensen is. We horen dan buiten de kerk wel eens dat het goed is om in de kerk te zitten, omdat je daar bekeerd kunt worden. Maar als we alleen in de kerk half zitten te slapen, of misschien heel goed op zitten te letten, dan is de preek toch niet voor ons, als we zo niet naar de kerk zijn gekomen zoals voorgesteld wordt? Waarom wordt er zo erg weinig gesproken voor/tegen/over de mensen die wel in de kerk zitten, maar zonder die gevoelens? Het lijkt anders alsof ze er eigenlijk voor niets zitten, omdat je er eigenlijk alleen kan zitten met die gevoelens en alleen DAN bekeerd kan worden. Niet dus wanneer je half slaapt, of toch heel goed op zit te letten. Zouden ook die mensen niet wat meer naar voren gehaald mogen worden? Dan is vaak het grootste gedeelte van de kerkgangers.

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?

Lees hier meer over onze principiële uitsluitingen.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

In ieder geval gaat het om de vraag tot wie de prediking van zonde en genade, van oordeel en vergeving zich richt. Het antwoord is snel te geven: tot heel de gemeente, bekeerd of onbekeerd, bekommerd of onverschillig koud. Ieder zondig mens zit in Gods huis voor het aangezicht Gods. Dat zou zijn houding moeten bepalen. Het is helaas anders. Maar tot heel de gemeente heeft met klem te klinken dat het de goddeloze eeuwig slecht zal vergaan (opdat deze in een heilige schrik zou ontwaken) en dat het de gelovige, hoe klein zijn geloof ook is, het goed zou vergaan (opdat deze door alle aanvechting en vertwijfelingen heen tot verwondering zou worden gebracht en zich zo getroost zou weten). Zo moet elke prediking zijn een bewogen afmanen van de brede weg naar het verderf en een heen wijzen naar de smalle, maar voor het geloof o zo heerlijke (!) weg naar de zaligheid.

Onze vaderen maakten wel terecht onderscheid in de zielsgestalte van de toehoorders: daar waren bevestigde christenen die in volle vrijmoedigheid mogen vertellen wat de Heere aan hun ziel gedaan heeft. Daar waren schuchtere zielen, die onder het twijfelkleed van de aanvechting wel eens een uitzicht mogen hebben op de Heere Jezus. Daar zijn ontdekte zondaren die de schuldbrief in het hart kregen thuis bezorgd door de Heere, daarom hoogst persoonlijk tot hen gericht. Daar zijn ook koude, onbewogen zondaren. Zij allen moeten worden aangesproken. Maar het Woord zelf doet ze in verschillende groepen uiteen vallen. Dat is onvermijdelijk.

Zou jij het erg vinden als je een verslagen hart over je zonden hebt, als de prediking in het bijzonder tot jou gericht mocht zijn, omdat je er door gegrepen mag zijn. En als er zegen mocht vallen. Zou je dat dan ook niet aan anderen aanprijzen? Maar dan wel langs een eerlijke weg. Dat is deze weg: van zondekennis en genadekennis. Zonder zondekennis kan er geen genadekennis zijn. En als je graag met heel je hart naar een andere plaats wil, dan ga je wel vragen of er een weg is om tot die plaats te geraken en hoe die weg is.

Wat is ons verlangen bij elke prediking? We zeggen het wijlen ds. J. Doornebal na: om de vermoeiden en verslagenen een woord tot vertroosting (vanuit Gods Woord) te brengen. En wie zich daarin buiten gesloten voelt. Die zal zich of ergeren, of in schouder ophalen indutten, of, dat geve de Heere, heilig verlangend te mogen worden om ook de vertroosting deelachtig te mogen worden. In de prediking worden zondaren binnen de zaligheid of  buiten de zaligheid gesloten. Er gebeurt altijd wat en dat is in de kerk vaak ook heel duidelijk te zien. Dan gebeurt het op galerijen dat sms’jes worden verzonden of banken worden bekrast. Terwijl je in levensgevaar bent. Huiveringwekkend. Gelukkig; de Heere is machtig om ook hen te bekeren.

Je hebt gelijk dat ook deze mensen in de prediking genoemd moeten worden. We hebben het wel eens uitgeroepen in navolging van Spurgeon): Er is brand... in de hel. Heb je gebed voor de prediking, de prediker en de kerkgangers? In ieder geval gebeurt er in de prediking met ons altijd wat. De prediking was ook voor ons als we buiten de zaligheid worden gezet. Het begin van de zaligheid ligt immers buiten de zaligheid. Kern van de prediking is schokken en lokken. Dan horen we de oordeelsklanken van de Sinaï en de genadeklanken van Golgotha. In deze volgorde.

Jij signaleert dat het zo vaak uitvoerig gaat om de bekommerde mens. Zeg eens: welke  mensen krijgen in het ziekenhuis de meeste aandacht: zieke mensen of gezonde mensen? Ik hoop dat de kerk een ziekenhuis is en de prediking juist voor zieken een medicijn. En als een mens buiten de zaligheid gesloten wordt, is dat niet zo maar. Het is opdat die zondaar om der zaligheid zou leren roepen die er in Christus is. En de slapers in de kerk? Die beseffen niet dat ze een ziel hebben te verliezen. Maar vreselijk te slapen als je huis in brand staat.

Heb ik je vraag beantwoord? Ik breng zo graag  een woord tot bemoediging en vertroosting voor een verslagen en een bekommerd volk, vanuit Gods beloftewoord voor een bekommerde zondaar. Dan is er afname. En elke prediker verlangt naar afname. Als je aan een gesloten deur klopt met heerlijke waar en er wordt niet open gedaan, dan ga je
soms zuchtend verder. Niet als een deur open gaat. Dan blijf je staan.. Dan neem je de tijd, omdat je de tijd krijgt om die waar aan te bieden. En dan mag je het wel eens naar je zin hebben. Geve de Heere in de kerk maar veel open deuren. En een vraag: aan wie kan een prediker de prediking van oordeel en genade kwijt,of beter: aan wie kan Gods Geest die kwijt? En wat passen ze in de prediking goed bij elkaar, en daarom nemen ze de tijd voor elkaar. Wie? Een rijke Christus een arme en verslagen zondaar.

Ik wens je Gods zegen toe,
Ds. J. van Rossem

Dit artikel is beantwoord door

Ds. J. van Rossem

  • Geboortedatum:
    04-03-1945
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Status:
    Inactief
121 artikelen
Ds. J. van Rossem

Bijzonderheden:
Ds. van Rossem is op 7 maart 2013 overleden.

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Traumabehandeling is mogelijk

Aan mevrouw Ronner-Wattel. Naar aanleiding van vraag en antwoord  op depersonalisatie/derealisatie-stoornis het volgende. Ook ik heb sinds mijn vroegste jeugd (of eerder?) last van autisme en deperson...
3 reacties
18-08-2023

Kinderen van de Heere die Christus nog niet kennen

Niet zo lang geleden hoorde ik een student van de Ger. Gem. preken en die zei het volgende: “Christus is de Bruidegom. De kerk is de bruid. De dochters van Jeruzalem, wie zijn dat dan? Die bruid is ie...
52 reacties
18-08-2016

Prediking in de crisis

Geachte ds. C. A. van der Sluijs. Ik heb uw boek "Prediking in de crisis" met erg veel belangstelling gelezen. Een en ander is mij echter niet geheel duidelijk, met name als u schrijft over de belofte...
Geen reacties
18-08-2010
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering