(...) in de kerk wordt altijd maar weer die oproep gedaan tot bekering (...)Kunn...
B.S. van Groningen | Geen reacties | 15-08-2006| 00:00
Vraag
Antwoord
Beste vriend, vriendin,
Je raakt behoorlijk wat zaken aan. Zowel in de opmerkingen als in de vragen. ‘k Probeer jouw vraag wat ordelijk door te nemen. ‘k Begin maar bij het begin. Je bent nogal stellig in je uitspraak. En omdat ik jou verder niet ken, reageer ik op wat je schrijft. Je weet met zekerheid een kind van God te zijn. Dan is mijn vraag: waar tob je dan over? Dat is toch het belangrijkste in je leven. Als dit echt is, een stellig (zeker) weten, dan heb je alles. En toch... dan komen ineens de vragen, de kritiek op je kerk. Dat strijdt m.i. behoorlijk met elkaar. Of vind jij van niet? Je hebt iets tegen de oproep tot bekering, want je weet toch al zo lang dat je zondig bent. Terecht zeg je: ik probeer als een kind van God te leven, maar het lukt niet altijd. Dus de theorie en de praktijk botsen met elkaar. En dan die uitspraak heilig voor God. Je durft veel te zeggen. Paulus, die veel genade mocht ontvangen zei het anders: Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam der zonde en des doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.
Op aarde zijn absoluut geen heilige mensen. Dat bewaart de Heere voor de hemel. Maar een kind van God gaat wel strijden tegen de zonde en wil niets liever dan heilig voor God te leven, maar dat wordt vaak bij de handen afgebroken. Hoe dat komt? Omdat we nog steeds op aarde zijn, zondaren blijven en de satan, de wereld en jouw eigen zondige hart steeds anders willen dan wat God vraagt. Jij erkent dat ook zelf, maar je vindt dat er te weinig over de heiligmaking gepreekt wordt. Dat kan in bepaalde preken zo zijn, maar het mag niet ontbreken. Wel moeten we met elkaar vasthouden: de vergeving van zonde gaat vooraf aan de heiligmaking. Dus niet eerst heilig proberen te leven en daar de conclusie uit trekken: ik ben een kind van God. Gods Woord leert, dat duidelijk in Romeinen 5: Wij dan gerechtvaardigd zijnde, uit het geloof hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus. Maar twee hoofdstukken verder zegt Paulus: het goede dat ik wil, dat doe ik niet en het kwade dat ik niet wil, dat doe ik...
Jij wil praktische tips! De Bijbel is geen handboek voor vriendschap, seksualiteit, of geldbesteding, maar wanneer je Gods Woord serieus leest, staan er duidelijk richtlijnen, die jou verder helpen. Wat is ingewikkeld? Het Woord moet eenvoudig gebracht worden, maar niet kinderachtig, niet versimpeld, zoals in Evangelische kringen vaak wel gedaan wordt. Is de Ger. Gem volmaakt? Verre vandaar! Maar welke kerk, welk groepering dan wel? Je blijft met mensen te doen hebben, die (ook na ontvangen genade) zondig blijven en dagelijks de verzoening door het bloed van Christus nodig hebben. Dat is een kenmerk van een kind van God: Heere, ik ben niet zoals ik zou moeten zijn, help me, ondersteun me, reinig mij, geef mij kracht om voor u te leven. Jij leeft in een spanningsveld merk ik: bij evangelische diensten laat jij je Ger. Gem-geluid horen en in de Ger. Gem voel jij je te evangelisch. Eigenlijk klopt dat niet: evangelisch komt van Evangelie: blijde boodschap. Wat is die blijde boodschap? Dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken: vol van God. En wat zegt Paulus er dan achter? Van welke (van die zondaars) ben ik de voornaamste. Het evenwicht zul je niet in een kerkverband of groepering moeten zoeken, maar in Gods Woord zelf.
Zijn er kerken met dat evenwicht? Ik zou het anders willen formuleren: in verschillende kerken, door verschillende predikers wordt getracht om dat evenwicht in de gemeente neer te leggen. De dood in Adam, het leven in Christus, de zondaar, die het doel mist, en God, Die de zondaar de Weg wijst. Onder evenwicht versta ik, dat de facetten van het geloof, de bekering in een juiste verhouding worden gepredikt, geproclameerd, afgekondigd. Ellende, verlossing en dankbaarheid horen bij elkaar. Niet in chronologische volgorde, maar gemeenschappelijk. De ellende op zich is niet genoeg, die moet altijd uitdrijven naar Christus, anders is de ellendekennis niet echt. En de verlossing in Christus geeft altijd stof tot dankbaarheid. Lees Psalm 116 maar eens, daar vind je dat evenwicht en Psalm 130 en de gelijkenis van de verloren zoon.
Ik hoop dat je voldoende stof hebt om over na te denken. Zo niet, kom dan gerust met je vragen, dat mag via Refoweb, maar ook per email persoonlijk. Dat bepaal jij zelf.
Sterkte in je strijd om het evenwicht, maar hier op aarde blijft de meeste gevorderde in de genade altijd maar een klein beginsel hebben van die nieuwe gehoorzaamheid, maar wel, dat je dan naar al de geboden van God begint te leven. En de volle vrede, de volle vreugde, de volmaakte heerlijkheid is daar waar God alles is in allen. Die erfenis bewaart Hij voor de hemel, maar Zijn kinderen mogen hier op aarde van de rente genieten. En... het kleinste van de Heere is zo groot, dat je het in verwondering uitroept: Heere, waarom schenkt u mij uw genade, die heb ik niet verdiend. Het ga je goed, blijf bedelen aan Gods troon, want op het gebed doet Hij grote wonderen. Door Zijn Woord en door Zijn Geest. Maar blijf ook vasthouden aan de uitspraak van de Heere Jezus: Zonder Mij kunt gij (jij) niets doen. Maar met Hem springt David over een muur en dringt hij door de benden.
Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer dat ik breng, niet de tranen, die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, GIJ ALLEEN!
Met hartelijke groet,
B. S. van Groningen
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.