Zelf de duivel uitwerpen
Ds. M.F. van Binnendijk | Geen reacties | 09-08-2003| 00:00
Vraag
Vorige week heb ik twee weken in Renesse gezeten. Ik heb daar in een recreatie- en evangelisatieteam gewerkt. Het was ontzettend goed! God was daar! Nu mijn vraag; in de tweede week hebben wij een meisje ontmoet die bezeten is van de satan. Ze heeft zelfmoordneigingen, stemmen in haar hoofd, agressiviteit enz. We hebben veel met en voor haar gebeden.
Had ik in Jezus naam de duivel uit haar mogen werpen? Een aantal teamleden vonden het te ver gaan... Ik niet. (Lukas 10:17: "Na verloop van tijd kwamen de zeventig discipelen weer bij Hem terug. "Here", zeiden zij opgetogen, "als wij Uw naam gebruiken, doen zelfs de boze geesten wat wij zeggen!" (uit Het Boek) Wat vind u/de Bijbel/God hiervan?
Antwoord
Ik zou op je vraag een exegetisch antwoord kunnen geven, met verwijzingen naar wat de Bijbel en de kerkgeschiedenis ons hierover zegt; de situatie van zending toen; duiveluitdrijving op zendingsvelden nu. Ik doe het (nu) niet. Ik wil als reflectie een persoonlijke ervaring delen. Geen antwoord, maar een overweging.
Drie weken geleden is in onze gemeente een meisje van 20 maanden in de volle bloei van haar leven door een ziekte van een dag (we weten nog steeds niet wat; autopsie moet over drie maanden uitslag geven) gestorven. Ik heb de beide ouders getrouwd. Ik heb hun beide kinderen gedoopt. En we waren ook persoonlijk op en bijzondere manier aan elkaar verbonden.
Donderdagmiddag werd ik gebeld en ben meteen naar het AMC gereden. Hun dochter lag al op de Kinder-IC. De nacht ervoor was ze met 42 graden vanuit Woerden naar het AMC gereden en bij aankomst was ze slechts 31 graden. Hartreanimatie volgde. Ze ademde nog toen ik aankwam. Ze leefde. "Ze slaapt". Ik hoorde de omstanders in gedachten al lachen. Een uur eerder was ze hersendood verklaard en werd nog beademd om gebruik te kunnen maken van haar niertjes voor transplantatie aan een kindje in Groningen, dat gereed was ze van dit meisje te ontvangen. Het mocht echter niet zo zijn. De dag daarop is zij alsnog, op natuurlijke wijze, overleden.
En dan ligt dat meisje thuis. Op haar kamertje. In haar bedje. Alle slangetjes nu weg. En dan te horen hoe beide ouders tot troosters worden voor de omstanders. Je wordt er als predikant stil van. Dan krijgt het broertje van papa te horen: "Ze slaapt nu, dit is alleen nog maar haar jasje. Ze is nu bij de Heere Jezus." Wat komt dan de doopgelofte met kracht boven. Kinderen van het verbond. Juist artikel I.7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis is dan zo'n buitengewone troost. Voor hen. Niet minder voor jezelf. Elke dag ben je er. Je onthoudt je van lege woorden. Je bent er voor hen. Je bent er met hen. Als Jobs vrienden, zwijgend, de hand op je mond.
En nu naar je vraag. Als je dan op haar slaapkamertje staat, vrijdagavond, zaterdagavond, en zondag. Samen met de ouders. En dan zo'n meisje in de bloei van haar leven te zien liggen. Onbeschadigd. Alsof ze zo wakker wordt. Zo gaaf. En toch overleden. En de moeder zegt: "Ik wist niet dat verdriet zo'n pijn kon doen." Dan komt dat intense verlangen en die voorzichtige drang in je hart om haar haar dochtertje terug te geven. Juist daar en toen kwam de gedachte in mij op: "Zou ik niet naar dat bedje toelopen en mijn handen op dit kindje leggen en slechts twee woorden spreken: "Talitha Kummi." (Meisje sta op). Maar wie ben ik -zelfs als Gezant van Godswege- om dat te zeggen, laat staan te doen? Stel dat zij niet opstaat?
En dan bedoel ik dit 'stel' dus niet in de zin van ongeloof! Maar ik bedoel het zo. Wanneer Gods verkiezing anders ligt? "Wie is Gods Raadsman geweest? Wie heeft Hem onderwezen?"
In Kaj Munks boek "Ordet" (Het Woord) wordt wel een dode dorpeling opgewekt door de plaatselijke predikant na drievoudig aanroepen. Maar hoe is de werkelijkheid van jezelf vandaag? Hoever strekt je ambtelijk gezag en vermogen als geroepen Godsgezant?
Ik ben juist door de beide ouders zelf, in de gesprekken die wij hadden, hierbij bepaald geworden. "Zij mag bij haar Heiland zijn. Ze is thuisgeroepen voordat zij tot haar verstand gekomen is. Wij hebben 20 maanden voor haar mogen zorgen. Leengoed van God."
Woorden die een vader aan het sterfbed van zijn kleine dochter zegt. Zelfs een dominee moet dan zwijgen en niet menen als Christus of apostel wonderen menen te kunnen doen. Wat de apostelen in de tijd na Pinksteren deden, ligt m.i. grotendeels ook aan de tijd van de beginnende Kerk op aarde, waardoor het aanvankelijke geloof gesterkt werd door wonderen en tekenen. Maar het Woord Zelf is uitsluitend geloofswerkend. Daar werkt de Pinkstergeest altijd op aan. Niet het wonder, niet het teken, maar de betekende zaak. Het Woord. Christus Zelf. Zijn verheerlijking. Wanneer het Woord het onder ons al niet kan doen, wat zal dan een wonder van dodenopwekking, genezing of duiveluitdrijving dan verrichten? Ik geloof zeker dat God het kan. Maar of dit ook in Zijn raad ligt, is de vraag waar we juist niet aan voorbij mogen gaan.
God had het mij zeker te kennen gegeven als het anders moest! Met alle verdriet, zeg ik met de ouders: Zo is het toch goed. Ook Jezus weende -als Machthebber over dood en satan- aan het graf van Lazarus over de ingrijpende verwoesting door onze zonden, en de daarmee gepaard gaande dood en het verdriet dat dit geeft aan kinderen, ouders, vrienden, man of vrouw. En de moeder van haar zojuist overleden kind, gaf -op de vraag van de profeet, "of het wel was met haar kind"- het merkwaardige antwoord: "Het is wel!"
Ik geloof van harte dat God machtig was om dit meisje aan haar ouders terug te geven en haar op te wekken. Maar ook ik heb haar in Gods hand moeten teruggeven. Als het goed is met deze beide ouders, dan doe ik eerbiedig een stap terug. Al heb ik wel gehuild. En nog...
Ds. M. F van Binnendijk
Vinkeveen/Capelle aan den IJssel
Postscriptum: Ik begeleid al zes jaar een meisje (toen 14 jaar, streng opgevoed), die in toenemende mate suïcidaal is geworden, anorexia heeft (gehad), angstdromen, duivelse stemmen, en wat al niet meer. Ze heeft de hele (en dan ook de hele!) psychologische circuits doorwandeld, tussen Fjord (Capelle) en Fontein (Zeist), tussen UMC en AMC.
Zou het gebed om genezing (persoonlijk en elke zondag in de gemeente) dan van minder betekenis zijn dan een voorgestelde handoplegging? Ik zou er heel voorzichtig mee zijn. Wat wil de Heere God? Laat dat gebed (minstens) voorafgaan.
Daarbij... wie zegt dat een manische depressie en/of psychose 'van de duivel' is? Ook al zeggen deze mensen het van zichzelf? (Ik ontken niet dat de satan er niet de hand in kan hebben). Zijn er in de Middeleeuwen juist niet talloze mensen 'verbrand' als satanisten, terwijl ze met goede (!) geestelijke en psychische hulp 'gered' hadden kunnen worden?
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'