Vanuit 't verleden ben ik op verschillende manieren occult belast. (...) Kunt u ...
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 08-07-2006| 00:00
Vraag
Antwoord
Niet iedereen die van zichzelf denkt occult belast te zijn, is dat ook. Maar omdat hier sprake is van “op verschillende manieren” neem ik aan dat er concrete aanwijzingen zijn hoe en wanneer die occulte belasting ontstaan is. In veel gevallen zal dat zijn door zich op het terrein van satan te begeven en zich in te laten met verboden zaken. Ieder mens heeft te maken met zonde, maar door bezig te zijn met occulte zaken geven we satan rechtsgrond om permanent in ons leven negatieve invloed uit te oefenen.
Het is heel wat dat je beseft bevrijding nodig te hebben. De Heere Jezus heeft door Zijn lijden, sterven en opstanding, de overwinning over satan behaald. Daarom is inderdaad in Zijn Naam bevrijding mogelijk van de opgedane besmetting. Daardoor kan ook de autoriteit van demonen verbroken worden. Mogelijk dat ze je nu dicteren wat je doen moet of je onweerstaanbaar iets verkeerds laten doen.
Hoe komen wij dan bij God? Wat is de weg tot bevrijding? In mijn boekje “Occulte machten en bevrijding” heb ik het volgende hierover geschreven:
Anderson beschrijft verschillende niveaus van geestelijke gebondenheid. Ten eerste kan een gelovige aan de buitenkant een redelijk normaal christelijk leven leiden, maar toch worstelen met zondige gedachten: begeerte, jaloezie, hebzucht, haat, lusteloosheid, enzovoort. Hij heeft een gering godsdienstig leven. Bidden is een teleurstellende ervaring. Op het tweede (ergere) niveau bevinden zich degenen die onderscheid kunnen maken tussen hun eigen gedachten en vreemde, boze ‘stemmen’ die hen lijken te overweldigen. Ze ervaren in het eigen leven niet dat satan overwonnen is en vragen zich af of ze ineen zullen storten. Dit vooruitzicht beangstigt hen zo erg, dat ze er met niemand over praten. De meesten van hen zijn neerslachtig, bang, paranoïde, verbitterd of boos. Ze kunnen het slachtoffer geworden zijn van overmatig alcoholgebruik, drugs, eetstoornissen, enzovoort. Degenen die zich op het derde niveau bevinden hebben de controle over hun gedachteleven verloren. Ze horen stemmen in hun hoofd die zeggen wat ze moeten denken, zeggen en doen. Deze mensen blijven thuis, lopen op straat te praten met denkbeeldige mensen of worden opgenomen in tehuizen voor psychisch gestoorden. Als iemand lang genoeg toegeeft aan de stemmen die hij in zijn hoofd hoort, is hij het slachtoffer van ernstige onderdrukking door demonische machten.
Het is volgens Anderson de erfenis van iedere gelovige dat hij vrij mag zijn van demonische verleiding en bemoeienis.
Hij stelt zeven stappen voor om tot deze vrijheid te komen.
1. Verwerpen van de vroegere en huidige betrokkenheid bij occulte praktijken en valse religies.
2. Het belijden van God in een persoonlijke geloofsbelijdenis.
3. De bereidheid anderen te vergeven en niet langer de satan terrein geven door gebrek aan vergeving en door verbittering.
4. Onderwerping aan hen die wettig over ons gesteld zijn, zowel in de kerk als in de samenleving.
5. Nederigheid in plaats van hoogmoed.
6. Vrijheid in plaats van gebondenheid. Gebondenheid aan verkeerde gewoonten moet beleden worden tegenover God en eventueel ook tegenover mensen.
7. Afstand doen van de zonde van voorouders en van de vervloeking die mogelijk ooit is uitgesproken.
Vervolgens is het van belang in de vrijheid te blijven leven. Op deze wijze is het volgens Anderson mogelijk dat demonische machten verdreven worden. Daar is dus lang niet altijd een ander (exorcist) voor nodig. Dit wil niet zeggen dat een christen in de praktijk van dit leven tot volmaakte vrijheid komt, maar wel dat de rechtsgrond ontnomen wordt aan satan om op een bijzondere manier te kwellen.
Het is echter mogelijk dat iemand deze stappen in praktijk brengt, maar toch onvoldoende bevrijding ervaart. Dat kan het geval zijn bij mensen die diep in het occulte zitten. Vaak belemmert satan hun geheugen en is er slechts een gedeeltelijke schuldbelijdenis en een gedeeltelijk breken met occulte zaken. In dat geval is het gewenst dat anderen te hulp worden geroepen. Zij kunnen helpen met bidden en strijden tegen de satan. Zij kunnen hem ook in Jezus’ Naam gebieden los te laten en weg te gaan. Dat komen we ook in het Nieuwe Testament herhaaldelijk tegen. De Heere Jezus heeft deze bevoegdheid om demonen uit te werpen nooit weggenomen, maar gelaten aan Zijn kerk (Mark. 16:17). Daarom zijn er ook in onze tijd getuigenissen van mensen die bevrijding gevonden hebben in Zijn Naam!
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: