Zelfbeschadiging geeft kick
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 01-07-2006| 00:00
Vraag
Ik zoek een manier om bevrijd te worden van zelfbeschadiging. Ik sla, keihard, wil dat het bont en blauw wordt, moet schade aanrichten, geeft ook kick. Soms in vlaag van spanningsexplosie, maar soms ook heel bewust.: " ben jij toch maar." Mag niet van mezelf houden, moeten haten, zelfvernietiging. Ik zou zo graag willen geloven en aannemen dat God onvoorwaardelijk van me houdt en dat ik van mezelf mag houden en krijg steeds meer gevoel dat satan macht in me uitoefent om me kapot te maken en bij God vandaan te krijgen.
Er is een soort machtsstrijd gaande. Ik kan niet zonder God, maar heb veel moeite met bidden en Bijbellezen, moeite om God dichtbij te laten komen (geldt ook voor mensen). Dus simpele oplossingen van vooral veel bidden zoek ik niet (dat kan ik zelf ook wel bedenken). Het probleem van automutilatie is wel bij huisarts en therapeut bekend maar zij zijn geen christen dus daadwerkelijk zoeken naar bevrijding met hen ligt moeilijk (al kan ik het wel vertellen). Het is niet zo dat ik aan hen kan vragen hiervoor te bidden. Ben ervan overtuigd dat als de Bijbel waar is, God niet veranderd is, Jezus dezelfde is, en dus kan en wil bevrijden en genezen.
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Het is heel goed dat je je vraag gesteld hebt. Je moet het met het probleem dat je hebt wel heel erg moeilijk hebben. En: je moet er vanaf. Maar hoe? Aan goedkope oplossingen heb je niets, schrijf je, en daar heb je gelijk in. Maar toch moet je geholpen worden. Ik denk dat je daarbij, naast hulp van God, hulp van anderen nodig hebt. God werkt trouwens dikwijls door andere mensen of door medische of psychiatrische hulp heen.
Laat ik eerst zeggen dat ik het moeilijk vind om je een goed antwoord te geven. Ik weet niet je omstandigheden, je leeftijd, of je een man/jongen of een vrouw/meisje bent, enz. Nu hoeft dat allemaal ook niet. Alleen is er het gevaar dat ik je misversta. Als je dat wilt bedenken zal ik proberen je wat gedachten mee te geven waar je hopelijk wat aan hebt.
Ik heb gezocht naar eventuele oorzaken van je problemen. Dat is niet gemakkelijk. Maar ik pak uit je vraag een paar dingen op. In de eerste plaats: Heb je niet een groot minderwaardigheidsgevoel? Je schrijft het zelf: “Ik ben het maar, ik mag van mezelf niet houden, moet mezelf haten, zelfvernietiging...”. Als ik het met mijn eigen woorden zeg, bedoel je: “Ik ben niemand”. Dat zou ik, ik meen het oprecht, heel beslist en dringend willen bestrijden. Iedereen is iemand, jij ook! Niemand is niemand. En dan in heel bijzondere zin: voor God. God heeft je gewild en geschapen. En wie je ook maar bent of wat je ook maar hebt, je mag er zijn. Stel dat je een handicap hebt, dat je ‘lelijk’ bent (Niemand is lelijk! Lelijk is een subjectief begrip. Maar je begrijpt hoe ik het bedoel): je mag er zijn, ook met je moeiten en problemen en of je nu blank, zwart of indiaan bent.
Twee voorbeelden uit de Bijbel: Psalm 8: “Wat is de mens dat Gij zijner (hem of haar) gedenkt; Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en heerlijkheid gekroond” (vers 6-7). Dat zegt de psalmdichter (David) na de zondeval. En hij zegt het heel algemeen: Niet: Gij hebt mij een weinig minder gemaakt, enz., maar: Gij hebt de mens een weinig minder gemaakt dan de engelen. Zal ik eens wat heel vreemds zeggen: Ga voor de spiegel staan en zeg het eens: “Heere God, U hebt mij een weinig minder gemaakt dan de engelen, bijna een engel; zo wil ik vandaag (en morgen en overmorgen...) leven”. Begrijp me goed: niet dat de mens (jij en ik) geen zondaar is. Dat weet David maar al te goed (Psalm 32, Psalm 51 e.a.) en als het goed is heb jij dat ook geleerd en leer je het bijna elke dag. Maar ondanks dat je een zondaar bent, mag je er als schepsel van de Heere zijn. Het zondaar-zijn staat, als ik Psalm 8 goed lees, los van dat de Heere je gewild en geschapen heeft.
Tweede voorbeeld: Psalm 139, ook van David, ook (natuurlijk!) na de zondeval: “Ik loof U omdat ik op een heel vreselijke (geduchte) wijze wonderlijk gemaakt ben (...), ook weet mijn ziel het zeer wel”. Daar vindt je dezelfde gedachte: de Heere heeft je gewild en geschapen. David bidt er ook bij: “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart (...) en zie of er bij mij een schadelijke weg zij, en leid mij op de eeuwige weg” (vs 23-24). Maar dat neemt niet weg dat hij de Heere prijst voor Wie hij is en hoe de Heere hem heeft gemaakt. Ik zeg weer hetzelfde: Zou je het aandurven als het ware voor de spiegel te zeggen: “Heere, dank U wel dat U mij gemaakt hebt, dat weet mijn ziel zeer wel”?
In de tweede plaats: Ik heb een paar vragen. Wat is de oorzaak van je problemen? Ik denk dat je dat niet zomaar kunt zeggen. Maar misschien kun je er eens over nadenken. Zou je een oorzaak kunnen noemen? Bijvoorbeeld dat je in je kinderjaren te weinig basisvertrouwen hebt ontvangen in het gezin waarin je opgroeide, of door bepaalde omstandigheden. Basisvertrouwen is heel belangrijk. Denk aan een doktersjas: als je onderaan verkeerd begint te knopen, kom je bovenaan scheef uit. Veel jongeren hebben in hun jonge jaren te weinig bevestiging gekregen, bijvoorbeeld altijd kritiek gehoord, niet in een ‘veilige’ omgeving opgegroeid, altijd het gevoel gehad afgewezen te worden, waardoor er dingen in de puberteit en daarna scheefgroeiden. Dan heb je professionele hulp nodig.
Of, dat mag ik je toch wel vragen?: Heb je problemen met de seksualiteit? Daar praten we in het algemeen niet gemakkelijk over, maar toch is dat heel wezenlijk. Je hoeft mij daar geen antwoord op te geven, maar ik moest daar even aan denken toen ik het woord “spanningsexplosie” van je las. Ook dan zou je professionele hulp kunnen zoeken. Ik kom op die hulp zo nog terug.
In de derde plaats: Hoe heb je in je jonge jaren naar de preken in de kerk geluisterd? En hoe luister je er nog naar? Hoor je alleen de donkere tonen en gaan de Evangelietonen langs je heen? Ik bedoel niet dat de prediking erg dogmatisch e.d. was of is, of dat alleen de donkere tonen naar voren kwamen of komen. Dat kan in sommige gevallen ook. Maar ik bedoel: hoe heb je zelf geluisterd en luister je nog? Eén van de Erskines (je zult die naam wel eens gehoord hebben) zegt: “Als de bedreigingen van de Bijbel op je afkomen, overdenk dan eens de beloften die er bij de Heere zijn; de beloften zijn meer dan de bedreigingen”. Denk ook aan de Doop. Nee, ik overtrek de Doop niet. Maar de Doop is wel een welgemeente belofte van de Heere. Lees maar wat het Doopformulier zegt: “Als we in de naam van de Vader gedoopt worden..., en als we in de naam van de Zoon gedoopt worden... en als we in de naam van de Heilige Geest gedoopt worden...”, en wat er op die puntjes geschreven staat. Ik denk ook aan Jezus. Hoe dikwijls lezen we van Hem dat Hij met ontferming over mensen bewogen was. Ik zou je heel sterk op Hem willen wijzen. Niet als “een simpele oplossing zoals vooral veel bidden e.d.”, zoals je schrijft. Maar om je op het spoor te zetten om de kant uit te denken dat je voor de Heere niet minderwaardig bent. Wel een zondaar! Maar de Heere roept zondaren tot Zich en zegt, in dit geval tegen jou: Je mag er zijn, wie je ook bent.
In de vierde plaats: Je schrijft dat je steeds meer het gevoel krijgt, dat satan macht in je uitoefent om je kapot te maken en bij God vandaan te krijgen. Ik kan me dat gevoel best voorstellen, want satan is op dergelijke dingen uit. Ik vraag je daarbij ook een paar dingen: Is er wat gebeurd in je leven, waardoor de satan bijzonder, meer dan bij iemand anders, aan je trekt? Bijvoorbeeld: verkeerde lectuur, verkeerde (TV-)programma’s, bepaalde occulte dingen? Als dat het geval is: belijdt het aan de Heere en breek er radicaal mee. De verleidingen van de satan zijn als de zwaartekracht: ze trekken je naar beneden. De Heilige Geest wil het andersom doen, als een magneet: Hij trekt je omhoog. Je schrijft ook dat je het gevoel hebt dat satan macht in je uitoefent, maar dat je aan de andere kant ook niet los van God bent. Heerlijk! Houd dat vast! Laat de Heere het winnen, ook al is je strijd en moeite daarmee niet direct opgeheven.
In de vijfde plaats: Heb je mensen om je heen? Ik denk vooral aan kerkelijke en gelovige mensen. Ik krijg sterk de indruk dat je die niet hebt, want je schrijft dat je moeite hebt om God dichtbij te laten komen en dat dat ook voor mensen geldt. Toch lijkt me dat, als het enigszins kan, erg belangrijk. De Heere heeft ons namelijk geschapen als ‘gemeenzame’ mensen, als mensen die kunnen praten en horen, dat wil zeggen: dat we met elkaar kunnen communiceren. Dat is niet voor niets. Ik denk dat in jouw geval een vereniging, een kring (of zangkoor) heel belangrijk is, of een paar goede vrienden/-innen, en de gemeente waartoe je behoort. Misschien wil je daar eens over nadenken. Misschien zijn er een paar vrienden met wie je je problemen kunt delen, want “een vriend heeft te allen tijde lief, en een broeder wordt in de benauwdheid geboren” (Spreuken 17:17); dat laatste betekent: als je een goede vriend(in) hebt zal blijken dat hij/zij, als je het moeilijk hebt, als een broeder/zuster voor je is. Beste vriend/vriendin, het lijkt wel of ik dat allemaal heel makkelijk schrijf. Maar ik geloof echt dat het heel bijzonder waar is.
In de laatste plaats: Je schrijft dat je probleem bij huisarts en therapeut bekend is. Ik weet niet in hoeverre dat geldt. Maar je schrijft: ze zijn geen christen. Weet je wat ik je aanraadt? Om professionele hulp te zoeken bij de Gliagg, een duidelijk christelijke instelling voor mensen met psychische problemen en problemen zoals jij hebt. Je vindt de Gliagg in verschillende plaatsen in ons land. Adressen zijn verkrijgbaar bij het hoofdkantoor in Dordrecht (078-6315040; ik hoop dat het nummer nog goed is, anders is het gemakkelijk aan te vragen). Ik denk ook aan een christenpsychiater. Er zijn er in ons land verschillenden, bijvoorbeeld psychiater R. Schoonhoven in Veenendaal. Ze kunnen je in ieder geval verder verwijzen. Je zou aan een hulpverlener willen vragen of hij met of voor je wil bidden, schrijf je. Ik denk dat dat zeker van een christenpsychiater of van iemand van het Gliagg gezegd kan worden.
Weet je wat ik heel bijzonder vind? Dat je schrijft dat je ervan overtuigd bent dat de Bijbel waar is en God en Jezus niet veranderd zijn. Houd dat vast. Dat wil niet zeggen dat je geen wegen mag inslaan van hulp van mensen. De Heere wil wonderlijk zeker in onze tijd nog werken, maar, ik schreef het al aan het begin van mijn antwoord, dat gaat dikwijls door de middelen of hulp van anderen heen.
Beste vriend of vriendin, God sterke je. Ik hoop dat je met mijn antwoord wat kunt. En vooral dat je, met Gods hulp bevrijding mag vinden. Jij mag er zijn! En de Heere wil ook voor jou een God zijn bij Wie je met je zorgen en spanningen terecht kunt. God zegene je.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief