Veel leesdiensten
B.S. van Groningen | Geen reacties | 27-11-2005| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag over de Ger. Gem. in Ned. Ik ben daar met mijn vriendin heel regelmatig geweest. Ik heb een stuk of 25-30 diensten bijgewoond. Er was van al die keren maar één keer een dominee. Dat is toch niet zoals het bedoeld is?
En nog iets viel me op. Ik vond niet dat er ook maar iets verkeerds gezegd werd, maar ik kan (en dat zie ik als een zegen, ik zeg dit niet zomaar) zeggen dat ik in mijn leven met God wandel en dat mijn bekering enkele jaren geleden begonnen is. Maar de prediking die ik daar ontving, was in mijn ogen niet voldoende 'voedsel' om de rest van de week door te komen. De zekerheid die ik had over mijn plaats in de hemel voor de dienst, verdween als sneeuw voor de zon en als de kerkdienst voorbij was, was ik zelfs ónzeker over mijn eindbestemming.
Nu vraag ik u, ligt hem dit aan mij, of is dit normaal? En als de prediking wel 'arm' is, waarom stappen er dan niet heel veel mensen uit die kerken? En zijn er dan wel bekeerden? Want je hebt toch als bekeerde honger naar het Woord en de uitleg? En niet altijd wil je horen over uitverkorenen. Je wilt er als het goed is, zelf ook een zijn! Ik hoop dat u mij kunt helpen.
Groeten van een geloofsbroeder.
Antwoord
Beste broeder in het geloof (zo eindig jij je vraag, dus ik begin er mee),
Nu is het gevaarlijk om iemand een broeder of zuster in het geloof te noemen, terwijl te hem of haar niet of nauwelijks kent. Toch doe ik het, met de hoop, de verwachting maar ook met de bede, dat het waarheid in je binnenste is.
Allereerst een opmerking vooraf: spreken over een ander kerkverband zonder ook de hand in eigen boezem te steken is riskant en ook niet altijd gepast. Maar jij hebt 25-30 diensten bijgewoond, die door jou getypeerd worden. Daar ga ik op af en ook zelf heb ik ervaringen met de prediking in dat kerkverband. Veel leesdienst, én keer een dominee. Dat is niet zoals het hoort. Bekijk je het in de andere kerkformaties nu, dan heb je gelijk. Daar is een predikanten-overschot (vergeef mij het woord), bij de Geref. Gem (in Ned) is een schromelijk tekort. Dat heeft vanzelf te maken met het toelatingsbeleid via een curatorium. De ‘eisen’ die gesteld worden zijn blijkbaar dermate hoog, dat maar een enkeling wordt toegelaten. Zo’n wijze van toelaten heeft vanzelf positieve, maar ook negatieve kanten. We gaan er vanuit dat een curatorium onder aanroepen van de Naam des HEEREN haar werk doet.
Blijft staan: weinig predikanten. Echter leesdienst (al is het een hulpmiddel) is ook Woordverkondiging. Dat moeten we niet vergeten. De Heere is in jouw leven begonnen? Hoe, onder een preek, door bijbellezen, in een gebedsworsteling, meditatie? Want... de Heere werkt door Zijn WOORD en GEEST. Dat kunnen we nooit losmaken. Jij kon met dat Woord (prediking) de week niet doorkomen. Hoe ben je er dan toch doorheen gekomen? Is het bij een constatering gebleven, of heb je toen iets anders gedaan?
Wanneer jij voor de dienst zeker mag weten dat je een gekende des HEEREN bent, dan is het toch onmogelijk dat een op zichzelf zuivere prediking jou die zekerheid ontneemt. Of het eerste is niet waar (of je verwoordt het niet goed), of het afnemen door een prediking heb je niet juist ervaren. Wat God begint, voleindigt Hij. Nu moeten we oppassen voor rekenen, redeneren en concluderen. Maar waar kwam die zekerheid vandaan en hoe kan dat binnen twee uur veranderen in pure onzekerheid, zelfs twijfel of de Heere begonnen is. Zal de Heere Zijn Woord gebruiken om af te breken? Ja, maar dat zal Hij ook weer bouwen. Mijn vraag is: hoe kwam je aan die zekerheid? Heb jij je toen niet vergist (ik vraag het in alle liefde). Dat je onder de prediking zelf steeds minder wordt, is bijbels: Hij moet wassen (groeien) en ik minder worden.
Een arme prediking? Zo ervaar jij het! Ik wil het niet ontkennen. Maar als het goed is moet de prediking rijk zijn: een rijke prediking (een rijke Christus) voor een arme zondaar. Die twee horen bij elkaar. Soms met accentverschillen, soms het én wat meer dan het andere, maar geen van beide mag ontbreken. Een appèl om de HEERE te zoeken, maar ook het vrije van Zijn genade. Hij is aan ons niets verplicht, ’t is enkel genade, wanneer Hij naar ons omziet. Bekering moet een wonder zijn en blijven.
Wanneer de Heere in je leven komt, ga je zien, dat je Hem tot nu gemist hebt. Je gaat proberen je op te knappen, heilig voor Hem te leven, maar je loopt vast, want er is geen weg van de aarde naar de hemel, maar wel een weg van de Hemel naar de aarde. Denk aan Jakob te Bethel. In een preek moet ook iedereen aangesproken worden, niet altijd bij naam, maar wel door het Woord: onbekeerden, onverschilligen, bekeerden, bekommerden, vreesachtigen, zwakgelovigen, en noem maar op.
In het leven van een ontdekte zondaar is het niet altijd eender. Het gaat soms op de toppen van het geloof naar de diepten van wanhoop, twijfel en ongeloof.
Je wilt niet altijd horen over uitverkorenen, maar je zou er wel graag bij willen horen. Sloot die prediking jou dan niet in? Dat is én van de sleutels van het hemelrijk. Of sloot dat Woord je buiten? Dan was die zekerheid misschien niet juist? Ik stel zo wat vragen. Hopelijk kun je er iets mee. Ik heb ook niet het laatste woord. Maar Gods Woord wel. Dat Woord zegt: O, alle gij dorstigen (hongerigen), komt tot de wateren... Jesaja 55. Lees dat maar eens rustig door. En het blijft staan: Ik zal ze spijzigen in mijn bedehuis. Daar wordt de rust geschonken, het vette van Uw huis gesmaakt, een volle beek van wellust, maakt HIER elk in liefde dronken.
Sterkte in alles, schrijf gerust, wanneer je nog vragen hebt, je mag via Refoweb ook persoonlijk mailen. Besef goed, God is aan geen kerkverband gebonden! Het geloof is Zijn gave. En Hij gaat door om zondaren te trekken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Dat is een troost. Wij zijn verantwoordelijk hoe we luisteren, Zijn Woord onderzoeken, Hem aanlopen als een waterstroom. De predikers (ouderlingen in de leesdienst) zijn verantwoordelijk, hoe ze met Gods Woord omgaan. Wie is tot deze dingen van zich zelf bekwaam? Niemand. Zonder Mij kunt gij niets doen. Maar... Mijn genade is u genoeg, Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Wanhoop niet aan God, wel aan je zelf en bedel om Zijn genade, Zijn Woord, Zijn ontferming. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld, maar rijken zendt Hij ledig weg.
Met een hartelijke groet van een ‘broeder’, die ook dagelijks van genade moet en mag leven, en in zichzelf alleen tekort vindt, maar met de HEERE nog nooit beschaamd is uitgekomen. Houdt aan, grijpt moed... vanuit Hem, de Vaste Rots van Behoud!
B. S. van Groningen
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.