Vrije wil van de mens
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 20-06-2006| 00:00
Vraag
Beste dominee, op dit moment ben ik bij een familie thuis die gelooft in de vrije wil van de mens. Een voorbeeld dat ze daarbij geven is Matth 22:5. Daar staat, dat ze niet wilden, dus een vrije wil... Ook al roept God, toch weigerden. Dit zou voor hen een bewijs zijn dat Calvijn fout was en wij als Calvinisten dus ook. Ik heb zelf niet zoveel kennis van de bijbel met betrekking tot vrije wil of geen vrije wil. Maar wanneer ze teksten noemen, klinken ze wel als vrije wil. Maar kunt u mij a.u.b. (met teksten) vertellen waarom zij geen gelijk hebben? Persoonlijk vind ik de vrije wil een afnemen van Gods kracht. Maar zij zeggen dat we toch elke dag zelf kunnen kiezen wat we willen, bijvoorbeeld studie, vriend, vriendin, vrouw, man enz...
Antwoord
Als het gaat over de vrije wil van de mens, ja of nee, dan moeten we goed luisteren naar het Bijbels getuigenis en dat naspreken en dat alleen. Het gaat er niet om of Calvijn gelijk heeft, of de vraagsteller of de familie waar de vraagsteller is, maar dat God gelijk heeft en gelijk krijgt in ons leven. De bijbel spreekt altijd met twee woorden.
Ik wil voorop stellen dat de God van de Bijbel een God is die zo machtig en zo gewillig is om zondaars te behouden. Laat dat diep tot je doordringen! Hoe wonder heerlijk is dat toch. De drieënige God is een gewillig God. A. God de Vader is tot ons behoud genegen (Psalm 103). Hij wil dat alle mensen zalig worden ( 1 Tim. 2) en wil niet dat er enigen verloren gaat (2 Petr. 3). B. God de Zoon: in Markus 1 lezen we dat een melaatse tot de Heere Jezus smeekt: indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. En de Heere zegt: ik wil het! En in Mattheus 23 lezen we die ontroerende tekst waar Jezus wenend zegt: Jeruzalem, Jeruzalem hoe menigmaal heb Ik uw kinderen bijeen willen vergaderen, maar gij hebt niet gewild! Zal de Heere Jezus dat straks ook tegen jou moeten zeggen en zal je dan onder het wenend oog van Christus verloren gaan? Kun je ergens in de Bijbel lezen dat de Heere, als het gaat over jou zaligheid, zegt: Ik wil niet? C. God de Heilige Geest is gewillig: in het doopformulier staat dat Hij wil toe-eigenen hetgeen wij in Christus hebben!
Nu de mens, of liever de vraagsteller: als God nu zo gewillig om jou te zaligen, Hij nodigt ernstig en welmenend. Waarom wil je niet, wat verhindert je om in te gaan op zijn oproep te komen tot de Koninklijke bruiloft? Dat niet willen, zal voor de volle 100 procent worden aangerekend. Daar ben jij bij en dat doe jij! Ons niet willen is groter dan ons niet kunnen. De onmacht is een vrucht die groeit aan de boom van onze onwil. Daarvoor ben jij ten volle verantwoordelijk en aansprakelijk! Wat hebben we toch op God tegen?
Als ik het nu van de andere kant, van Gods kant, bezie, dan is ook 100 procent waar, dat God een zondaar die niet wil (en dat doet me zo’n verdriet als ik dat ga inzien, dat ik zo dwars en weerspannig ben geweest tegen die goede God en gewillige Zaligmaker, die Zijn armen heeft uitgerekt en ook nog had uitgestrekt naar mij toe, maar ik wou niet naar Zijn stem horen, ik wilde Hem niet, ik wees Hem af!), dat God zo’n onwillige zondaar gaat gewillig maken! Hoe? Door Zijn Woord en Geest. Psalm 110 zegt dat Zijn volk zeer gewillig is op de dag van Zijn heirkracht. David zegt in Psalm 27: Mijn hart zegt mij van Uwentwege: zoek door gebeden met ernst Mijn aangezicht, en daarop zegt David: dat wil, dat zal ik doen, ik zoek de zegen alleen bij U. Het is de Geest van God die mij aanspoort om door Zijn kracht te zoeken de dingen die boven zijn waar Christus is.
In Johannes 12 zegt Jezus: Ik zal ze tot Mij trekken: Hij trekt me naar Zich toe. Hij werkt en ik heb tot nu toe slechts tegengewerkt. Maar Zijn trekkracht is gelukkig sterker dan mijn tegenspartelen. En daarom zal iedere christen roemen niet in zijn keuze maar in Gods genade! Zijn liefde zocht mij, Zijn Zoon kocht mij en Zijn Geest leidde mij. Het is door U, Heere Jezus, door U alleen! Hij trok me los met koorden van liefde en trok mij naar Zich toe. Wonderbare genade voor zo’n dwarsligger als ik!
In strikte zin heeft ieder wél een vrije wil. Die wil is niet gebonden. Bisschop Ryle spreekt er vele malen over, dat de mens een: “free agent” is. Onze wil is vrij, maar kiest vrijwillig altijd tegen God en Zijn dienst en Koninkrijk. Dat begon al bij Adam: hij koos verkeerd, zelfs bij Lot zien we dat zijn kiezen verkeerd was (Genesis 13). Alleen door de kracht van Gods Geest komt de onberouwelijke keuze zoals Ruth die maakte en gaan we net als Saulus in Handelingen 9 vragen: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal? Wij willen niet dat Jezus koning over ons is Lukas 19. Gij wilt tot mij niet komen en zo het eeuwige leven ontvangen, Johannes 5. Als wij geen vrije wil hadden zouden we zielig zijn, maar als we wel een vrije wil hebben en daarmee bewust het verkeerde kiezen, dan zijn we niet zielig, maar zondig, geen slachtoffers, maar schuldenaar. En dat is het geval met ons!
Door de zondeval is er iets vreselijks gebeurd: ons verstand en onze wil en onze liefde, zijn niet vernietigd, maar wel verkeerd gericht. Voor de zondeval waren ze alle drie gericht op God: Hem te kennen, Hem te gehoorzamen en Hem lief te hebben, dat ging bij Adam en Eva vanzelf. Na de zondeval zijn verstand, wil en gevoel als structuur van de mens bewaard (in de dogmatiek spreken we over het beeld van God in algemene zin), maar de richting is van God af. We zijn van Hem afkerig geworden en hebben een afkeer van hem gekregen. We hebben overal verstand van behalve van God, we willen alles behalve God dienen (Job 21:14: wijk van Mij) , we hebben iedereen lief behalve God.
Bij de bekering, gaat God de richting van ons verstand, wil en gevoel buigen en op Hem richten. Onze wil wordt niet gebroken, maar wel gebogen (geneigd) naar God toe. Ons verstand wordt niet nieuw, maar wel verlicht, onze hartstochten worden niet vervangen, maar wel verwarmd zodat ons koude hart gaat branden vol genegenheid voor God en Goddelijke zaken.
Laten we bidden wat Psalm 86 ons in de mond legt: Leer mij naar Uw wil te handelen/ ‘k Zal dan in Uw waarheid wand’len/ Neig mijn hart en voeg het saam/ Tot de vrees van Uwen naam!
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief