(...) Wat ik dan niet begrijp is dat veel PKN-gemeenten zich wél hervormd blijve...
Ds. B.J. van Vreeswijk | Geen reacties | 19-06-2006| 00:00
Vraag
Hersteld Hervormden mogen zich van de PKN amper meer “hervormd” noemen. Wat ik dan niet begrijp is dat veel PKN-gemeenten zich wél hervormd blijven noemen na de fusie. Een fusie maakt twee of meer kerken tot één (nl. PKN). Waarom moet de onderscheiding hervormd, gereformeerd of luthers dan tóch nog gemaakt worden? Dat geeft m.i. geen blijk van een eenheid. Kan iemand hier iets over zeggen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Mag ik eerst met je van mening verschillen? Je zegt namelijk dat de Hersteld Hervormden zich van de PKN amper hervormd mogen noemen. Dat is beslist onjuist. Niet de naam hervormd staat ter discussie maar hoe die naam zodanig omschreven wordt dat er geen misverstand kan bestaan tussen hervormde gemeenten in de PKN en de Hersteld Hervormde Kerk. Dat heeft als achtergrond dat in het maatschappelijk verkeer geen verwarring kan ontstaan en evenzo in het juridisch verkeer. Denk alleen al aan de omschrijving van een erfenis of legaat bij de notaris. Dan moet ondubbelzinnig duidelijk zijn voor wie het nagelaten geld bestemd is.
Wat je tweede vraag betreft citeer ik eerst uit de grondleggende artikelen van de kerkorde van de PKN artikel II: De Protestantse Kerk in Nederland is de voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. De Protestantse Kerk in Nederland bestaat uit al de gemeenten, te weten de protestantse gemeenten, de hervormde gemeenten, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse gemeenten.
Daarin klinkt zowel de eenheid door als de geschiedenis van de kerken waarin de gemeenten plaatselijk vaak naast elkaar hebben bestaan. Die hebben eigen tradities en ontwikkelingen en zijn niet zo maar ineen te schuiven. Dat behoeft ook niet. Indien gewenst kunnen zij onder de gezamenlijke kerkorde met een stukje eigenheid blijven voortbestaan. Zo vreemd is dat niet. Bij de totstandkoming van de Gereformeerde Kerken in 1892 waren er ook A- en B-kerken. Binnen de HHK zie je ook weer variaties tussen Gekrookte Rietgemeenten en Gereformeerde Bondsgemeenten. Wie het beroepingswerk volgt constateert dat het bepaald geen koekoekseenzang is.
Conclusie is dat eenheid betekent dat in hoofdzaken erkenning plaats heeft en op onderdelen verscheidenheid kan bestaan. Hoe groot die eenheid moet zijn en hoe groot de verscheidenheid mag zijn leidt tot heftige discussies. We moeten daarbij oppassen elkaar te verketteren. Respect voor verschillende meningen en conclusies zou al veel genormaliseerder verhoudingen geven en minder aanstoot aan onkerkelijken.
Ds. B. J. van Vreeswijk
Mag ik eerst met je van mening verschillen? Je zegt namelijk dat de Hersteld Hervormden zich van de PKN amper hervormd mogen noemen. Dat is beslist onjuist. Niet de naam hervormd staat ter discussie maar hoe die naam zodanig omschreven wordt dat er geen misverstand kan bestaan tussen hervormde gemeenten in de PKN en de Hersteld Hervormde Kerk. Dat heeft als achtergrond dat in het maatschappelijk verkeer geen verwarring kan ontstaan en evenzo in het juridisch verkeer. Denk alleen al aan de omschrijving van een erfenis of legaat bij de notaris. Dan moet ondubbelzinnig duidelijk zijn voor wie het nagelaten geld bestemd is.
Wat je tweede vraag betreft citeer ik eerst uit de grondleggende artikelen van de kerkorde van de PKN artikel II: De Protestantse Kerk in Nederland is de voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. De Protestantse Kerk in Nederland bestaat uit al de gemeenten, te weten de protestantse gemeenten, de hervormde gemeenten, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse gemeenten.
Daarin klinkt zowel de eenheid door als de geschiedenis van de kerken waarin de gemeenten plaatselijk vaak naast elkaar hebben bestaan. Die hebben eigen tradities en ontwikkelingen en zijn niet zo maar ineen te schuiven. Dat behoeft ook niet. Indien gewenst kunnen zij onder de gezamenlijke kerkorde met een stukje eigenheid blijven voortbestaan. Zo vreemd is dat niet. Bij de totstandkoming van de Gereformeerde Kerken in 1892 waren er ook A- en B-kerken. Binnen de HHK zie je ook weer variaties tussen Gekrookte Rietgemeenten en Gereformeerde Bondsgemeenten. Wie het beroepingswerk volgt constateert dat het bepaald geen koekoekseenzang is.
Conclusie is dat eenheid betekent dat in hoofdzaken erkenning plaats heeft en op onderdelen verscheidenheid kan bestaan. Hoe groot die eenheid moet zijn en hoe groot de verscheidenheid mag zijn leidt tot heftige discussies. We moeten daarbij oppassen elkaar te verketteren. Respect voor verschillende meningen en conclusies zou al veel genormaliseerder verhoudingen geven en minder aanstoot aan onkerkelijken.
Ds. B. J. van Vreeswijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B.J. van Vreeswijk
- Geboortedatum:23-08-1947
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Status:Inactief
87 artikelen
Bijzonderheden:
Ds. van Vreeswijk is overleden op 01-03-2010Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties