(...) Nu heb ik een buurvrouw die moeder is van een ventje van drie jaar (...) A...
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 19-06-2006| 00:00
Vraag
Antwoord
Beste vriendin,
De vraag die je stelde is helemaal niet zo’n vreemde vraag. Kindermishandeling, zowel lichamelijk als psychisch, komt helaas veel voor. Altijd zijn er wel ouders die hun kinderen zo behandelen dat er, soms in heel ernstige mate, sprake is van mishandeling of, wanneer het in wat mindere ernstige mate is, van verwaarlozing. Je schrijft dat je het zelf ook meegemaakt hebt en dat je weet hoe je daar getraumatiseerd door kunt zijn. Dat is zéker waar! Nu wordt je geconfronteerd met je buurvrouw die bijna de hele dag op haar driejarig zoontje foetert, zoals je schrijft. En je hoort het omdat je met het warme weer elke dag buiten bent. Het is te vrezen dat hetzelfde ook binnen gebeurt, maar dan hoor je het niet. Je vraag is: wat kun je eraan doen?
Ik vind het heel moeilijk om je daarin advies te geven. Je kunt natuurlijk naar je buurvrouw toestappen en wijzen op haar verkeerde manier van opvoeden, enz. Maar terecht schrijf je dat dat weinig zal uithalen, omdat, zoals je zegt, geen haar op het hoofd van je buurvrouw erover denkt dat zij iets fout zou kunnen doen. Ze zou bovendien boos op haar zoontje kunnen afreageren en dan is er meer verloren dan gewonnen. Of ze zou haar zoontje kunnen verbieden voortaan bij jullie te spelen en dat mag ook het resultaat niet zijn. En toch wil je je er niet helemaal vanaf maken, want je buurjongetje (en ook het jongere kind, dat wellicht hetzelfde staat te wachten) gaat je aan het hart. Mag ik eens proberen een paar dingen te zeggen?
In de eerste plaats: Bid de Heere om een ’opening’, zodat het misschien toch mogelijk is een paar dingen tegen je buurvrouw te zeggen. En bid daarbij om wijsheid, dat je de juiste woorden kunt vinden. Ik schrijf dat voorzichtig omdat ik noch jou, noch je buurvrouw ken. Maar misschien kan het ineens in een gesprek, op de koffie. Zonder verwijten! Misschien kun je een aanloop gebruiken door te zeggen dat je het vaak moeilijk vind om kinderen groot te brengen en je de buurvrouw als het ware om raad vraagt wat zij in een bepaald geval zou doen of iets dergelijks. Dus niet dat jij haar raad geeft, maar je vrà à gt haar (als het ware) om raad; geen tips géven, maar (als het ware) om tips vrà gen. Als ze dan een aantal harde of lelijke dingen van haar zoontje zegt, zou je voorzichtig kunnen zeggen dat je vindt dat hij ook lieve trekken heeft, e.d. Je zou ook voorzichtig kunnen zeggen dat je bang bent dat een harde opvoeding heel verkeerd kan uitpakken en dan vertellen wat je zelf daarvan als kind meemaakte. Maar ik begrijp hoe moeilijk het is. Zoiets kan eigenlijk alleen in een goede en vertrouwelijke verhouding met de buurvrouw, en ik weet niet of die er tussen jullie is. Maar je zou de Heere om zo’n verhouding kunnen bidden.
In de tweede plaats: Fijn dat het buurjongetje vaak bij jullie komt spelen. Je schrijft dat hij snakt naar een beetje liefde en positieve aandacht. Geef hem dat, zoveel je kunt. Waarbij ik begrijp welke moeilijkheden zich kunnen voordoen: dat hij negatieve aandacht vraagt, jouw kinderen expres plaagt en dan je reactie afwacht, enz. Allemaal begrijpelijke dingen, maar niet goed. Probeer van het jongetje te houden, hem als het nodig is kort te houden (“Nee joh, dat mogen onze kinderen ook niet”, “Nee, nou moet je eerlijk zijn, zij had de bal eerder dan jij”, enz) en hem toch de nodige liefde te geven. Moeilijk, want je eigen kinderen mogen er niet onder lijden. Aan de andere kant: heerlijk als je ziet dat je hem wat kunt geven wat hij thuis niet of te weinig krijgt.
In de derde plaats: de tijd komt, al duurt dat nog een klein jaartje, dat hij naar de kleuterschool gaat. Ik neem aan dat er dan wat structuur in zijn leven komt. En ook dat er de nodige gesprekken zullen komen met de kleuterjuf. Misschien dat dat een heilzame werking op je buurvrouw kan hebben. Misschien, maar ik zeg dat ook heel voorzichtig, kun je de zorgen die je hebt aan de kleuterschool kwijt en kan de school het jongetje en het gezin wat extra begeleiding geven. Daarbij moet je er uiteraard van overtuigd zijn dat de school met de grootste vertrouwelijkheid omgaat met datgene wat je vertelt, anders gaat het onherroepelijk mis.
In de vierde plaats: Je schrijft dat de hele buurt ’meegeniet’ van het vloeken en scheldwoorden die tegen je buurjongetje uitgekraamd worden. Is het mogelijk om er eens met (een) buurvrouw(en) over te praten? Uiteraard ook heel vertrouwelijk en zo dat de buurt zich niet tegen de buurvrouw richt, want ook dan is er meer verloren dan gewonnen. Maar een paar voorzichtige gesprekjes kunnen je misschien wat gedachten geven wat je al of niet zou kunnen doen.
In de vijfde plaats: Misschien is het mogelijk advies te vragen bij de Chris-telefoon, Dordrecht (ik weet geen telefoonnummer, maar je ziet wel eens een advertentie in de krant, of je vraagt het nummer aan), of Stichting Schuilplaats in Veenendaal (0318-526123), of Stichting Geestelijke Volksgezondheid in Utrecht (030-29712197; niet speciaal christelijk). Ze zullen je misschien niet direct kunnen helpen, maar eventueel kunnen doorverwijzen naar een bepaalde adviesinstantie.
In de zesde plaats: Kinderen kunnen sterke invloeden ondergaan van wat ze in hun kinderjaren meekregen, soms zo dat ze die invloeden nooit meer vergeten. De invloeden die je buurjongetje van zijn moeder ondergaat zijn niet best. Maar hij ondergaat ook andere invloeden, in dit geval van jou en van jullie gezin. Misschien dat je, als hij bij jullie is, dat gedurig kunt bedenken. Wat zou het geweldig zijn als hij later fijne herinneringen heeft aan een lieve buurvrouw die hem vaak beter begreep dan zijn eigen moeder, en aan een leuk gezin, dat ’nog christelijke was ook’. Waarom zou hij dan niet kunnen denken dat het goed is om christen te zijn en als christen te leven, omdat hij dat van zijn buurvrouw geleerd heeft? Moeilijk? Laat je licht schijnen, zodat het jongetje je goede werken ziet...
Ik keer terug naar wat ik aan het begin zei: kinderverwaarlozing of -mishandeling komt erg veel voor. Soms moet je gewoon belijden dat je handen tekort zijn om er wat tegen te kunnen doen. Misschien is dat in jouw geval ook zo. Toch ben je er niet helemaal los van omdat je buurjongetje je aan het hart gaat. Ik hoop dat ik je wat heb kunnen helpen. Vergeet het gebed voor het jongentje niet. En voor jezelf! Om wijsheid en liefde. Van harte Gods zegen en wijsheid erbij.
Ds. H. Veldhuizen
Naschrift van de redactie: Het is mogelijk om iedere woensdagavond via de chat van Refoweb online te ‘spreken’ met een hulpverlener van Eleos. Voor meer informatie: info@refoweb.nl
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief