Gedoemd tot de hel
Ds. Joh. Post | Geen reacties | 15-06-2006| 00:00
Vraag
ik heb een vraag m.b.t. tot de zaligheid. Nu is het zo dat ik met veel mensen omga die menen dat de zaligheid voor iedereen te 'verkrijgen' is op grond van teksten uit bijv. Johannes. Maar ik ben ervan overtuigd dat het niet voor iedereen is. Dit is een erg moeilijk onderwerp, omdat het veel te maken heeft met de toeëigening van het heil, maar misschien kan iemand hier een goed antwoord op geven. Want je komt in mijn ogen altijd met vragen als: Waarom laat God het toe dat mensen in de hel komen? En ook zit ik ermee dat sommige mensen vanaf hun geboorte al gedoemd zijn tot de hel. Wat moet ik hiermee?
Antwoord
Mijn excuses voor de zo late beantwoording.
Wanneer ik de vraag goed lees, gaat het je dus om de vraag voor wie de zaligheid is bestemd. Op de achtergrond (is het wel de achtergrond?) speelt heel duidelijk de uitverkiezing mee. Om in de verwarrende gedachten niet verstrikt te raken, wat een heel groot gevaar voor jou is, is het belangrijk om twee dingen goed te onderscheiden, namelijk enerzijds het aanbod van genade en anderzijds de uitverkiezing. Het aanbod van genade is zo ruim als de wereld is. Tot allen komt de nodiging tot het heil. Tot wie dan ook maar komt de roep om als een zondaar tot Christus te vluchten. Niemand hoeft te denken, dat het voor hem of haar niet kan. Denk maar aan de woorden uit 1 Johannes 2:2: "En Hij is een verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld." Dat wil zeggen, dat Christus voor wie dan ook maar op de aarde alleen de Zaligmaker kan en wil zijn.
Tegelijk zeg jij, dat jij ervan overtuigd bent dat het niet voor iedereen is. Uitverkiezing dus. Alleen de manier waarop jij daarover denkt heeft niet te maken met de wijze, waarop de Heilige Schrift daarover spreekt. Dat merk ik aan de vraag, die jij stelt: "Waarom laat God het toe... Vanaf de geboorte zijn er mensen, die gedoemd zijn tot de hel", zo schrijf je. Ik begin maar met een wedervraag: Kom je ergens in de Bijbel deze gedachte tegen? Natuurlijk lezen we in Romeinen 9 over Jacob en Ezau: "Jacob heb Ik liefgehad en Ezau heb Ik gehaat." Met dat laatste scherpe woord wil niet gezegd zijn, dat God een hekel aan hem had. Hij ging hem voorbij. Is dat Gods recht? "Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre", zegt Paulus.
Twee dingen. In de eerste plaats is de Heere de soevereine en heilige God, Die aan ons, kleine en nietige mensjes geen verantwoording schuldig is. In de tweede plaats, stel je voor dat er geen uitverkiezing was. Dan hing het geheel af van jezelf, of je zalig werd of niet. Reken er maar op, zo zitten wij immers in elkaar, dat niemand koos voor God, maar dat hij voortging in de weg van het kwaad en van de zonde. "Er is niemand, die God zoekt." En nu komt de Heere met de aanbieding van het heil wel naar zulke mensen toe, die er niets van willen weten. Hij laat Zich niet drijven door hetgeen Hij in jou vindt. Hij laat Zich drijven door hetgeen in Zijn hart leeft. Verkiezende liefde, zondaarsliefde, waarvoor Hij Zijn eigen Zoon over had om te lijden en te sterven aan het kruis. Geloof je dat? Ik bedoel dan, geloof je dat heel persoonlijk voor jezelf? Dat de Heere, wanneer Hij met Zijn Woord naar jou toekomt, wanneer het heilig evangelie klinkt, de oproep gehoord wordt: "Gelooft in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden," geloof je dat daarmee de Heere ook jou op het oog heeft? Dat begrijp je toch niet. Ik begrijp er niets van. Dat de Heere zo een als ik ben liefheeft, Zijn Zoon voor mij overhad, er alles aan deed om mij te redden, hoewel ik leefde in de eigen gekozen wijze van een zondig leven. Is dat geen verkiezende liefde?
Niemand van ons die wil. Een God, Die wel wil. Daarom worden er mensen gered. Is dat niet een onuitsprekelijk groot wonder? Nee, daarbij hoeft de Heere mij en jou niet te vertellen wat Hij met de buurman, met een ander voorheeft. In de aanbiedingen van de zaligheid heeft Hij jou en mij op het oog. En als ik ga geloven, dat Jezus Christus alleen mij redden kan en dat Zijn bloed mij reinigt van de zonden? Dan heffen we een loflied aan, dat de taal van de verwondering bezigt: "Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen."
Een hartelijke groet,
Putten, ds. Joh. Post
Dit artikel is beantwoord door
Ds. Joh. Post
- Geboortedatum:27-12-1955
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief