Afgedekte schaal op Avondmaalstafel
Ds. L.W. Smelt | Geen reacties | 12-06-2006| 00:00
Vraag
Bij de viering van het Heilig Avondmaal staat op de tafel een afgedekte schaal, waarin men een gave doet. Heeft dit een symbolische betekenis? Wordt dit geld voor een speciaal doel gebruikt?
Antwoord
Goed dat je dit schaaltje of kommetje of bakje opgemerkt hebt op de avondmaalstafel. Er ligt inderdaad soms nog een wit doekje op. Dan wordt het geld er een beetje onder gefutseld. Dat lijkt allemaal wat geheimzinnig. Als kind dacht ik: Moeten die mensen betalen om aan het Avondmaal deel te mogen nemen? Dat leek mij in strijd met: de bijbel. Christus heeft juist alle schuld betaald en afgelost, toen Hij riep met luider stem: Het is volbracht!
Nee, het is dus niet als betaling bedoeld. Waarom dan? Als uiting van dankbaarheid! Als je dan onder de indruk bent voor wat Christus voor je heeft gedaan, laat dat dan heel concreet merken in een extra collecte. Voor welk doel? Altijd voor de diaconie! Dus de zorg voor de armen, zieken of hulpbehoeftigen, dichtbij of ver weg. Meestal wordt er wel een concreet doel bij genoemd. Het is dan ook goed om in de voorbeden (liefst terwijl de avondmaalgangers nog aan tafel zitten; we bidden, lezen en danken toch ook aan tafel als we eten thuis; dus daarom spreek ik de gebeden uit terwijl we aan tafel zitten) de noden bij God op tafel te leggen.
De diepe bijbelse gedachte is: Op basis van de dienst der verzoening en de dienst van Christus' zelfovergave voor ons aan het kruis geven wij onszelf uit dankbaarheid terug aan God: Neem mijn leven laat het Heer', toegewijd zijn aan Uw eer... Wij laten ons inschakelen in het werk van de diaconie. Daarom geven wij een bedrag aan geld in dat schaaltje als teken daarvan dat wij ons helemaal aan God willen geven. Daartoe moeten we steeds bereidwillig gemaakt worden. Dat vraagt om dagelijkse beklering. Ons hart en hand niet toesluiten voor de behoeftige naaste, maar mild opendoen (Deut.15). Wie de lege handen opgehouden heeft als een bedelaar die Christus smeekt om genadebrood, kan het niet laten zijn hand open te doen om iets aan een bedelaar te geven.... Een kenmerk van waarachtige bekering dus.
In mijn zendingstijd formuleerde ik het zo: Aan het leven uit het “sola gratia” ontspringt de ware solidariteit. God bedient ons en daarom doen wij aan diaconie. Niet omdat het moet, maar omdat God het door Zijn Geest in ons en via ons doet!
Ds. L. W. Smelt, De Bilt/Bussum
Dit artikel is beantwoord door
Ds. L.W. Smelt
- Geboortedatum:01-06-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Bodegraven
- Status:Inactief