Het geloof (on)rechtmatig toe-eigenen
J.W.N. van Dooijeweert | Geen reacties | 03-06-2006| 00:00
Vraag
Geachte heer Van Dooijeweert, ik heb een vraag over een antwoord van u over de toeëigening van het heil. U geeft een voorbeeld van een horloge wat op de tafel ligt en als je je hand ophoudt, ontvang je het rechtmatig. Maar als je het zelf pakt, onrechtmatig. Is het mogelijk het geloof onrechtmatig toe te eigenen aan jezelf? Hoe kan ik dat weten in mijn leven?
Hoe vaak heb ik niet juist hierover de aanvechting van: je praat het jezelf aan dat je de Heere Jezus mag kennen als jouw Verlosser. Weet je het wel zeker? En ziende op mezelf is er ook niets wat ik daar tegen in kan brengen, maar juist in Hem ligt mijn heil, mijn zekerheid. Kunt u proberen uit te leggen het verschil wanneer je door Christus bloed bevrijd bent van de zonde en wanneer je denkt dat dit zo is, maar jezelf dus bedriegt? Hoe kan ik vechten tegen deze aanvechting, die zoveel pijn en verdriet geeft omdat ik dan niet meer vertrouw op de Heere Jezus, terwijl ik weet dat Hij getrouw is.
Mijn hart lijkt op die momenten wel niet meer te kunnen/willen geloven. Het voelt hard en ongevoelig tot ik weer mag zien op Jezus. Uit genade! Maar waarom laat ik mij elke keer weer leiden door de twijfel? Het voelt dan zo hopeloos, ik kan als mens niet eens mijn Heere liefhebben. Begrijpt u het een beetje?
Antwoord
Vr: U geeft een voorbeeld van een horloge wat op de tafel ligt en als je je hand ophoudt, ontvang je het rechtmatig. Maar als je het zelf pakt, onrechtmatig.
Antw: Is slechts een zwak voorbeeld om een beetje uit te drukken dat het over afhankelijkheid van ons gaat. We zijn afhankelijk van wat God geeft. En niet wat wij nemen. Aan de andere kant staat een moeilijkheid in Openbaring 22:17 “en die wil, neme het water des levens om niet.” Schijnbare tegenstellingen! Van nature is geen mens gewillig om te nemen, om te geloven om tot God te gaan om Jezus te zoeken... maar o wonder van Gods genade, Ps 110:3: “Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.” Of met de Dordtse leerregels 3/4-11: “Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.”
Vr: Is het mogelijk het geloof onrechtmatig toe te eigenen aan jezelf?
Antw: Nee dat is niet mogelijk! Het is alleen mogelijk dat je je een
“schijngeloof” aanmatigt en dat voor “echt” geloof houdt. Van dit soort geloof is er veel, maar het heeft geen waarde voor de eeuwigheid.
Vr. Hoe kan ik dat weten in mijn leven?
Antw: Ik heb voor mezelf veel gehad aan het gebed van een psalmdichter: Ps 139:24 “En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.” Als je leeft met en in een schijngeloof dan wil je liever niet aan de werkelijkheid ontdekt worden. Maar als je werkelijk de Heere lief hebt, gaat je verlangen uit naar eerlijkheid. Dan wil je niets liever dan zeker weten dat het goed is. Je hebt dan geen behoefte om gepaaid te worden met de gedachte dat het wel goed zit met je.
Vr: Hoe vaak heb ik niet juist hierover de aanvechting van: je praat het jezelf aan dat je de Heere Jezus mag kennen als jouw Verlosser. Weet je het wel zeker?
Antw: Hierbij zijn twee dingen op te merken: 1. Je opvoeding zonder mensen om je heen te hebben die leefden vanuit de zekerheid van het geloof. Er zijn mensen die opgroeien in een omgeving waarin het lijkt dat twijfel de hoogste vorm van geloof is. Je mag en kunt niet weten of je deel aan Christus hebt. Dat is alleen voor enkele uitverkorenen. Er wordt hierbij vergeten dat twijfel echt zonde is. 2. Aanvechtingen van de duivel vormen de andere kant. Hij kan je zo geniepig influisteren dat het nooit iets worden zal met je. Scheldt hem en hij zal van je vluchten, met de staart tussen zijn benen. Hij is woest als hij ziet dat een zondaar Jezus zoekt. Hij weet dat Jezus zich over mensen ontfermt die tot Hem vluchten.
Vr. En ziende op mezelf is er ook niets wat ik daar tegen in kan brengen, maar juist in Hem ligt mijn heil, mijn zekerheid.
Antw. Met zien op jezelf kom je nooit verder dan “te kort”. Juist daarom heeft de Zoon van God Zichzelf overgegeven in de dood. Je moet op Hem zien. Dan zie je de vastheid van ons geloof!
Vr: Kunt u proberen uit te leggen het verschil wanneer je door Christus bloed bevrijd bent van de zonde en wanneer je denkt dat dit zo is, maar jezelf dus bedriegt?
Antw: Het echte geloof dat de Heilige Geest werkt in het hart, geeft vastheid in het leven, verbindt aan God. Zoekt eerlijkheid en helderheid. Ziet op Jezus, verbindt aan Jezus, doet steeds meer naar Jezus verlangen.
Vr: Hoe kan ik vechten tegen deze aanvechting, die zoveel pijn en verdriet geeft omdat ik dan niet meer vertrouw op de Heere Jezus, terwijl ik weet dat Hij getrouw is.
Antw: Ik denk broeder of zuster dat er niets zo belangrijk is in deze strijd dan het Woord van God. Het is een zwaard in de hand van de Heilige Geest. Hij snijdt er de zonden mee uit ons leven en Hij verbindt ons erdoor met God. Strijdt met Efeze 6, de goede strijd des geloofs.
Vr: Mijn hart lijkt op die momenten wel niet meer te kunnen/willen geloven. Het voelt hard en ongevoelig tot ik weer mag zien op Jezus. Uit genade! Maar waarom laat ik mij elke keer weer leiden door de twijfel? Het voelt dan zo hopeloos, ik kan als mens niet eens mijn Heere liefhebben. Begrijpt u het een beetje?
Antw: Ik denk dat ik een heleboel van je probleem begrijp. Ik heb dit leven ook gekend. Maar de Heere heeft me er uit verlost. Ga met dit probleem naar de Grote Meester, Jezus Christus. Hij zal je aannemen, Hij zal je versterken met kracht in je ziel. Weet je, de Bijbel spreekt over zekerheid en helderheid... die God schenkt! Om niet!!! Ook aan jou! Houdt je oog op Hem gericht en de uitkomst zal niet falen.
Hartelijke groeten en Gods zegen toegewenst.
Evang. J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: