Roeping voor ambt van ouderling en diaken (neerleggen)
Ds. P. J. den Admirant | Geen reacties | 13-05-2006| 00:00
Vraag
Hoe moet ik het ambt van ouderling en diaken zien? Als een roeping van God? Mag je deze taak dan ook alleen maar neerleggen als God het wil en je het niet als persoonlijke keuze ziet? Ook al vraagt je gezin, werk, enzovoorts, de aandacht en kan dit door dit ambt niet goed genoeg vervuld worden? Is het dan nog verkeerd dat je er zelf mee stopt omdat het niet meer op te brengen is?
Zelf vind ik dat dit ambt ook haalbaar moet zijn. Er word vaak zo kortzichtig gedacht door mensen uit de gemeente als je opstapt. Hoe ziet u als dominee dit ambt en hoe moet je hier mee omgaan?
Antwoord
Het is goed om deze vraag openlijk uit te spreken. Ik denk dat er veel meer ambtsdragers zijn die met dit soort vragen rondlopen. Wel wil ik eerst een opmerking over de vraag zelf maken. In de vraag wordt een tegenstelling gemaakt tussen roeping van God en persoonlijke keuze (ik denk dat bedoeld is: de keuze om een ambt wel of niet te aanvaarden en om een ambt wel of niet neer te leggen). Als dit de eigenlijke tegenstelling is, wordt de vraag wel heel moeilijk. Als vraagsteller zegt u in feite (als ik u goed begrijp): als het ambt roeping van God is, kun je ambt natuurlijk nooit zelf neerleggen. Als het ambt (alleen maar) roeping van God is, dan gelden argumenten als werk en gezin niet. Als het ambt ook vrije keus is, kunnen die argumenten wel meewegen. Ik heb wat moeite met deze tegenstelling. Als het namelijk alleen vrije keus is, wordt de keuze helemaal gelegd in de handen van de ambtsdrager, die zelf bepaalt of hij stopt of niet. Dan ontbreekt het aspect van de roeping. En dat mogen we in het verkozen zijn tot ambtsdrager nooit weglaten. Dan wordt het ambt een baantje in de gemeente.
Ik zou daarom willen zeggen (zo verwoordt ook het formulier tot bevestiging van ambtsdrager het in de vragen toch ook, geheel in lijn met wat de Bijbel erover zegt) dat we door de gemeente, maar via haar door God zelf geroepen worden. Dit betekent voor mij echter niet dat er geen bijzondere omstandigheden zijn waarom iemand kan bedanken als hij verkozen is tot ambtsdrager, of onder geen enkele voorwaarde zijn ambt mag neer leggen. Evenmin denk ik dat het onjuist is te stellen dat een ambtsdrager er verkeerd aan doet zich niet meer herkiesbaar te stellen. Zelf zeg ik altijd tegen de ambtsdragers: de Heere overvraagt ons niet. Als er grondige redenen zijn waardoor het gezin er teveel onder lijdt (er zijn gezinnen die bijzondere aandacht vragen, vanwege bijzondere omstandigheden), of waardoor het werk eronder gaat lijden, dan mag dat een reden zijn om het ambt neer te leggen of geen benoeming of verkiezing te aanvaarden. Een zekere nuchterheid is hier op z'n plaats. Bovendien: als het gezin of het werk eronder gaan lijden, gaat meestal ook het ambtelijke werk er zelf onder lijden.
Een praktisch voorbeeld: iemand die chauffeur op een vrachtauto is en heel lange dagen maakt en verkozen is, zal of problemen krijgen met z'n baas als hij weigert lange dagen te maken, of hij zal zijn werk als ambtsdrager niet naar behoren kunnen doen. Daar is een gemeente ook niet mee gediend. (Uiteraard zeg ik niet dat geen enkele chauffeur ambtsdrager kan zijn, maar ik denk dat het voorbeeld duidelijk is.) Nu kan men zich afvragen: maar als iemand verkozen is door de gemeente, en daarom door de Heere, dan kun je toch niet bedanken of het ambt voortijdig neerleggen? Heef de Heere Zich dan vergist? Nee, maar we moeten wel bedenken dat er in de verkiezing ook een menselijk aspect zit. Ook kerkenraden kunnen een onverantwoord besluit nemen als men iemand op een dubbeltal stelt die gegronde redenen heeft om nee te zeggen. Zeker als de moeilijke gezinssituatie of werksituatie bekend zijn.
Nu mag het bovenstaande natuurlijk er niet toe leiden om al te gemakkelijk te bedanken of terug te treden. Het dient altijd een zaak van gebed te zijn. Dan zal de Heere rust geven op de beslissing als we moeten bedanken, of Hij zal voldoende kracht en mogelijkheden geven om het ambt op een waardige wijze te vervullen. Het is dus wel zaak dat wanneer we tot een ambt geroepen worden de roeping van Godswege heel serieus nemen. Pas als we dit biddend hebben gedaan en dan toch vrijmoedigheid hebben om het ambt niet aan te nemen of het te moeten neerleggen, kunnen we een dergelijke beslissing nemen.
Ik hoop van harte hiermee aan uw vraag recht te hebben gedaan.
Ds. P. J. den Admirant
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. J. den Admirant
- Geboortedatum:05-12-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
In 2020 met emeritaat.