(...) U zei: Ga vandaag maar tot de Heere en zeg net als Thomas: "Mijn Heere en ...
Ds. J. Koppelaar | Geen reacties | 11-05-2006| 00:00
Vraag
Antwoord
Allereerst even iets recht zetten. Het ging in de preek over 1 Korinthe 15:7a: "Daarna is Hij gezien van Jacobus." Jacobus, de broer van de Heere Jezus (Markus 6:3) had met de Heere Jezus opgetrokken totdat Deze Zijn openbaar optreden begon. En toch was hij nog niet bekeerd. In Johannes 7:5 staat ook over hèm geschreven: "Want ook Zijn broeders geloofden niet in Hem." Naar algemene opvatting kwam Jacobus pas tot bekering nadat de Heere Jezus aan hem verscheen na Zijn opstanding. En daar gaat het over in 1 Korinthe 15:7a.
Als Paulus deze gebeurtenis jaren later beschrijft heeft hij zich vermoedelijk gerealiseerd dat ook Jacobus op dat moment helemaal niet bereid was om zich tot de Heere Jezus te bekeren. Net zo min als Paulus zelf, toen de Heere aan hem verscheen op weg naar Damascus. Paulus geloofde immers voor die tijd ook niet in de Heere Jezus. Erger nog: hij haatte Hem en Zijn volk. Lees daarover Handelingen 26:10-12. Paulus en Jacobus waren dus geen van beide klaar voor de bekering. Als je over een toeleidende weg wil spreken, dan was dat in hun geval eerder een misleidende weg. Ik bedoel: de satan misleidde hen tot op het moment dat de Heere hen opzocht. En dan Thomas. Weet je, Thomas werd door zijn twijfel misleid tot het moment dat de Heere hem opzocht. Hoe ongelooflijk groot is Gods opzoekende liefde, vind je niet?!
Dus als jij nog niet bereid bent om bekeerd te worden, dan zoekt God jou toch op, zodra je in Zijn Woord leest en met name als je onder de prediking van Zijn Woord zit (Jacobus 1:21 en Romeinen 10:17; lezen hoor!). Wat ik jou en de andere luisteraars dringend heb aangeraden is om op deze opzoekende liefde van God te reageren. In dat verband heb ik de mogelijkhei ter sprake gebracht om net zo te reageren als Thomas, die zei: "Mijn Heere en mijn God" (Johannes 20:28). Jij vraagt je af of je dat mag. Ik zou het eerder om willen draaien: de liefde van God gebiedt het! Denk alleen maar aan het feit dat je elke zondagmorgen Gods belofte en liefdesverklaring aan jou hoort: "Ik ben de HEERE uw God!” (Ex.20:2a). Kun je dat zo maar naast je neer leggen? Kun je daar onbewogen onder blijven? Heeft God er geen recht op dat je daarop reageert? Ja toch?
Daarom zeg ik nogmaals: Als je niet weet hoe je op deze belofte en liefdesverklaring moet reageren, doe het dan maar zoals Thomas: "Mijn Heere en mijn God!" Je zult dit of iets anders moeten zeggen tegen de Heere om Hem te leren kennen als jouw Heere. De Bijbel noemt dit geloof. Als je het niet doet bega je dezelfde vreselijke fout als vele mensen in Israël, die wel geloofden dat de Heere Jezus een machtige prediker was en ongelooflijke wonderen deed, maar Hem niet als God wilden erkennen (Lees bij voorbeeld Johannes 6:29 en 40 wat er nodig is om de Heere te leren kennen en lees over het verdriet van de Heere Jezus als je dat niet wil, in Lukas 19:41-44).
Je vraagt mij: "Hoe moet hier dan mee omgaan?" Ik antwoord: "Je mag met Hem omgaan!"
Ds. J. Koppelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Koppelaar
- Geboortedatum:06-11-1949
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Abbenbroek
- Status:Inactief