Een afgesneden zaak
Ds. C.J.P. van der Bas | Geen reacties | 29-11-2003| 00:00
Vraag
Graag zou ik u willen vragen om iets te schrijven over "een afgesneden zaak". Dat heeft toch de Heere Jezus ook doorleefd toen Hij door Zijn Vader verlaten was? Zelfs door God verlaten te zijn. Dat moet toch iedere waarachtige Christen doorleven?
Antwoord
Beste vraagsteller(ster),
De vraag/vragen die je stelt zijn niet helemaal van de eenvoudigste soort. Dat heeft te maken met het feit dat het bijbelgedeelte waarin de uitdrukking "een afgesneden zaak doen" voorkomt, gaat over Gods verkiezend handelen. We lezen er namelijk over in Romeinen 9 vers 28.
Om een en ander goed te kunnen plaatsen is het nodig dat je een drietal verzen in Romeinen 9 gelezen hebt namelijk vers 27 t/m 29: "En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde. En gelijk Jesaja tevoren gezegd heeft: Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten, zo waren wij als Sodom geworden en Gomorra gelijk gemaakt geweest."
Wat willen deze verzen zeggen? God is een God van recht. Hij oefent op Zijn tijd Zijn recht uit. Hij wacht daarmee niet tot in het eindeloze.Een keer snijdt Hij de zaak af. De zaak die Hij heeft tegen mensen die bij Hem in de schuld staan. En dan weet je wel: daar is niemand van uitgezonderd. Dat is pijnlijk waar van ons allemaal. In dit verband schrijft Paulus: Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten, zo waren wij als Sodom geworden en Gomorra gelijk gemaakt geweest. Hij wil zeggen: Als God niet anders had beschikt, dan zou het met ons allemaal gaan zoals het met de steden Sodom en Gomorra is gegaan.
God zal een afgesneden zaak doen op de aarde. Dat betekent dus: God zal op Zijn tijd Zijn recht uitoefenen over ons. En Hij doet ons geen onrecht aan, wanneer Hij ons allemaal behandelt zoals die goddeloze steden van weleer behandeld zijn. Zou God niet anders doen dan Zijn récht laten gelden, dan zouden wij allemaal veroordeeld worden en dan zou God ons allen afsnijden. Zo zuiver is Gods recht en zo verdorven zijn wij. Het is alleen aan Gods eeuwige raadsbesluit te danken, aan Zijn verkiezende liefde, dat niet heel het volk Israël verloren gaat en dat niet heel de mensheid verloren gaat. Het gaat terug op Zijn keuze gedaan vanaf de eeuwigheid voor bepaalde mensen (die net zo zondig zijn als alle anderen) dat niet allen verloren gaan. En van daaruit gaat het terug op de Persoon en het werk van Christus en op de Persoon en het werk van God de Heilige Geest, dat niet allen verloren gaan. Door Hem komt het, dat er een deel behouden wordt!
Kort gezegd (voor het geval het bovenstaande toch te ingewikkeld is): Paulus wil in Romeinen 9 vers 27-29 zeggen: Zou God alleen een rechtszaak met ons houden, dan zouden we allen verloren gaan. Dan zou Hij met ons allemáál een afgesneden zaak doen. Dankzij Gods verkiezend welbehagen is er toch een deel van de mensheid dat behouden wordt.
Met deze informatie ga ik terug naar je vragen: 1. Betekent de uitdrukking "een afgesneden zaak": zelfs door God verlaten zijn? In zekere zin: ja. God zal Zijn recht Zijn loop laten hebben. Dat betekent het als Paulus schrijft: God zal een afgesneden zaak doen. Het gevólg daarvan is, dat de betreffende mensen hun verdiende straf krijgen, dat wil zeggen: Voor eeuwig van God verlaten zullen zijn.
2. Heeft de Heere Jezus dat afgesneden zijn door God doorleefd? Ja, Hij heeft de rechtsuitoefening van God de Heere moeten doorstaan. Hij heeft het vonnis van God moeten verdragen aan het kruis: de rechtvaardige straf over de zonden van vele mensen: de Godverlatenheid.
3. Moeten wij dat ook doorleven? Het gevólg van Gods rechtvaardig oordelen over ons kùnnen wij in dit leven niet doorleven. We zouden er door worden verteerd in een oogwenk. Ik meen wél te mogen zeggen, dat ieder die de enige troost in leven en sterven heeft leren kennen, weet heeft van de rechtvaardigheid van Gods oordeel: Zo iemand zal erkennen, geloven en doorleven dat God geen onrecht had gedaan, wanneer Hij met hem of haar een afgesneden zaak had gedaan. Lees bijvoorbeeld de vragen 10 en 11 van de Heidelbergse Catechismus er maar eens op na. En uit de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 1, paragraaf 1 en hoofdstuk 2 paragraaf 1 en hoofdstuk 3 en 4 paragraaf 1 t/m 3.
Hiermee is de vraag, voor zover het in mijn vermogen ligt, beantwoord. Alleen, ik kan het niet laten om de vragensteller(ster) er dringend toe uit te nodigen om de genoemde gedeeltes uit de belijdenissen van de kerk niet alléén te lezen. Mag ik je aansporen om zowel in de Heidelbergse Catechismus dóór te lezen (met inbegrip van de bijbelgedeelten waar naar verwezen wordt?) en in de Dordtse Leerregels in elk van de hoofdstukken óók door te lezen? En vooral: Zondag 23, vraag en antwoord 60 (opnieuw) uit de Heidelbergse Catechismus! Daar kan je voor je zelf persoonlijk veel van leren! Die woorden uit zondag 23 wijzen je de weg die God biedt aan mensen voor wie het een afgesneden zaak geworden is!
Je merkt het: Een vraag stellen, daar kan je tenslotte een hoop huiswerk aan overhouden. Ik wens je van harte toe, dat het je tot zegen mag zijn.
Woudenberg, ds. C. J. P. van der Bas
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J.P. van der Bas
- Geboortedatum:23-03-1960
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Woudenberg
- Status:Inactief