Waarom noemt Johannes de Farizeeërs “adderengebroed”
Ds. M.F. van Binnendijk | Geen reacties | 06-03-2006| 00:00
Vraag
Waarom noemt Johannes de Farizeeërs “adderengebroed”. Wist hij toen al hoe ze in elkaar zaten? Kreeg hij dat inzicht van God, of zo?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Mattheüs 3 : 8 en 9 verklaren ons veel. Daar lezen we, als vervolg op de aanspraak "gij adderengebroedsels" uit vers 7: "Brengt vruchten voort, de bekering waardig. En meent niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader, want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken."
Wie inzicht van God heeft ontvangen, maar ook gezond verstand en een zekere mensenkennis, die je opdoet door met mensen om te gaan, die zal tot verrassende ontdekkingen komen en tot nog verrassender uitspraken. Maar eenvoudige Schriftkennis brengt een mens al tot veel inzicht. Wanneer de adder (ook de woestijnadder) bekend staat als gifslang, en Psalm 140 : 4 zegt: "Addervergif is onder hun lippen", dan mag door ingeving van de Geest de evangelist Johannes tot deze uitspraak zijn gekomen.
Excurs: De slang is het eerste en laatste dier (de oude slang) dat in de Bijbel genoemd wordt. De slang verleidde de mens tot zonde en werd daarom vervloekt onder het vee en onder al het gedierte van het veld. De slang komt in heel Israël voor, waarbij niet minder dan 35 soorten worden aangetroffen, waarvan zeven zeer giftig zijn. Zes van deze zeven bevinden zich in de woestijn (vgl. Deut. 8 : 15). God zond als straf vurige slangen (Numeri 21 : 4-9). Gifslangen bijten eerst in hun slachtoffer, waarna ze in de wond gif laten druppelen. vandaar dat we spreken van slangenvenijn (venijn als het engelse venom). Zeer berucht is de Palestijnse adder (Vipera palaestina). Slangen vallen onder de onreine dieren. De Bijbel noemt ze zelfs "één stuk zonde" die voor God een gruwel zijn (Deut. 14:3). Zijn methoden zijn verraderlijk. De stam Dan zou zijn “als een slang op de weg, als een hoornslang op het pad, die in de hielen van een paard bijt, zodat de rijder achterover valt” (Gen. 49:17).
Slangen kunnen zich zodanig in het woestijnzand ingraven, dat alleen hun ogen bovengronds zichtbaar zijn en op prooi loeren. Als je ze aanraakt met een voet, die alleen een sandaal draagt, is de kans om gebeten te worden erg groot. De Heere Jezus geeft Zijn apostelen macht "om op slangen te treden... en niets zal u enig kwaad doen" (Luk. 10 : 19).
Het is niet bepaald vleiende als niet alleen Johannes, maar ook Jezus de schriftgeleerden en Farizeeën “adderengebroed” noemt (mat. 23 : 33). Huichelaars waren ze, die er slangenmethoden op na hielden. Vergelijk ook Jesaja 59 : 5, waar deze benaming Gods volk zelf onder de aandacht wordt gebracht.
De aanduiding “draak” in met name het boek van de Openbaring, duidt vooral op het verslindende karakter van de slang. De oude slang, de satan, verleidt de hele wereld en verslindt haar. Eenmaal wordt hij geworpen in de poel van vuur en zwavel en hij zal gepijnigd worden in alle eeuwigheid (Openbaring 20 : 9-10).
Ds. M. F. van Binnendijk,
Capelle aan den IJssel
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'