Rechtvaardig zijn en voorleven
Ds. A. Kot | Geen reacties | 16-05-2025| 09:00
Vraag
In Mattheüs 25:35-46 wordt er gesproken over de mensen die rechtvaardig zijn en onrechtvaardig. De mensen die rechtvaardig zijn hebben daden voor God verricht. Ook in Psalm 146 wordt uitgelicht dat God de rechtvaardigen lief heeft, omdat ze zichzelf niet op de eerste plaats hebben gezet, maar er voor anderen zijn geweest. Jezus was ook zo! Ik begrijp het niet helemaal.
Klopt het dan dat bekeerde mensen dan ook bekend moeten staan om hun goede werken? Want rechtvaardigen zijn bekeerde mensen. In mijn omgeving zie ik bekeerde mensen aan de kleding, maar niet in hun daden. Ook praten ze er nooit over en kan ik als onbekeerde niet jaloers op hen worden. Mogen zij dan wel rechtvaardigen genoemd worden?
Antwoord
Beste vragenstel(l/st)er,
Het is een belangrijk onderwerp dat je aansnijdt. Een onderwerp ook waar veel mensen mee zitten of tegenaan lopen.
Is de rechtvaardiging door het geloof of door de werken? Het is een vraag die ook wel gesteld wordt vanuit de vermeende tegenstelling tussen Paulus en Jacobus. Maar er is geen tegenstelling. Men zou kunnen zeggen het is beide waar. Een predikant zei ooit eens: de rechtvaardiging voor God is door het geloof en de rechtvaardiging voor de mensen uit de werken. Hij bedoelde: een zondaar is voor God rechtvaardig door het geloof, maar de mensen kunnen hem alleen rechtvaardig verklaren als zij zijn goede werken zien. Een christen verlangt goede werken te doen en zal ze doen (vergelijk zondag 24 Heidelbergse catechismus).
Maar daarmee zijn we er niet. Het is nog niet zo eenvoudig met die goede werken.
(a) Allereerst ziet een kind van God ze niet zo goed bij zichzelf. Hij zal er in ieder geval niet in roemen. Paulus zei van zichzelf dat hij vleselijk was en verkocht onder de zonde, een ellendig mens. Hij moest het allemaal hebben van Christus en Zijn werk. Een kind van God is evengoed geneigd tot het kwade, kan in zonde vallen en moet bewaard worden tot het eeuwige leven.
(b) Vervolgens zien mensen de daden van Gods kinderen niet altijd als goede werken. Mensen spreken nogal eens kwaad van God kinderen en knechten. Verdraaien nogal eens hun woorden en bedoelingen. Proberen hen nog wel eens in een kwaad daglicht te stellen. Paulus zei al dat hij aller uitvaagsel en afschrapsel was. Hij had niet eens de meeste last van de wereld maar van de kerk van die dagen. De voorbeelden zijn er te over: wat had Christus verkeerd gezegd of gedaan? Hij sprak en deed alleen maar goed. Toch werd Hij belasterd, een vraat en wijnzuiper genoemd en als een Godslasteraar aan het kruis genageld. Wat hebben de christenen in bijvoorbeeld Noord-Korea verkeerd gedaan of gezegd dat zij in kampen gestopt worden, gemarteld en heropgevoed moeten worden? Ook in onze dagen kan het voorkomen dat er allerlei kwaad over Gods kinderen wordt uitgestort hoewel zij voor God begeren te leven, naar het Woord proberen te wandelen en Christus liefhebben.
(c) Dan zijn er ook nog allerlei verschillende opvattingen tussen christenen. Het gebeurt nogal eens dat zij het met elkaar oneens zijn. Wat voor de een zonde is, is dat voor een ander niet. Het is geen zeldzaam verschijnsel dat zij elkaar daarom verbijten en veroordelen. Dat is allemaal niet goed, maar het is wel realiteit. Er zijn veel dingen waarin geldt: een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.
(d) Tenslotte leven we in een gebroken wereld waarin niet alle zaken kunnen worden opgelost. Er zijn veel dingen die Gods kinderen ook graag anders zouden zien, in de kring van het gezin, familie, maatschappij, kerk, wereld. Dingen die anders zouden moeten maar die toch praktisch, tenzij God een wonder doet, niet anders kunnen gaan. Dat maakt ook het verdriet van een ware gelovige uit. Dan mag gebeden worden om en uitgezien worden naar het wonder. Maar dan mag hij ondertussen zijn zaken ook in de handen van de Heere leggen. En uiteindelijk een beroep doen op de alwetendheid van God. Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb.
Dan voor de helderheid: wat is een goed werk? Zondag 33 leert ons op grond van de Schrift: ze komen voort uit een waar geloof, zijn gericht op de eer van God en overeenkomstig het richtsnoer van Gods wet. Wanneer een christen leeft uit deze bron, volgens deze norm en gericht op dit doel is het werk in de ogen van God goed. Elke levende christen zal hieruit wensen te leven. Verder zijn de werken van Gods kinderen niet goed te noemen.
Rechtvaardigen zijn dus mensen die in Christus rechtvaardig zijn voor God door het geloof en vanuit die levende band met de Heere Jezus ook rechtvaardig willen leven in deze wereld (daar hoort ook de barmhartigheid van Mattheüs 25 bij). Al ligt dat, zoals hiervoor aangegeven, lang niet altijd eenvoudig.
Laat het vooral een persoonlijke vraag worden en zijn: ben ik rechtvaardig voor God?
Je ds. A. Kot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Kot
- Geboortedatum:25-12-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Huizen
- Status:Actief

Bijzonderheden:
Bekijk ook: