Heilig avondmaal in de bank houden

A. J. C van Gent | Geen reacties | 11-04-2025| 19:08

Vraag

Komende zondag hopen wij de bediening van het Heilig Avondmaal te hebben in de gemeente, zelf ben ik daar veel mee bezig. Wanneer mag je aangaan, hoe weet je dat het ook voor jou is? Ik kan niet ontkennen dat er nooit iets in mijn leven gebeurd is en het is mijn dagelijkse gebed of ik tot Zijn eer mag leven, maar dagelijks kom ik er weer achter dat ik te weinig gestreden heb, dat mijn geloof -als het dat al is- te kort, te klein en te zwak is. Overal in mij zijn gebreken en dat doet mij de schreeuw uit mijn hart gaan: geef mij Jezus of ik sterf! En die bede is echt niet altijd duidelijk aanwezig, maar er zijn tijden en ogenblikken dat ik de zaligheid in een Ander mag zien liggen en dan gaat mijn hart zo uit tot God, dat ik wel zou willen sterven om nooit meer zonde te hoeven doen.

Toen onze dominee het volk ging tekenen dat aan mag komen, zag ik daarin wel iets van mezelf, maar ik vrees zo dat het nooit waar geweest is. Gisteravond las ik in een boek waarin het avondmaalsformulier uitgelegd wordt (van ds. Van Aalst), voor wie het avondmaal is ingesteld. Voor diegenen voor wie de zonden van harte leed zijn. Hoe weet ik zeker of dat bij mij zo is? Voor diegene die begeren voortaan zich aan ál Gods geboden te houden. Maar toen zei die dominee zo dat de huichelaars dat ook wel willen, behalve hun boezemzonde. Hoe weet ik dan of ik me aan ál Zijn geboden wens te houden? Ik kan daar zo mee strijden en ja, ik weet dat ik bij Hem moet zijn, maar hoe kom ik daar nu? Om als een arme, ellendige, doodbrakende zondaar alles te vinden in Hem. Ik zie al de zaligheid in Hem liggen, maar hoe kom ik daar nu?

Er zijn vele zaken gebeurd in mijn leven die in God alleen liggen, maar wat is nu een goede grond om aan te gaan? Ik ben alleen nog wel dooplid, maar toch, hoe kan ik dan in de bank Heilig Avondmaal houden?

Zou het lukken om deze vraag voor zondag door Hans van Gent te laten antwoorden? Ik hoop het!

Groeten van een twijfelende jongere.


Antwoord

Lieve twijfelende jongere,

“Geef mij Jezus of ik sterf!”, schrijf je recht uit het hart. In jezelf gebrekkig, zondig, onrein, zwak en elke dag kom je weer tot de conclusie: te kort! Vriend of vriendin, het zal ook nooit wat met jou en mij in onszelf worden. Waarom niet? Jij en ik zijn goddelozen (Psalm 14:1; 53:2; Romeinen 3:10). Dat blijkt wel: strijden lukt niet, geloven gaat ook al niet en je zakt door de mand als je wilt leven tot Gods eer. 

Kom, loop eens mee naar de Olijfberg. Daar spreekt Jezus tegen Zijn discipelen: “Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in deze nacht” (Mattheüs 26:31). Dat is voor Petrus toch wat te veel: “ik zal nimmermeer geërgerd worden”, en: “al moest ik ook met U sterven” (Mattheüs 26:33-35). Petrus zal strijden, hij zal Hem niet verloochenen, hij zal… Ja, wat zal Petrus eigenlijk? Petrus kon zelfs niet uit zichzelf geloven, want de Heere zegt: “maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude” (Lukas 22:32). Met elkaar lopen ze verder. Naar de hof Gethsémané. Petrus, Jakobus en Johannes mogen zelfs nog wat verder met de Heere Jezus mee. Jezus vraagt hen om te waken. Zelf gaat Hij dieper de hof in, valt voor Gods aangezicht en bid vurig. Ondertussen zijn de discipelen natuurlijk strijdend aan het waken, toch? “En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet één uur met Mij waken?” (Mattheüs 26:40). Zo gaat het de tweede en derde keer opnieuw. Slapen in plaats van waken. Ze zakken allemaal door de mand. Jezus heeft de strijd alléén gestreden. Niet alleen omdat Zijn kinderen geen kracht hadden en mensen Hem niet konden helpen. Jezus heeft de strijd alleen gestreden, maar deed dit uit gehoorzaamheid en gewillig: “Mijn Vader, …, Uw wil geschiede” (Mattheüs 26:42). Zo is de Heere Jezus alléén bespot, gegeseld, veroordeeld, geslagen, gekruisigd. Voor wie? Voor zondaren, voor goddelozen, voor mensen zoals Petrus, ja, voor al de Zijnen. Door Zijn kruisdood en opstanding heeft Christus de mogelijkheid om zalig te worden bewerkt, maar heeft Hij ook daadwerkelijk redding en verzoening tot stand gebracht voor al Zijn kinderen. De zaligheid ligt dus buiten de zondige mens, zoals ook het doopsformulier al schrijft dat de “zaligheid buiten onszelven” is, namelijk in de Heere Jezus Christus alleen. Zonder Hem sterven jij en ik. Hoor maar: “Geef mij Jezus of ik sterf!” En toch, luister ook voor het eerst of opnieuw naar Zijn stem: “Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke” (Johannes 7:37). Christus is de Bron van het levende water. Hij nodigt om tot Hem te komen. Het Evangelie roept: Kom! Kom! 

‘Ja maar’, zeg je misschien, ‘mijn vragen gaan over het Heilig Avondmaal en dat is voor Gods kinderen en de oproep uit Johannes 7:37 is de Evangelieboodschap.’ Daar heb je gelijk in, want de Evangelienodiging komt tot allen, terwijl het Avondmaal is ingesteld voor de volgelingen van de Heere. Toch schrijf ik het bewust. In je openhartige gedachten en worstelingen lijkt het dat je nog veel in jezelf zoekt en graaft. Je zegt dat je niet kan ontkennen dat er nooit iets in je leven is gebeurd, maar je gebreken zijn te veel, het gebed is niet altijd aanwezig, je vreest dat het nooit waar is geweest, enzovoorts. Ik vul even wat gedachten verder in: ‘had ik maar minder gebreken, deed ik maar minder zonde, wist ik maar dat ik echt berouw over de zonde heb, kon ik maar oprecht begeren Zijn wet te houden, ja… dan…!’ Zou dat zo zijn? Nee, het is te kort en nogmaals: het zal nooit wat worden uit jezelf. Is het dan hopeloos? McCheyne schrijft: “Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt…” Wat ontdek je dan? Een goddeloze: ik! De weggelopen zoon in Lukas 15 kwam ook tot die ontdekking en wat deed hij? Hij ging naar zijn vader en beleed: “Vader, ik heb gezondigd tegen de Hemel en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden” (Lukas 15:21). Concreet wijst McCheyne aan jou en mij ook de weg: “Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered; (…) ik boog me en geloofde, en mijn God sprak mij vrij.” Zie op Hem! Zoals Mozes de slang op een stang moest oprichten en als iemand keek, dan werd vervuld: “zo zal hij leven” (Nummeri 21:9). Zie daarom niet op jezelf en zoek het leven niet in jezelf, want daar vindt je het leven nooit. Waar vind je het wel? Op Golgotha waar het Lam Gods werd opgericht. Zie op Hem, dan wordt vervuld: zo zal hij/zij leven. Dan hoor je McCheyne: “Nu ken ik die waarheid (…) dat Christus alléén mijn Gerechtigheid is.” Goed lezen: geen eigengerechtigheid, geen gerechtigheid in jezelf, niets van dat alles, nee, Christus alleen is zijn Gerechtigheid! 

Het Heilige Avondmaal is door de Heere Jezus ingesteld om te doen tot Zijn gedachtenis. Voor wie? Voor hen die de toevlucht hebben genomen tot Jezus Christus, die in Hem geloven en waarvan geldt dat Christus alleen hun Gerechtigheid is. Dat gaat er niet om of je geschikt bent, of dat je het goede gevoel erbij hebt, of dat je nog precies ervaringen uit het verleden weet, enzovoorts. Het tweede stuk van de beproeving uit het avondmaalsformulier wijst op het geloven van “deze gewisse belofte Gods (…), dat hem al zijn zonden vergeven zijn, en de volkomen gerechtigheid van Christus hem als zijn eigene toegerekend en geschonken is…” Het derde stuk wijst op de gezindheid van het hart om voortaan in ware dankbaarheid “en voor het aangezicht Gods oprecht te wandelen”. Onmogelijk in onszelf, maar voor de Heere en Zijn Geest zijn alle dingen mogelijk. Geloof je Gods belofte? Verlang je naar het wandelen met Hem, zoals Henoch wandelde met God? Zie je de vervulling van Gods wet en Zijn Evangelie in de Jezus Christus en Zijn offer? Schuil je achter het bloed van Jezus alleen? Heb je Hem lief? Of, nog lager afgedaald, durf je te ontkennen dat je deze Zaligmaker liefhebt? 

Lieve vriend of vriendin, hoe het in je hart en leven ligt is een zaak tussen de Heere en jouw hart. Als antwoord op je vraag wil ik je wel meegeven dat met het aangaan aan het Heilige Avondmaal niet wordt beleden “dat wij in onszelven volkomen en rechtvaardig zijn”, maar juist dat “wij ons leven buiten onszelven in Jezus Christus zoeken.” Het avondmaalsformulier is nog uitgesprokener: “zo bekennen wij daarmee dat wij midden in de dood liggen.” Wanneer mag je aangaan en hoe weet je dat het ook voor jou is? Heel eenvoudig: als je de Heere van harte liefhebt. Hoe komt die liefde? “Omdat Hij ons eerst liefgehad heeft”, schrijft Johannes aan de gelovigen in Azië (1 Johannes 4:19).

Aan het einde van je vraag schrijf je iets waar ik bewust nog niet op in ben gegaan. Je bent nog dooplid en kerkelijk gezien is het Heilig Avondmaal in principe alleen voor belijdende leden toegankelijk. Maar als je de Heere liefhebt, kan het ook een aansporing zijn om belijdeniscatechisatie te gaan volgen en op Zijn tijd geloofsbelijdenis af te leggen. Voor mensen die niet aangaan wordt – soms terecht en soms onterecht – de uitdrukking gebruikt om dan ‘Avondmaal in de bank’ te houden. Omdat je dooplid bent, ga ik uit van het goede gebruik van deze uitdrukking. Dit wijst erop dat je gelooft en ervaart dat, zoals het brood wordt gebroken en de wijn wordt vergoten, de Heere je hartelijk liefheeft en trouw is. Of, zoals het avondmaalsformulier heerlijk en ontroerend schrijft: “… dat Ik voor u (daar gij anders de eeuwige dood hadt moeten sterven) Mijn lichaam aan het hout des kruises in de dood geve, en Mijn bloed vergiete, en uw hongerige en dorstige zielen met dit Mijn gekruisigd lichaam en vergoten bloed tot het eeuwige leven spijze en lave…” 

“Ik voor u…” 

In Hem ligt alles. In Wie? In Jezus Christus en Die gekruisigd!

Laat je zo in alles leiden door Gods Woord en Zijn Heilige Geest en ik wens je vele goede en gezegende (zon)dagen toe en vooral om als een ‘onheilige heilige’ voor het eerst of steeds meer te (gaan) wandelen met God. 

Ps. Ik weet niet wie jij bent, maar in je aanhef noem je specifiek mijn naam. Je hebt alle vrijheid om anoniem te blijven, maar als jij mij kent hoef je wat mij betreft geen drempel te voelen om nog eens door te spreken.

Met mooie groet,

A.J.C. van Gent

Lees meer artikelen over:

Heilig Avondmaal
Dit artikel is beantwoord door

A. J. C van Gent

  • Geboortedatum:
    28-10-1990
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Heinenoord
  • Status:
    Actief
19 artikelen
A. J. C van Gent

Bijzonderheden:

Docent economie en godsdienst | Ouderling

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

De Hobbit (vervolg)

Na onlangs deze vraag en antwoord gelezen te hebben, heb ik de volgende vraag. “The Hobbit” en “Lord of the Rings” zijn volgens de beantwoorder geen christelijke boeken. Als we kijken naar de achtergr...
Geen reacties
11-04-2014

Uitgestippelde weg van de Heere vertrouwen

Hoe kan ik vertrouwen blijven hebben dat de Heere mijn weg heeft uitgestippeld? Ik zal de situatie uitleggen: Momenteel heb ik een vast 0-uren contract voor onbepaalde tijd in de gehandicaptenzorg. De...
Geen reacties
11-04-2016

Grens van aanpassen aan mensen

Hoever moet je gaan in het aanpassen aan mensen (uit respect) die de bijbel letterlijker of anders opvatten dan jij zelf? Je mag geen aanstoot zijn maar je moet toch ook jezelf blijven, zonder hypocri...
Geen reacties
11-04-2006
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering