Traditie rond rouwkleding
N. (Nico) van Steensel | Geen reacties | 20-11-2024| 11:52
Vraag
Wat zijn binnen de Gereformeerde Gemeenten de gebruiken wat betreft rouwkleding in de tijd na overlijden van een man of vrouw? Hoe lang, zwarte kleding, enzovoort. Wat zijn hier de termijnen voor? Ik weet dat dit steeds meer persoonlijk wordt ingevuld, maar wat is hierin de traditie?
Antwoord
Gebruiken van rouwkleding zijn -voor zover ik kon vinden- nooit onderwerp van kerkelijke bespreking geweest. Rouwgebruiken zijn streekgebonden en kerkelijke gemeenten hebben zich doorgaans aangepast aan wat in de streek gebruikelijk is.
In de 19e eeuw is rouwkleding een algemeen gebruik geworden. Daarvoor was dat alleen bij de hogere kringen zo, mede ook vanwege de hoge kosten. Aanvankelijk was wit de rouwkleur (ook bij de begrafenis van prins Hendrik 1934), maar sinds 1900 is zwart de meest gebruikte rouwkleur.
Binnen de rouw werd onderscheid gemaakt tussen verschillende stadia van het rouwproces. Voor naaste familieleden onderging men eerst een periode van volle rouw (ook wel eerste of zware rouw), waarin de rouwregels het strengst waren. Tijdens deze fase werd men geacht zeer sober gekleed te gaan. Een fundamentele regel was dat alles wat men droeg mat van kleur moest zijn: niets mocht reflecteren. Sieraden en glanzende materialen waren daarom niet toegestaan.
Daarna onderging men fases van halve rouw (ook wel tweede rouw genoemd) en lichte rouw, waarin de regels iets versoepeld werden. Naast zwart werden kleuren als grijs en paars toegestaan, bovendien mocht men overgaan op stoffen als matte zijde, eventueel met een licht motief. In deze rouwfases mochten er ook weer sieraden worden gedragen, al hoorden deze wel bescheiden te zijn. Fonkelende juwelen en glanzende stoffen mochten pas weer uit de kast gehaald worden als men volledig uit de rouw was.
Voor tantes, ooms, neven en nichten was het niet nodig om de volle rouw aan te nemen. Voor een overleden echtgenoot duurde de rouw het langst: weduwen waren vaak meerdere jaren in de rouw, en kozen er soms zelfs voor hun rouwdracht nooit meer af te leggen. Qua snit volgde rouwdracht grotendeels de heersende kledingstijlen.
Het wetboek van mevrouw etiquette in 24 artikelen (1893) stelt dat een vrouw voor haar echtgenoot 2 a 3 jaar rouwt, voor overleden ouders stond een rouwperiode van een jaar en 6 weken tot 2 jaar, voor grootouders en broers en zusters een half jaar of negen maanden. Men onderscheidde ook wel zware rouw en lichte rouw. In de rouw gekleurde kleren dragen werd als zeer ongepast en ongevoelig gezien.
Groskamp vermeldt voor 1940: “Rouw voor echtgenoten, ouders en kinderen duurt 18 maanden, waarvan 6 maanden zware rouw, zes maanden halve rouw en zes maanden lichte rouw.
In sommige gedeelten van het land is dit: drie maanden zwaar, zes maanden half, zes maanden licht: dus 15 maanden in totaal. In sommige streken wordt 1 jaar en zes weken zwaar gerouwd, gevolgd door 1 jaar en zes weken lichte rouw voor zeer nabestaanden en een half jaar en zes weken voor familie in de tweede graad. De perioden zijn dus streekafhankelijk.”
Na de eerste wereldoorlog kwam er vrij snel een einde aan de intense en ingewikkelde manier van rouwen die in de 19e eeuw was ontstaan. Dit heeft onder andere te maken met het enorme verlies aan mensenlevens tijdens de oorlog. Men dacht dat het slecht zou zijn voor de moraal van burgers en van soldaten met verlof als er voortdurend een groot deel van de bevolking in de rouw was. Ook de veranderende rol van de vrouw tijdens en na de oorlog speelde een rol. Steeds meer vrouwen werkten buitenshuis en konden daardoor niet maandenlang in het zwart gekleed gaan.
Na de Tweede Wereldoorlog verdween in grote delen van de West-Europa de gewoonte om rouwkleding te dragen. Ook koninklijke families dragen tegenwoordig meestal geen rouwkleding meer als het overleden familielid eenmaal is begraven. Na het overlijden van Prins Friso hebben de koning en koningin twee weken zwarte kleding gedragen bij officiële gelegenheden. In Zuid- en Oost-Europa is het dragen van rouwkleding zeker onder oudere vrouwen echter nog wel gebruikelijk.
In elk geval in het westen van het land is het dragen van rouwkleding na de begrafenis zeldzaam geworden. Kerkelijke voorschriften zijn er niet.
Bron onder andere: Amy Groskamp-Ten Have “Hoe hoort het eigenlijk”?
Lees ook: 'Rouwkleding'
Dit artikel is beantwoord door
N. (Nico) van Steensel
- Geboortedatum:19-12-1955
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Dordrecht
- Status:Actief