God kan toch ingrijpen? (2)
J.W.N. van Dooijeweert | Geen reacties | 01-03-2006| 00:00
Vraag
Ik wil nog even reageren op het antwoord 'God kan toch ingrijpen?' van meneer J. W. N. van Dooijeweert. Bedankt voor uw antwoord. Het was heel duidelijk en ik heb er heel veel aan gehad. Nu zit ik met een aantal andere vragen. Er zijn predikanten die zeggen dat wij Jezus niet kunnen aannemen. Dit is waar lijkt mij, maar toch moeten we wel op Gods uitnodiging ingaan om te komen. Door te zeggen dat je Jezus niet kunt aannemen lok je een afwachtende houding uit. Of zie ik dat verkeerd?
Dat lijkt me ook zo met de uitverkiezing. Er is wel uitverkiezing, maar God weet alleen wie wel en wie niet. Toch hoor je er geregeld over in de kerk. Maar waarom zou zoiets zo vaak aan de orde komen? Daar hoeft een mens zich toch niet druk over te maken? Die dingen zijn van God en daar moet een mens van afblijven. Hier gaan mensen ook vaak door denken dat het voor hen niet mogelijk is om behouden te worden. Een mens moet bezig gaan met de hun behoud en niet met dingen die ze niet weet.
En ook de vraag of Jezus voor alle zonden van de wereld is gestorven, draag ik bij me. Het offer van Jezus is voldoende voor alle zonden van alle mensen, maar niet alle mensen willen Zijn vergeving ontvangen. Zo is dat toch? Ik hoop dat u me wederom kunt antwoorden.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Natuurlijk is het waar dat wij Jezus niet kunnen aannemen. Maar toch zegt de Bijbel (en niet een predikant of andere mens): Joh 1:12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. Lieve broeder of zuster, jong of nog jonger: Laat je toch niet in de war brengen! Als jij God gaat zoeken, geeft God je de kracht om Jezus aan te nemen tot Verlosser. Nooit heeft iemand in de geschiedenis van Gods Kerk het tegendeel ervaren. Je zou het moeten kunnen vragen aan een Augustinus bijvoorbeeld, die zich helemaal aan de zonde gegeven had... Maar God bekeerde hem en hij nam Jezus aan... Of aan Paulus, hij vervolgde de gemeente. Jezus was voor hem niets! God bekeerde hem en hij nam Jezus aan. Waardoor? Eigen kracht? Eigen licht? Eigen inzicht? Nee, maar door het werk van Gods Geest.
Je zegt: Door te zeggen dat je Jezus niet kunt aannemen lok je een afwachtende houding uit. Of zie ik dat verkeerd?
Je geeft inderdaad zelf al antwoord door deze opmerking. En daar ligt het grote probleem. Vaak worden deze waarheden gebruikt, gehanteerd, door mensen die er achter weg willen kruipen. Je kunt het niet, dus doe je het niet. Er zijn er die het wel doen en die hebben dan voor hen een “gestolen Jezus”. Nou, hoe dat kan, “een gestolen Jezus” hebben is voor mij een raadsel. Je kunt Jezus niet stelen. Hij wordt “door God geschonken” aan arme zondaren. Velen onder ons leven zonder enige pijn met de wetenschap: “Ik kan Jezus niet aannemen”. En het doet hen niets. Zij wachten maar af of er ooit iets zal gebeuren in hun leven, en zij sterven zonder Zaligmaker. In de Bijbel lees ik: Zij bekeerden zich niet.
Verder zeg je: Dat lijkt me ook zo met de uitverkiezing. Er is wel uitverkiezing, maar God weet alleen wie wel en wie niet. Toch hoor je er geregeld over in de kerk. Maar waarom zou zoiets zo vaak aan de orde komen? Daar hoeft een mens zich toch niet druk over te maken? Die dingen zijn van God en daar moet een mens van afblijven.
“Gods verkiezende liefde” is voor mij een onuitsprekelijk wonder! Het is nog iets heel anders dan het dogmatische woord: “de uitverkiezing”. In het eerste klinkt de liefde van God. In het tweede klinkt vaak de hardheid van de mens. Uitverkiezing is naar het Woord van God: Efeze 1:4: “Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde”; 1 Petrus 2:9: “Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” Zowel Petrus als Paulus geloven in de uitverkiezing naar Gods welbehagen. Maar dan een uitverkiezing in Christus. Ingeënt in de ware wijnstok, is ieder gelovige uitverkoren tot het eeuwig leven. Hij is niet uitverkoren omdat hij of zij beter was dan de anderen. Een ding is heel belangrijk bij het denken en spreken over uitverkiezing: Er zijn twee zaken: Aan de ene kant: Gods verkiezende liefde... en aan de andere kant: onze verantwoordelijkheid tegenover God en tegenover ons eigen ziel. Eens zei een predikant: Hiermee is het net als met wee spoorrails. Je moet ze laten liggen. Evenwijdig, en in het oneindige komen ze bij elkaar. Zo is het ook met verkiezing en verantwoording. Uiteindelijk komen ze in de eeuwigheid samen: Gods soevereine genade was de bron van mijn zaligheid.
Je vervolgt je vraag met: Hier gaan mensen ook vaak door denken dat het voor hen niet mogelijk is om behouden te worden. Een mens moet bezig gaan met de hun behoud en niet met dingen die ze niet weet.
Over de uitverkiezing kun je beter niet strijden. Je kunt beter de Heere aanlopen als een waterstroom, om Zijn genade. Hij laat Zich verbidden. Hij wacht op je om je genadig te zijn (In Christus, om Christuswil). Velen strijden voor de uitverkiezingsleer en roepen nooit tot God om genade. Als je genade mag ontvangen en Jezus mag leren kennen als je Zaligmaker dan ga je ontdekken hoe groot de “verkiezende liefde”van God was... Hij keek naar mij om, omdat hij me lief had met een eeuwige liefde.
Je zegt verder: En ook de vraag of Jezus voor alle zonden van de wereld is gestorven draag ik bij me. Het offer van Jezus is voldoende voor alle zonden van alle mensen, maar niet alle mensen willen Zijn vergeving ontvangen. Zo is dat toch?
Dit is heel correct. De schuld van het verloren gaan van duizenden en duizenden ligt niet in de waarde van Christus offer, maar daarin dat mensen Hem niet willen zoeken als hun Verlosser. Hem in wezen niet willen aannemen. De schuld ligt ook niet in het niet “kunnen” maar in het niet “willen.”
Je besluit: Ik hoop dat u me wederom kunt antwoorden.
Tevreden? Ik niet helemaal. Maar hoe kun je dat allemaal op papier duidelijk weergeven. Ik werk hele dagen met woorden, hier in Peru. Dat is gemakkelijker. Dan kun je iets herstellen wat niet helemaal duidelijk is. En dan is papier minder gemakkelijk.
Gods zegen toegewenst en wacht je voor de strikken van de lijdelijkheid! Zoek de Heere!
Groeten, J. W. N. van Dooijeweert, Peru
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: