Zonden van David niet vermeld
Ds. A.I. Kazen | Geen reacties | 18-11-2024| 14:57
Vraag
Van David zijn, ondanks dat hij “de man naar Gods hart” was, veel zonden bekend. Toch staat er in 1 Koningen 15:5: “Omdat David gedaan had wat recht was in de ogen des HEEREN, en niet geweken was van alles wat Hij hem geboden had, al de dagen zijns levens, dan alleen in de zaak van Uría, den Hethiet.” Dat verbaast op het eerste gezicht toch wel, want de Bijbel geeft op andere plaatsen nog wel andere zonden aan. Hoe moeten we dit duiden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Dank voor je vraag! Het is mooi en goed om, als er bij het Bijbellezen vragen rijzen, deze niet te laten voor wat ze zijn, maar juist op zoek te gaan naar antwoorden. Graag zoek ik met je mee naar een antwoord op je vraag waarom er in 1 Koningen 15:5 geschreven wordt over David, die “gedaan had wat recht was in de ogen van de HEERE, en niet geweken was van alles wat Hij hem geboden had, al de dagen van zijn leven, dan alleen in de zaak van Uria, de Hethiet” terwijl we wel meer ‘zwarte bladzijden’ uit Davids leven in de Bijbel meekrijgen. Denk bijvoorbeeld aan zijn zonde van de volkstelling.
Het is inderdaad een vers waarbij je even je wenkbrauwen fronst. En je afvraagt: klopt het wel wat hier geschreven is? Wordt hier niet al té positief over David, de man naar Gods hart, geschreven? Het is goed om in zo’n geval als dit te kijken naar de bedoeling ervan. En als we dit doen, dan wordt duidelijk dat er in 1 Koningen 15 verhaald wordt over Abiam, die aantreedt als koning van Juda (het tweestammenrijk). Abiam volgt zijn vader Rehabeam, de zoon van Salomo en kleinzoon van David, op.
Helaas lezen we van koning Abiam dat hij “wandelde overeenkomstig alle zonden van zijn vader, die deze vóór hem gedaan had, en zijn hart was niet volkomen met de HEERE, zijn God, zoals het hart van zijn vader David” (vers 3). Ondanks Abiams zondige levenswandel, waarvan geldt: zo de koning, zo het volk, laat de Heere de ‘lamp’ van het huis van David branden in Jeruzalem. Het Davidisch koningschap en -huis zal bij Abiam niet ophouden vanwege zijn zonden, maar hij zal opgevolgd worden door zijn zoon. Dit is echter niet te danken aan Abiam. Het is ook geen verdienste van hem. De Heere doet dit “omwille van David” (vers 4), “omdat David gedaan had wat juist was in de ogen van de HEERE, en niet was afgeweken van alles wat Hij hem had geboden, alle dagen van zijn leven, behalve in de zaak van Uria, de Hethiet” (vers 5).
Zo lijkt het dat de instandhouding van Davids nageslacht op de troon dan wel te danken is aan David en dat het zíjn verdienste is. Gelukkig is dit niet zo. Gods belofte aan David en dienst nageslacht gaat aan het hart en de levenswandel van David vooraf en gaat daar bovenuit. Gods belofte zoals die in 2 Samuël 7:12-16 te vinden is.
In vers 5 wordt verder niet gezegd dat David geen andere zonden gedaan heeft dan zijn overspel met Bathseba en de moord op haar man Uria. Dit zijn wel zijn meest in het oog springende zonden geweest, die diepe sporen in zijn leven en dat van anderen hebben getrokken. Zonden waarover David uiteindelijk ook diep berouw heeft gekregen, lees onder andere Psalm 51 maar, en waarvan hij mocht weten dat ze hem alleen door Gods genade vergeven zijn.
Maar hoe zit het dan met andere zonden in Davids leven, waarom worden die hier achterwege gelaten? Ik vermoed dat het iets te maken heeft met wat er in vers 3 en in hoofdstuk 11:4 over David geschreven staat. Daar gaat het over Davids hart dat volkomen met de Heere was. Juist bij zijn zonde met Bathseba is Davids hart niet op de juiste plaats: het klopt op dat moment niet voor de Heere, maar voor Bathseba. David geeft zijn hart aan haar, in plaats van aan en ten koste van de Heere.
Kortom (zoals ik ooit eens ergens gelezen of gehoord heb): als je zonder God en buiten Christus leeft, loop je achter de zonde aan. Gretig om er in te leven. Door wedergeboorte, geloof in Christus en bekering tot God, levensvernieuwing ga je de zonde haten, en ervandaan vluchten. Wat gebeurt er echter? Nu loopt (holt!) de zonde achter jou aan en krijgt je veel meer te pakken en laat je veel vaker struikelen dan je lief is. Bij Davids zonde met Bathseba, en de zonden die daaruit voortvloeien, rent David, de man naar Gods hart, echter weer achter zijn eigen hart en achter de zonde aan en bleef hij erin liggen en in leven toen hij de zonde van de lusten van zijn vlees botvieren, overspel, al snel te pakken had. En het heeft lang geduurd voordat David hieruit opstond zich berouwvol (be)keerde tot God.
Dit alles wordt ons, ten overvloede, ter waarschuwing beschreven!
Het is een langer antwoord geworden dan ik vermoedde toen ik aan de beantwoording begon. Hopelijk is het helpend voor je!
Hartelijke groet en Gods zegen ,
Ds. A. I. Kazen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.I. Kazen
Bijzonderheden:
Bekijk ook: