Lid worden van ouderenbond

P. Speelman | Geen reacties | 18-11-2024| 08:04

Heb ik als christen een ouderenbond nodig om staande te blijven in deze wereld tot Hij komt? De Protestants Christelijke Ouderenbond (PCOB) werkt tegenwoordig samen met het seculiere Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO). Is dat niet in strijd met 2 Korinthe 6, zowel tussen de beide bonden als wanneer ik daar lid van zou zijn?

Beste christen,

Uw vraag, bestaande uit twee vragen, zijn relevante en belangrijke vragen, daar begin ik mee. Ik wil ze ook graag bespreken, maar sta mij toe eerst iets anders te zeggen.

De tekst die u noemt, 2 Korinthe 6:14-17, deed mij direct denken aan een gebeurtenis, wel 50 jaar geleden. Wij waren aan het evangeliseren op straat met een groep jongeren uit verschillende kerken, waaronder ook enkele broeders uit de plaatselijke Pinkerstergemeente. Op een gegeven moment stond er een bekend iemand uit een orthodoxe gemeente naar ons te kijken en sprak mij aan. Hij vond dat wij niet konden evangeliseren samen met mensen uit de plaatselijke Pinkstergemeente. “Want”, zei hij en haalde toen bovengenoemde tekst aan. Een verdrietig en triest gebruik, of misschien beter gezegd misbruik, van een Bijbeltekst. Wat is het belangrijk om de Bijbel goed te lezen maar ook juist te citeren.

De door u genoemde tekst is best een moeilijke tekst om in het dagelijks leven inhoud te geven. We zijn “in” deze wereld, maar we zijn niet “van” deze wereld. Onze Heere Jezus zegt in Johannes 17 vers 15: “Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze.” In 1 Korinthe 10:23 e.v. schrijft Paulus hoe om te gaan met de mensen van de wereld. Als hij dan schrijft over het geweten, dan niet zijn eigen geweten maar het geweten van de ander. Zo zou ik ook naar uw vraag willen kijken. Niet zozeer de vraag wat doet het mij? Maar wat doet het die ander. Kan ik vanuit mijn overtuiging die ander tot zegen zijn?

In 2 Korinthe 6:14-17 waarschuwt Paulus ons ervoor om geen deel te hebben aan de duistere werken van de boze. Dat is ook waar Jezus ons voor wil behoeden. In dit gedeelte gaat het over twee werelden die niet samen kunnen gaan. Als eerste is er de wereld die aan ons trekt, waar we middenin staan, maar die ook zal verdwijnen. Het is de wereld waar de duivel macht heeft en waar ongelovige mensen doen en willen en verlangen wat zij belangrijk vinden. We staan allemaal in deze wereld

Die andere wereld is de plaats waar God is. Het is de plaats waar het licht het wint van de duisternis, waar alles zuiver is, waar liefde het wint van haat. Het is de plaats van eeuwig leven.
Als mensen kunnen we kiezen tussen het goede en het kwade, tussen één van beide werelden. Dat is mooi, maar ook confronterend. Want dat betekent dat je ook vandaag opnieuw kunt kiezen tussen goed en kwaad. En helaas is het niet zo dat het kwade geen invloed meer op ons heeft. Het vormt nog steeds een gevaar, ook als je gelovig bent.

En dat is precies waar wij elke dag mee worstelen. Hoe kan ik in het dagelijkse leven verschil zien tussen deze twee werelden? Hoe weet ik zeker dat ik Gods wil doe? Of word ik er alsnog ingeluisd door de duivel? Bezit ik dat onderscheidingsvermogen om verschil te zien tussen goed en kwaad? Groei ik hier überhaupt nog in, of blijf ik hier elke dag mee worstelen?

Deze vragen en twijfels gaan samen met geloven. Je zou kunnen zeggen dat het worstelen hiermee onderdeel is van geloven. God vraagt van ons die strijd aan te gaan. Strijden houdt ook in dat we er moeite voor moeten doen. Het herkennen en onderscheiden van deze twee werelden gaat niet vanzelf.

Jezus gebruikt in het evangelie van Johannes woorden om deze werelden uit te leggen. We zijn wel ín de wereld, maar niet ván de wereld. Wat Hij hiermee bedoelt is dat we in een wereld leven waarin we gebrokenheid zien. Er zijn verleidingen en gevaren van alle kanten. En daar zijn we zelf onderdeel van. We kunnen niet aan de zijlijn blijven staan, maar we maken daar zelf onderdeel van uit. Dat maakt het ook zo lastig om te onderscheiden wat goed en kwaad is.

We hebben als het ware andere ogen nodig om de dingen van God in de wereld te zien. En daar moeten we ons voor inspannen. De wereld zoals we het als gelovigen zien heeft een dimensie die je kunt zien en ervaren, maar ook een geestelijke dimensie. Die geestelijke werkelijkheid is niet minder ‘echt’, maar misschien wel lastiger te onderscheiden. Jezus is in het Bijbelgedeelte in Johannes radicaal. Hij noemt de beide werelden bij naam en legt uit wat deze betekenen. 

Maak voor uzelf eens zo’n radicaal lijstje. Leg uw eigen leven hiernaast. Wat in uw leven heeft duidelijk te maken met de ‘wereld’ van God? Zijn er ook gewoontes en situaties waar u afstand van wilt nemen, omdat ze niet overeenkomen met Gods ‘wereld’? 

De vraag: “Heb ik als christen een ouderenbond nodig om staande te blijven in deze wereld tot Hij komt?” lijkt mij hiermee ook beantwoord. Wij hebben Christus nodig. Meer hebben we niet nodig, met minder kunnen we niet toe. Eerlijke, echte en belangrijke gewetensvragen.

Hartelijke groet,
Piet Speelman

Dit artikel is beantwoord door

P. Speelman

• Geboortedatum:
  12-04-1950
• Kerkelijke gezindte:
  Evangelische Gemeente
• Woon/standplaats:
  Folsgare
• Status:
  Actief

17 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven