De uitverkoren wereld
Ds. T.A. Bakker | Geen reacties | 31-10-2024| 12:33
Vraag
Een vraag over Johannes 6. Jezus zegt hier steeds dat Hij het Brood des Levens is en meerdere malen dat het gaat om geloof in Hem Alleen door het geloof in Jezus kun je het eeuwige leven verkrijgen. Jezus spreekt steeds over geloven en over niet geloven. Daar gaat het om.
Mijn vraag: Er wordt steeds gesproken over geloof en ook twee keer over wereld (Johannes 6: 33, 51). Er zijn mensen die wel geloven en het eeuwige leven verkrijgen en mensen die niet geloven en daardoor het eeuwige leven niet verkrijgen. Ik vind het erg verwarrend wat er in de kanttekeningen staat en vraag me af of dit wel juist is. In de kanttekeningen zie ik bij vers 33 staan als uitleg bij wereld: “dat is de uitverkorenen en gelovigen door de gehele wereld, gelovigen zowel heidenen als joden.”
En bij vers 51: “Mijn menselijke natuur die Ik aan het kruis zal overgeven tot en verzoenoffer voor de zonden de uitverkorenen van de gehele wereld opdat dezelfde daardoor vergeving der zonden en eeuwige leven verkrijgt.” Is dit niet een verwarrende uitleg hoe dit verwoord is in de kanttekeningen? Uitverkorenen en gelovigen? Om hier het “uitverkorenen” te noemen? Dat zegt Jezus hier Zelf niet. Hij heeft het over geloven of niet geloven. Wel dat Hij weet wie er niet gaat geloven (vers 64).
Wordt hier in deze uitleg, door deze kanttekening, niet de uitverkiezing in de Evangelieverkondiging betrokken terwijl Jezus hier zelf niet over spreekt? Is dit niet kwalijk? Is het woordje “wereld” hier wel juist vertaald? Gaat een uitleg hier niet juist voor verwarring zorgen waardoor zoveel mensen worstelen met de uitverkiezing?
Familiedagen 29, 30 en 31 oktober
Familiedagen is hét evenement voor jong en oud, vol activiteiten, workshops en entertainment. Geniet samen van een onvergetelijke dag vol plezier, inspiratie en gezelligheid!
Antwoord
Beste vragensteller,
“Wereld” in het Johannesevangelie is een vertaling van het Griekse woord kosmos en betekent ‘de van God vervreemde wereld’. Die wereld is door het eeuwige Woord van God (Gods Zoon) gemaakt, maar heeft Hem niet gekend (Johannes 1:10). Johannes laat in hoofdstuk 1 dus meteen al zien dat de wereld een verdorven wereld is. Ergens anders zegt hij dat het licht wel in de wereld is gekomen: Jezus Christus is de wereld gaan bestralen. Maar de wereld koos voor het donker in plaats van voor het licht (Johannes 3:19). Over de wereld wordt dus niet veel goeds gezegd. Maar God laat die wereld niet los! Zo lief had God die van Hem afgevallen en vervreemde wereld dat Hij aan die wereld Zijn enige Zoon gaf (Johannes 3:16)! Met maar één doel: dat die wereld verlost wordt van het eeuwig verderf en het eeuwige leven zou hebben. En dat leven krijgt “ieder die in Hem gelooft” (Johannes 3:16).
Dat brengt me bij Johannes 6, waar jouw vraag over gaat. Je zou dit hoofdstuk kunnen lezen als een beeldende uitwerking van Johannes 3:16. Jezus maakt Zich daar bekend als het levende Brood uit de hemel dat is neergedaald. Dat wil zeggen dat Hij, de Zoon van God, mens is geworden. Maar daar blijft het niet bij. Jezus zal Zijn leven geven! Hij zegt: “En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees.” Wij mogen weten dat Hij dat gedaan heeft. Met welk doel? Dat zegt Hij Zelf: “hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld” (Johannes 6:51). Dat lees je ook in vers 33: “Die aan de wereld het leven geeft” (Johannes 6:33). Die verloren, verdorven, verdoemelijke wereld, dááraan geeft God Zijn Zoon en geeft Christus Zichzelf! Wat een troost voor iemand die met de wereld op één hoop is geworpen, zoals ds. H. F. Kohlbrugge dat zegt. Voor iemand dus die erkent en beleeft ‘wereld’ te zijn!
Betekent dat dan dat alle mensen zalig worden? Dat staat er niet. Johannes 6 maakt duidelijk dat het gaat om het persoonlijk komen tot Christus, het eten van het Brood, Zijn vlees, en het drinken van Zijn bloed (Johannes 6:35, 51, 53, 54). Anders heb je géén leven (Johannes 6:53). Ga je hier theologisch over doordenken, dan komt de uitverkiezing om de hoek. Jezus zegt Zelf: “Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen” (Johannes 6:37). Dat de Vader mensen aan de Zoon heeft gegeven, dat wil zeggen uitgekozen, is dus óók een werkelijkheid. Daar wijzen de kanttekenaren terecht op. Ten diepste is het de trekkende liefde van de Vader als zondaren die de duisternis liever hebben gehad dan het licht tóch tot het Licht komen. Puur en alleen genade dus!
Het is inderdaad wel de vraag of je de verkiezing moet verbinden aan het woord ‘wereld’. Als we gaan lezen dat God het leven schenkt aan de uitverkoren wereld, doen we geen recht aan de reikwijdte van het aanbod van genade. Nee, Jezus is niet in de plaats van alle mensen gestorven (Hij stierf voor de gelovigen), maar er is wel een gestorven Christus voor alle mensen! In het beeld van Johannes 6: als je honger lijdt, ligt het aan jezelf, want ook voor jou is er Brood! Bid dat de Heilige Geest je leert om steeds weer en meer te eten van dat Brood, want dan zul je nooit meer honger hebben.
Hartelijke groet,
Ds. T. A. Bakker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. T.A. Bakker
- Geboortedatum:07-02-1995
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Giessendam-Neder-Hardinxveld en Sliedrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: