Hel- en verdoemenispreek van Jezus
Ds. C. Budding | Geen reacties | 03-10-2024| 15:25
Vraag
Mattheüs 23 is een ‘hel- en verdoemenispreek’ van Jezus voor de farizeeën en wetgeleerden. Ik begrijp Zijn aversie tegen hun schijnheiligheid, maar in de kerk hoor ik vaak een oproep tot bekering (om Gods eeuwige toorn te voorkomen dankzij vergeving) terwijl hier Jezus zegt: ga maar door met zondigen! Bijna alsof Hij de moed opgaf en zegt: jullie komen toch sowieso wel in de hel. Was hun genadetijd dan al definitief afgelopen ín hun leven? Ik hoor toch vaak: straks is het te laat, maar nu is het nog de dag der zaligheid!
En ook bleken er na Jezus’ dood orthodoxe leiders (stiekem) tóch in de Heere te geloven gezien Zijn begrafenis. Ik ben nu een beetje in de war omdat sommigen geen ‘kans’ (hoop) meer lijken te krijgen, maar dan had Jezus toch de macht om hen dan maar direct te laten sterven zodat met de komende zonden (die Hij ‘spottend’ aanmoedigt) hun straf niet nog des te zwaarder zou worden?
Antwoord
Beste vragensteller,
Je stelt een begrijpelijke en goede vraag. Mattheus 23 is een aangrijpend gedeelte waarin de Heere Jezus spreekt over twee verschillende groepen: De Schriftgeleerden en de Farizeeën. Dat is best bijzonder, want veel Farizeeën waren geen Schriftgeleerden. Het gaat hier dus over twee groepen, die leidinggeven (in het godsdienstige Israël) die consequent genoemd worden. En Zijn rede over deze groepen wordt aangehoord door de menigte en de discipelen. En juist vanwege het godsdienstige karakter van Zijn boodschap wordt Jezus door hen aangevallen. Het felst zijn de Schriftgeleerden die Zijn leer en daden beoordeelden. Maar ook van de Farizeeën die Zijn optreden afwijzen. Je zou zeggen: De theologen en de volkspartij vinden elkaar in de afwijzing van de Heere Jezus.
En juist dát stelt de Heere Jezus aan de kaak. Ik denk dat je Mattheus 23 mag zien als een preek die waarschuwt tegen de afwijzing van Hem. Eén is Uw Meester, namelijk Christus; en u bent allen broeders (vers 8). Jezus spreekt het “wee” uit over die groepen (Schriftgeleerden en Farizeeën) die Hem afwijzen. Inderdaad, hij stelt hun huichelarij aan de kaak en hun blindheid (vers 26). Wat klinkt het hard uit Zijn mond om te lezen: Jullie zijn witgepleisterde graven, van buiten wel mooi, maar van binnen de dood. Het probleem van hen is dat ze veel te hoog met zichzelf staan. En dat resulteert in afwijzing van Hem die gekomen is om zondaren te redden en te behouden.
Nu, zou je kunnen zeggen dat de laatste teksten uit dit gedeelte al iets laten zien van iets wat definitief over hen besloten was. Ik geloof dat de Heere Jezus hier profetisch spreekt en wij weten de uitkomst. Zij hebben Hem aan het kruishout genageld. Maar als ik je vraag goed lees, dan is het dit: Waren zij dan al in dit leven “uitverkoren” om Hem af te wijzen, zodat zij voor eeuwig in de hel gestoten zouden worden (vers 33)?
Nee, zo mag je dat niet zeggen. Ook hier proef ik de liefde en bewogenheid van de Zaligmaker, die inderdaad ziet hoe rampzalig de gevolgen zijn van de afwijzing van Hem! Want, Mattheus 23 blijft geen eens beperkt tot de twee groepen van Schriftgeleerden en Farizeeën. In vers 37-39 spreekt Hij over “Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toegezonden zijn. Hoe vaak heb ik uw kinderen bijeen willen brengen op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels, maar u hebt niet gewild.”
Je ziet dat de Heere Jezus ook hier de nadruk legt op de eigen verantwoordelijkheid. Dat gold niet alleen voor Farizeeën en Schriftgeleerden, maar voor ieder individueel mens. Zo luisterden ook de menigte en Zijn discipelen, waarvan er één Judas heette. Daarom zie ik Mattheus 23 als een scherpe waarschuwing waar juist zoveel liefde in zit, om Farizeeën, Schriftgeleerden, maar ook heel Zijn volk tot Hem te trekken, zodat zij Hem zouden kennen als Verlosser en Zaligmaker.
Helaas is de profetie uitgekomen. De leiders van het volk met de menigte daarachter riepen: “Kruis Hem! Kruis Hem!” En zij hebben Hem aan het kruis genageld, maar dat gold niet voor iedereen. De geschiedenis heeft bewezen dat deze scherpe preek vrucht gehad heeft. Inderdaad, Nicodemus mocht een volgeling worden. En later zal blijken dat er nog meerderen zouden komen: Saulus van Tarzen (Handelingen 9:29) en Apollos (Handelingen 18:24-28).
Daarom mag je deze boodschap zien in het licht van het totale evangelie, dat Gods Koninkrijk baan breekt, dwars tegen alle weerstand heen. Het is een indringende waarschuwing aan allen die de Christus, de Gezalfde van God, afwijzen. Het strekt des te meer tot verantwoordelijkheid om Hem te zoeken. En wie Hem zoeken worden door Hem niet afgewezen.
Met vriendelijke groet,
Ds. C. Budding,
Hervormde gemeente De Bron te Urk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Budding
- Geboortedatum:20-04-1973
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: