Numeri goed bestudeerd

Ds. G.K. Terreehorst | Geen reacties | 05-09-2024| 09:47

Over het Bijbelboek Numeri heb ik een aantal vragen, nadat ik het in zijn geheel heb gelezen.

1. In Numeri 4 gaat het over “de strijd strijden” wat betreft de tabernakel. Heeft dat iets te maken met “de strijd des geloofs strijden”, een uitdrukking die vaak wordt gebruikt? Of is dit iets heel anders?

2. Numeri 12:3 zegt hoe zachtmoedig Mozes was, meer dan alle anderen op aarde. Als Mozes dit Bijbelboek heeft geschreven, is het dan niet opvallend dat dit er staat? Zou hij dat over zichzelf hebben gezegd?

3. Numeri 16 beschrijft hoe Korach nederdaalt ter helle; in de King James staat “the pit” (de grond/put?). Hoe dan ook, er staat dat hij erin valt met al wat hem toebehoort. Maar later lezen we dan toch dat de kinderen van Korach niet stierven. Ook wordt er vaak gesproken over Korach, Datham en Abiram; maar de naam van Og staat in dit rijtje toch ook nog vermeld? Hoe zit dat?

4. Wat betekent het “tot uw volken verzameld te worden” als het gaat over sterven? Is dat letterlijk te nemen of is dat het lichaam wat begraven wordt bij de voorvaderen?

5. In Numeri 27 staat hoe Jozua door de wet van Urim zal weten wat hij moet doen. Wat moet ik me hierbij voorstellen?

6. En nog over Bileam… meerdere keren staat: “hij hief zijn spreuk op” (King James: his parable). Is dat een tovenaarsspreuk?

7. De laatste vraag (het zijn er een heleboel!) heb ik over Numeri 14:21. Terwijl God het volk gaat straffen vanwege het ongeloof na het verslag van de verspieders, staat er een opmerkelijke belofte: “Doch zekerlijk, zo waarachtig als Ik leef, zo zal de ganse aarde met de heerlijkheid des HEEREN vervuld worden!” Hoe past dat in deze context? Gaat dit over de eeuwige toekomst, aangezien het gaat over “de ganse aarde”? Of is het een straf voor de Joden dat niet alleen Israël, maar heel de wereld vervuld zal worden? Ik vind het een hele mooie en rijke belofte, maar snap het niet zo goed in de context rondom het oordeel van God.

Beste vragensteller,

Dank voor al je vragen, waaruit blijkt dat je het Bijbelboek Numeri goed bestudeerd hebt. Tegelijk zijn het heel veel vragen die heel verschillende zaken aansnijden. Ik zal proberen antwoord te geven maar wil je ook doorverwijzen naar andere boeken. Zo kan ik voor bepaalde uitleg over de betekenis van teksten de Bijbel met uitleg aanraden of de HSV-studiebijbel. Zij geven vaak goed inzicht in de achtergronden van een Bijbelboek en bepaalde teksten. Ook kan het helpen om verschillende Bijbelvertalingen met elkaar te vergelijken. Dit helpt vaak om de betekenis van een bepaalde zin duidelijk te maken. Verder zijn er vele boeken met uitleg over Numeri te vinden, die uitgebreider uitleg geven dan ik hier kan doen. Om toch antwoord te geven het volgende:

1. De Hebreeuwse woorden die in de Statenvertaling vertaald zijn met “den strijd te strijden” betekent zoveel als “dienst doen.” Het Hebreeuwse woord wordt ook gebruikt voor dienst doen in het leger. Het gaat hier om de zonen van Gerson die als taak kregen om de kleden van de tabernakel te dragen. Het heeft dus niets te maken met strijd als in een oorlog. Om hier de strijd van het geloof in te lezen gaat veel te ver. Mozes moest ‘gewoon’ de dienstdoende Gersonieten tellen.

2. In de Bijbel met Uitleg is bijvoorbeeld te lezen dat het een heel oude traditie is die Mozes als auteur van onder meer Numeri aanwijst. Later in het Oude en Nieuwe Testament worden de eerste vijf boeken van de Bijbel “de wet van Mozes” of “de boeken van Mozes” genoemd. Om die reden gaan we er dus vanuit dat Mozes deze boeken heeft geschreven. Dit betekent echter niet dat bepaalde stukken misschien door iemand anders zijn geschreven, zoals het verslag over de dood van Mozes in Deuteronomium 34. Ook Numeri 12:3 wordt dan wel genoemd. We moeten alleen niet vergeten dat het Gods Woord is en dat Hij dus de uiteindelijke auteur is. Uiteindelijk zegt Mozes dit niet over zichzelf (dat zou misschien arrogant zijn) maar is het Gods Woord die hem zo beschrijft.

3a. In Numeri 16 lezen we inderdaad niet dat de kinderen van Korach gespaard zijn. Later in Numeri 26:11 wordt ons dat wel verteld. Ook lezen we hoe ze later zijn aangesteld als zangers in de tempel of koorleider. Het gaat in Numeri 16 over de vreselijke opstand tegen God en over Gods oordeel over die opstand. Om die reden wordt dit ‘detail’ daar wellicht niet genoemd. Het laat overigens wel de genade van God zien dat zij gespaard zijn en zelfs een belangrijke rol in de eredienst krijgen.
 
3b. Behalve Korach, Dathan en Abiram, doet ook On mee met de opstand en nog 250 vooraanstaande mannen aldus Numeri 16 vers 1 en 2. Uit het feit dat alleen Korach, Dathan en Abiram vaker genoemd worden valt wellicht af te leiden dat zij een meer leidende rol hadden in deze opstand.

4. Deze uitdrukking wordt gebruikt bij het sterven van de aartsvaders Abraham, Izak en Jakob. Je kunt het ook vertalen met “verenigd worden met het voorgeslacht.” Over deze uitdrukking is al heel wat geschreven. Er zit de gedachte achter dat er leven na de dood is of dat de overledene zicht voegt bij het voorgeslacht die hem is voorgegaan in het graf als een plaats van rust. In Jeremia 8 wordt van de vijanden van God gezegd dat ze niet verzameld en begraven zullen worden, maar dat hun lichamen over de aarde zullen worden verspreid. Deze uitdrukking zou dan het tegendeel hiervan zijn. Dat is bijzonder omdat Mozes juist vanwege zijn zonde buiten de grenzen van het beloofde land moest sterven. Maar toch lezen we ook van hem dat hij “wordt verzameld tot zijn volken.”

5. Op enkele plaatsen in de Bijbel wordt over de Urim en Tummin gesproken. De Hogepriester droeg deze in zijn kleding op zijn borst. Uit Numeri 27:21 blijkt dat de Hogepriester door deze stenen (?) God om raad kon vragen voor belangrijke beslissingen. Hoe dit precies in zijn werk ging vertelt de Bijbel niet en het lijkt mij dan ook goed om daar niet over te speculeren.

6. Dit is gewoon een uitdrukking die aangeeft dat Bileam met het uitspreken van zijn spreuk. Bileam was gevraagd om het volk Israël te vervloeken, maar de Heere laat dat niet toe. In plaats daarvan kan Bileam niet anders dan het volk zegenen. Het is dus -door Gods ingrijpen- juist geen ‘toverspreuk’ maar een zegenspreuk van God.

7. Deze tekst is inderdaad opvallend te midden van het oordeel van God over het ongeloof van de Israëlieten. Het laat zien dat de Heere en Zijn genade uiteindelijk sterker is dan het ongeloof van Israël. Ondanks Israëls ongehoorzaamheid zal Gods heerlijkheid de aarde vervullen. Het laat ook zien dat Gods heerlijkheid uiteindelijk ook in Zijn oordelen zichtbaar wordt. God uiteindelijk doel om door Israël de hele wereld te zegenen zal doorgaan! Het is geweldig bemoedigend dat Gods beloften niet afhangen van onszelf of van het volk Israël, maar dat de Heere Zelf garant staat. In Christus is deze belofte tot vervulling gekomen. Juist te midden van die sombere tonen van oordeel, is het heerlijk dat we herinnerd worden aan Zijn genade.

Dat waren heel wat vragen over een prachtig maar ook moeilijk Bijbelboek. Ik hoop dat ze iets verder op weg helpen. De Heere laat in dit Bijbelboek zien hoe Hij Zijn beloften aan Abraham, Izak en Jakob gegeven gaat vervullen. We lezen van Gods oordeel over de zonden, maar ook van Zijn genade voor zondaren. Bovenal getuigt Numeri van Gods trouw voor een ontrouw volk.

Ds. G. K. Terreehorst

Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.K. Terreehorst

• Geboortedatum:
  23-05-1986
• Kerkelijke gezindte:
  Hersteld Hervormd
• Woon/standplaats:
  IJsselstein
• Status:
  Actief

59 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven