Relatie met de Heere
Ds. J.R. van Vugt | Geen reacties | 09-08-2024| 14:39
Vraag
Ik heb een aantal vragen aan ds. Van Vught van de HHK. Ik ben een kind van God en wil graag in een diepe relatie met God leven vanuit Zijn Woord en in alles op Hem vertrouwen. Maar hoe moet dat? Hoe weet ik dat God iets van mij wil? En dat het Gods stem is? Hoe moet je een relatie met God zien? Als mensen een relatie hebben praten ze met elkaar. God zegt niet iets terug als je met Hem praat/bidt (ja soms door de Bijbel of door het verhoren van je gebed).
Hoe weet je wanneer je een diepe relatie met God hebt? Moet je dan veel voelen, Hem dichtbij ervaren? Of is het gewoon gelovig vertrouwen? Dit is iets waar ik de laatste tijd mee worstel en ik kom er niet echt uit. Hoe ziet zo’n diepe relatie met God er uit? Ik merk dat ik daar naar verlang, maar het maakt me ook onzeker omdat ik niet precies weet wat het inhoudt. En wat God van mij verwacht en wat ik van Hem mag verwachten.
Maar ik weet wel dat ik God dichtbij wil hebben. Maar hoe dichtbij komt God? Want vaak voel je niks en is het alleen gelovig vertrouwen. Maar ik ben dan ook weer bang dat ik Hem verjaag door de zonden die ik doe. Dat Hij weer verdwijnt, net zoals je je altijd zo ellendig voelt als je weer in zonde bent gevallen en denkt: kan ik nou nooit eens leven zoals mijn God dat van mij vraagt?!
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste,
Je stelt in deze bijdrage een heel aantal vragen aan mij. De meeste en diepste vragen die je stelt -als ik het goed gelezen heb- gaan over de relatie met de Heere. Jouw relatie met Hem. Je belijdt een kind van God te zijn. Dat is een wonder van genade. Je verlangt naar een diepe(re) relatie met de Heere en het leven uit Zijn Woord om zo in alles op Hem te vertrouwen. Maar ja, hoe moet dat? En wat is dat dan? En je zonden dan? Waar is God eigenlijk? Ver weg of juist heel dichtbij? Vragen, vragen, vragen en het maakt je onzeker.
Nu ben ik uiteraard blij dat je (mij) deze vragen stelt. Maar ik ben ook tegelijkertijd wel een beetje bezorgd in die zin, dat ik mij afvraag of je niet beter een goed pastoraal gesprek onder vier ogen kan voeren. Ik heb een beetje het vermoeden dat als ik je antwoorden ga geven, dat misschien wel meer vragen oproept. In een pastoraal gesprek zou dat prima kunnen en zou er ook alle ruimte voor zijn. Daarom is mijn eerste advies dat je een ambtsdrager of medechristen zoekt, waar je één of meer gesprekken mee zou kunnen voeren.
Dat gezegd hebbend, wil ik proberen een aantal zaken aan te reiken waar je hopelijk wat verder mee komt.
1. Het eerste waar we het over moeten hebben is de aard van het geloof of geloven. Geloven is God op Zijn betrouwbaar Woord voor betrouwbaar houden. Amen zeggen op het Woord. Dat Woord als volkomen zeker aanvaarden en daarnaar luisteren. Wanneer je biddend om Zijn Geest Zijn Woord leest en tot je neemt, mag je geloven en vertrouwen dat de Heere door datzelfde Woord spreekt en je Zijn wil bekend maakt. Soms in details, denk aan de geboden, soms in wat bredere zin wanneer het gaat om de bedoelingen van onze Heere. Dat Woord is het levendmakende en levende Woord van de Levende God. Hij spreekt daarin zeker tot eenieder die voor Hem leeft. Geloven is de Heere aangrijpen op Zijn Woord en in de beloften die Hij daarin geeft. Dat Woord lezen, overdenken en aannemen als het Woord van de Sprekende God, Zijn stem in ons (jouw) leven. Daarbij geldt dat de Bijbel geen kookboek is voor jouw levensrecepten voor alle omstandigheden en elke dag in detail. Wel is Hij door Zijn Woord de Leidsman op jouw levensweg. Je mag gelovend = vertrouwend volgen, zoals een kind zijn Vader.
2. Geloven is kennen en vertrouwen. Lees Zondag 7 van de Heidelberger Catechismus, vraag en antwoord 21. Geloof en geloven is een relatie met de Heere hebben, maar het is nog meer. Je hebt allerlei relaties, diepe en oppervlakkige, enzovoorts. Maar geloven is een relatie vanuit heel je hart, verstand, je wil en dat met woorden en daden. Het is leven uit Gods liefde in liefde tot God en je medemensen. Zo bezien is geloof ook zekerheid, al kan die zekerheid bestreden en weer wankel worden. Wanneer het geloof actief is, is er zekerheid, al is het een zogenaamd klein of zwak geloof. Die zekerheid kan ‘weg’ zijn, zo niet ervaren worden (gevoel). Dat ligt niet aan het geloof, maar aan allerlei machten en zonden, die ons juist van dat zekere geloof in God af willen trekken. Daarom kun je het gebed en de omgang met de Bijbel nooit missen. Daardoor wordt het geloof gevoed en gesterkt. Kijk maar eens in Hebreeën 11. Daar gaat het over het geloof en daar zijn gelovigen aan het woord. En let dan op hoe ze geloofden, in Wie ze geloofden en wat voor zekerheid dat geloof hen gaf. Naar mijn bescheiden mening is naast 'Vertrouwen' het belangrijkste woord: 'Gehoorzamen'. Doen wat God vraagt en amen zeggen op wat Hij zegt. Dit punt is al eerder op Refoweb zo beschreven.
3. Dat geloof en geloven is een zaak van de Heilige Geest, Die het geloof en geloven geeft. Daarbij blijft God niet op afstand. Nee: het komt juist heel dichtbij! De Heere woont in jouw hart als kind van God met Zijn Geest. Zonder die Geest en zonder het geloof kan je niet zeggen een kind van de Heere te zijn. Maar zodra de Heere met Zijn Geest intrek neemt en genomen heeft in je hart, blijft Hij daar. Niet alleen een God voor je, niet alleen een God met je, maar een God in je. In je hart. En de Geest van God getuigt met jouw geest dat je een kind van God bent. Hij zal je leiden in Zijn Waarheid. Hij geeft je de woorden om te spreken. Hij werkt de liefde en het geloof en de gehoorzaamheid aan Hem in jouw hart. En jij mag daar door de Heilige Geest je leven aan wijden en opofferen, als een dankoffer aan Hem, vanwege wat Hij doet in jouw hart. De liefde van God naar jou werkt een liefde in je hart naar God. En altijd in die volgorde! De Heere komt tot jou en mij door Zijn Woord met Zijn liefde en genade. Door Woord en Geest neemt Hij intrek in jouw en mijn hart. Dan is er liefde, blijdschap, geloof, gehoorzaamheid, goedheid, genade, geestelijk leven, vertrouwen, gebed, meditatie, een haten van de zonden, een verdriet hebben van de zonde(n), een verlangen naar een heilig leven, enzovoorts.
4. Psalm 25 is een psalm die daarover spreekt: de verborgen omgang met God, gemeenschap met God, leven uit en voor God, vinden die zielen, waar de vreze van de Heere in woont. Door Zijn Woord en Geest werkt God (!) die gemeenschap, die liefdesband en door Zijn Woord en sacramenten en de beloften wil God die gemeenschap laten groeien en bloeien, zodat je vruchten mag zien, goede werken gaat doen, Zijn Naam gaat belijden, Zijn dag gaat liefhebben, Zijn Geest je het beeld van Christus laat vertonen en je op Hem gaat vertrouwen, Hem liefhebt, Hem je hart, je wil, je gevoel, je verstand en alle krachten geeft.
5. De zonde(n) die nog in je overgebleven zijn en het (kleine) beginsel van gehoorzaamheid in je hart aan de Heere, is (helaas) nooit volmaakt. Daar zit je zelf altijd helaas tussen. Dat geeft verdriet, berouw, een aanroepen van Hem en bekering, een hartelijke begeerte om van nu en voortaan in ware (liefdes)gemeenschap met God en je naaste te leven. Opnieuw: dit is het werk van de Heilige Geest. Dat doet en werkt de Heere Zelf. En daarom: begin altijd bij Hem en met Hem. Niet jij zoekt de relatie met Hem, maar Hij zoekt de relatie met jou!
6. Om het wat eenvoudig voor te stellen, moet je het beeld van een goed huwelijk tussen man en vrouw voor ogen hebben. Hoe weet ik dat ik een goede relatie met mijn vrouw heb? Door de omgang met haar, ook in het verborgene. Door het delen met elkaar. Door het afgestemd zijn op elkaar. Door met elkaar te spreken. Door te vertrouwen. Door lief te hebben. Door de ander voor ogen te houden, ook wanneer die ander er niet is. Door de stem van de ander te horen. Door af en toe (en soms ook heel vaak) naar onze trouwring te kijken als zegel van de belofte naar elkaar toe (denk aan de sacramenten). Door met elkaar te wandelen (wandelen met God). Door te doen wat die ander wil. Door een diepe vreugde in elkaar. Door die ander te bewonderen, aan die ander te denken en tijd en ruimte voor elkaar in te ruimen. Is die liefde altijd zo levendig?
7. Dat brengt mij op een volgend punt en dat is de rol van het gevoel. Zoals in het huwelijk, zo is er ook in de relatie met de Heere sprake van emoties. Bedroefd, wanneer je gezondigd hebt. Verdriet, als je elkaar pijn hebt gedaan. Soms -en dat komt in de beste huwelijken voor- is er even wat verwijdering. Afstand. Onbegrip. Pijn. Maar dan ga ik niet aan het huwelijk twijfelen of aan de beloften of aan de liefde van de ander voor mij en mijn liefde voor die ander. We zijn getrouwd! Er ligt een boekje in de kast waar dat in staat wat door mij en mijn vrouw ondertekend is. Daar zijn getuigen van. We dragen elk een ring als teken en zegel van die belofte van trouw en liefde tot de dood. En daaraan moet ik mijn gevoel toetsen en bijstellen en onder handen nemen. Zoals de dichter van psalm 42. Jezelf en je ziel toespreken… wat ben je nu toch onrustig? Hoop op God. Zijn Woord en beloften zijn Waarheid, omdat Hij Waarheid Zelf is.
8. Ik zou je willen aanraden om hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels te lezen, te herlezen, te herkauwen en te bemediteren. Om daarmee vervolgens tot de Schriften terug te keren en in te keren. Zonden maken scheiding tussen God en je ziel. Dat is zeker waar. Maar het is onmogelijk dat God het werk dat Hij in je hart begonnen heeft, zal stoppen. Er kunnen soms moeilijke tijden van aanvechtingen, twijfels en diepe duisternis zijn. Dat kan zijn omdat de Heere door onze zonden, Zich terugtrekt. Maar denk ook aan bijvoorbeeld Job in de Bijbel. De Heere kan ons ook beproeven (zoals bij Abraham), Hij kan Zich stilhouden (zoals bij David in psalm 32), door onbegrepen wegen en duisternissen leiden (zoals bij Hizkia, psalm 23), zodat je met psalm 77 gaat uitroepen: Zou God Zijn genade vergeten en nooit meer van ontferming weten? Maar God is getrouw. Hij kan alles, maar niet liegen. Op Zijn Woord mogen en moeten wij hopen.
9. Helaas -en dat is geen vrijbrief voor een losbandig of werelds (wereldgelijkvormig) leven- kunnen wij nooit hier op aarde aan het hoge doel van God voor de volle 100 procent voldoen. Dat zou de hemel op aarde zijn en dat is niet wat de Heere ons beloofd heeft. Paulus roept dat ook uit in Romeinen 7 (en lees dan ook hoofdstuk 8 erbij). Het goede dat ik wil, doe ik niet en andersom. Dat is die strijd tussen oude en nieuwe mens. Die strijd komen we hier op aarde niet te boven. Dat wil niet zeggen dat je daar dan nooit of niet naar verlangt of verlangen mag. Maar het hangt niet af van jouw gevoel of verlangen of geloof. Het begint en eindigt altijd bij Hem. Het is uit Hem, door Hem en tot Hem. Het is hier op aarde inderdaad leven vanuit het geloof, vanuit de liefde en de hoop. Straks zijn we volmaakt bij Hem en is Hij alles in allen. Dan gaat geloven over in aanschouwen en hopen over in vervulling. De liefde blijft. Die liefde is uit God, want Hij is liefde.
10. Tenslotte nog iets over het bidden. Je zegt dat jij spreekt tot God, maar Hij niet of soms tot jou spreekt wanneer Hij je gebed verhoort en door de Bijbel. Maar ook wanneer Hij je gebeden niet verhoort, antwoordt Hij. Want Hij spreekt door Zijn Woord en Geest, maar ook door de dingen die Hij geeft en hoe Hij je leven leidt. In zijn mooie boekje over het gebed zegt ds. A. van Olst daar iets heel moois over, wat ik hier kort citeer: “Bidden is ‘spreken met God”. Niet alleen maar tegen God aan praten. Alsof het ons gebed is dat de stilte doorbreekt. Ook in dit hoofdstuk (Bidden is antwoorden) zien we dat bidden eerder spreken ‘met’ God is. De focus ligt niet op ons spreken tegen God, maar op het antwoord dat we geven op Zijn Woord. Ook zo is bidden spreken ‘met’ God. We zijn in dat gesprek niet de eerste ‘spreker’ maar de tweede. Hoe zouden we bidden als Zijn spreken er niet eerst was? Waar zouden we dan om moeten bidden? Als wij echt zelf zouden moeten bepalen wat we allemaal vragen aan God, krijg je vreemde gebeden. Bidden begint bij luisteren en opmerken: ‘Wie is God, wat wil Hij van mij, wat wil Hij mij geven, en wat mag ik daarom in vrijmoedigheid van Hem vragen?’ Bidden begint niet op de aarde, maar in de hemel, niet bij ons, maar bij de sprekende en zoekende God.” Einde citaat.
Het is toch nog een heel antwoord geworden. Ik hoop dat je er verder mee komt en dat je het gesprek met een geloofsbroeder of -zuster of ambtsdrager zal voeren. Werp al je bekommernissen, zorgen, vragen, strijd en ook je verlangens op Hem. Hij zal het maken (Psalm 37).
Ds. J. R. van Vugt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.R. van Vugt
- Geboortedatum:22-10-1970
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: