Verschillende dooppraktijk binnen Hersteld Hervormde Kerk

Ds. P.D. van den Boogaard / Geen reacties

04-07-2024, 11:48

Vraag

Mijn vriend en ik gaan binnenkort trouwen en hebben besloten om naar de Hersteld Hervormde Kerk te gaan. Mijn vriend komt uit de Gereformeerde Gemeenten en ik uit de HHK. We hebben hiervoor gekozen omdat ik wat moeite heb met de wijze waarop je in de Ger. Gem. belijdenis van het ‘geloof’ aflegt, ook in combinatie dat dit verplicht moet om je kinderen te mogen dopen. In alle Hersteld Hervormde gemeenten die ik ken vanuit mijn omgeving is het geen eis om belijdenis gedaan te hebben om je kind te laten dopen en zie je vaak ook dat gemeenteleden kort na hun belijdenis aan het avondmaal deelnemen (bij ons varieert de leeftijd van belijdenis doen ook tussen de 18 en 70+).

Nu komt mijn vriend uit een andere regio en kom ik er achter dat het in veel Hersteld Hervormde-gemeenten in zijn regio wel een vereiste is om belijdenis te doen om te kunnen dopen. Ik vind dit alleen lastig omdat ik gewend ben dat je pas belijdenis doet als je een levende relatie hebt met God en daarom ook voor Hem jouw geloof in Hem wil belijden. Misschien zie ik het verkeerd, maar voor mij staat dit los van het dopen van kinderen.

Ik heb hier zelf al geprobeerd onderzoek naar te doen waarom dit in de ene HHg wel een vereiste is maar in de andere niet. Ik kan hier alleen geen duidelijke uitleg over vinden. Ik vroeg mij af of een dominee uit de HHK mijn vraag zou kunnen beantwoorden waarom hier verschil in zit en wat precies het beleid is van de HHK.


Antwoord

Beste vragensteller,

Bedankt voor je vraag. Mooi dat jullie binnenkort in het huwelijk zullen treden. Een fijne dag en een gezegend huwelijk gewenst!

Voor wat betreft je vraag. Binnen de Hersteld Hervormde Kerk is er inderdaad onderscheid in de dooppraktijk. Dat was in de oude Hervormde kerk ook zo. De reden hiervoor is dat voor de toelating tot de heilige doop heel veel verantwoordelijkheid bij de lokale kerkenraad ligt. De kerkorde verwoordt dat op de volgende manier: “De kerkenraad beslist, (…), over de toelating tot de Doop en inzake vragen welke uit de dooppraktijk opkomen” (ordinantie 8, artikel 2, lid 2). De kerkenraad moet hierbij de adviezen van meerdere vergaderingen (classis en generale synode) in acht nemen. In 1947/1960 is een uitgebreid rapport verschenen van de generale synode van de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk: “Pastoraal advies inzake de Heilige Doop.” Dat rapport is ook nu nog leidend in de HHK. Zowel in de kerkorde als in dit rapport is niet verwoord en niet verplicht dat ouders belijdende leden van de gemeente moeten zijn om hun kind ten doop te houden. De kerkorde van Dordrecht van 1619 spreekt zich hier ook niet over uit. Door de eeuwen heen is dat ook geen verplichting geweest. De kerken van de Afscheiding in 1834 en de Doleantie van 1886 hebben dat later wel verplicht gesteld. Hierachter ligt een verschil in kerkvisie én doopvisie.
 
Wel was het de eeuwen door zo dat ouders zelf gedoopt moesten zijn om hun kind ten doop te kunnen houden. Het gaat immers om de lijn van het verbond, waarin niet het ja-woord van de ouders, maar Gods verbondstrouw centraal staat. Dat leverde in de vroege reformatie al de nodige vragen op. Vanuit het Genève van Calvijn werd hierin het volgende geadviseerd: enerzijds moet in principe de man lidmaat van de gemeente zijn. Maar als dit niet zo is “moet men erop bedacht zijn, dat Gods verbond zich uitstrekt tot in het duizendste geslacht.” 

Van ouds was er in de Hervormde Kerk dan ook een ruime dooppraktijk. Ook binnen de HHK is dat over het algemeen het geval. De gemeente is immers een verbondsgemeente. De kerkorde verwoordt zelfs heel nadrukkelijk: “Krachtens het genadeverbond behoren tot een Hersteld Hervormde gemeente…” (artikel II). Tegelijk betekent het niet dat de doop vrijblijvend is en iedereen zomaar gedoopt kan worden. Dat is de generale synode zich in het genoemde rapport dan ook zeer bewust. Het rapport beklemtoond dan ook de vragen die bij de doop gesteld worden en de levenspraktijk daarbij. Daarin staat “de vraag centraal naar de plaats, die het christelijk geloof in het gezin inneemt. Het is van grote waarde na te gaan, of het gezag van de Schrift in het gezinsleven wordt geëerbiedigd, de Bijbel wordt gelezen, het geregeld gebed tot de levensstijl behoort en of de ouders (of opvoeders) hun gezin begeren te leiden in de vreze des Heeren. Het pastorale gesprek richte zich daarbij op de doopvragen, die de doopouders voor hun gezin moeten beantwoorden. Daarbij komen dan vanzelf ook de gemeente en de zegen van een getrouwe kerkgang ter sprake.”
 
Ik weet dat in enkele HHg’s een kerkenraad ervoor kiest om voor de bediening van de doop te verplichten dat (een van) de ouders belijdende leden zijn. Ik weet niet hoe dit in de breedte van de kerk is, maar naar mijn idee is dat een kleine minderheid. Er is wel wat voor te zeggen omdat dit ook de gewenste situatie is. Het is immers de trits: kinderdoop-belijdenis-Avondmaal en dopen van de eigen kinderen. Werkelijk belijdende leden die hun ja-woord bij de doop van hun kinderen geven. In de praktijk zal dit er echter toe leiden (vermoed ik) dat de waarde van de geloofsbelijdenis vermindert naar een ‘belijden van de leer’. Het is mij niet bekend hoe er dan wordt omgegaan met kinderen van ouders die geen belijdenis hebben afgelegd. We belijden immers ook dat “kinderen van gemeente behoren gedoopt te wezen.” 

Na deze historische, kerkrechtelijke en praktische schets, nog een andere vraag: waarom houd je dit zo bezig? Waarom zou je onbekeerd verder willen leven? Waarom zou je wel je ja-woord bij de doopvont willen geven en niet in de openbare geloofsbelijdenis om toegelaten te worden (en deel te nemen) aan dat het Heilig avondmaal (de dis van het verbond!). We moeten geen uitvluchten zoeken om het persoonlijke geloof te ontwijken. De God van je doop heeft je immers beloofd dat Hij door Zijn Geest alles wil schenken dat wat je in Jezus Christus hebt – vergeving, verzoening en eeuwig leven (doopformulier). Verwacht het daarom van Hem en zoek het ook bij Hem. Hij is volkomen Betrouwbaar en Hij wil doen wat Hij belooft. Dat is de rijkdom van de kinderdoop! Zo zou je, als het God het geeft, in de toekomst ook je ja-woord bij de doop van je kind kunnen geven en hem of haar werkelijk voorleven wat het betekent om door het geloof geborgen te zijn in Hem. Oftewel: om de waarde van de doop écht te verstaan: God is werkelijk de eerste.

Hopelijk is je vraag hiermee voldoende beantwoord. Zo niet, dan hoor ik het graag.

Hartelijke groet,
Ds. P. D. van den Boogaard, 
Predikant HHG te Poederoijen & Loevestein
en beleidsadviseur kerkrecht HHK

Lees meer artikelen over:

Hersteld Hervormde Kerk (HHK)
Dit artikel is beantwoord door

Ds. P.D. van den Boogaard

  • Geboortedatum:
    24-08-1988
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Poederoijen & Loevestein
  • Status:
    Actief
6 artikelen
Ds. P.D. van den Boogaard

Bijzonderheden:

Beleidsadviseur kerkrecht HHK


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Onlangs hoorde ik een predikant zeggen in een preek: “Niemand is tof, alleen God is tof.” Is dit verantwoord taalgebruik voor een predikant? Persoonlijk vind ik dit beneden peil. Zo spreken we toch ni...
3 reacties
03-07-2020
Ik heb een vraag over hoe om te gaan met het verschil in geloofsopvattingen in de zending. Ik ben belijdend lid van de Ned. Herv. Kerk (op GG) en op dit moment ga ik naar een baptistenkerk (om de eenv...
Geen reacties
03-07-2003
Wat vind u van de Jongerenavond in Doorn? Graag een mening van een Ger. Gem. of HHK-predikant. Ik wil graag weten of het een verantwoorde uitgaansgelegenheid is.
Geen reacties
03-07-2007
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering