Jezus genas vele zieken maar niet alle
Ds. J. Koppelaar | Geen reacties | 25-02-2006| 00:00
Vraag
In de bijbel staat dat Jezus vele zieken genas. Waarom vele en niet allemaal?
Antwoord
Je bedoelt waarschijnlijk Lukas 7:21: “En in dezelfde ure genas Hij er velen van ziekten en kwalen, en boze geesten; en velen blinden gaf Hij het gezicht.” Volgens de engelse Bijbelgeleerde J. Gill betekent dit niet dat er sommigen waren die Hij niet van hun ziekten genas. Maar, “dat Hij allen genas die kwamen of tot Hem gebracht werden.” En dat waren er velen. Dat dit de juiste verklaring is blijkt wel uit Markus 3:10: “Want Hij had er velen genezen, alzo dat Hem al degenen, die enige kwalen hadden, overvielen, opdat zij Hem mochten aanraken.” Hier wordt eerst gezegd dat Hij er velen genas. Maar wie waren die ‘velen’? Antwoord: al degenen die enige kwalen hadden. De NBG vertaalt het zo: “Want Hij genas velen, zodat allen, die kwalen hadden, op Hem aandrongen om Hem te kunnen aanraken.”
Natuurlijk heb je gelijk dat de Heere Jezus niet alle mensen in Israël genezen heeft, tijdens Zijn omwandeling op aarde. Immers, na Zijn Hemelvaart lezen we dat Petrus de kreupele aan de schone poort genas. Het betrof hier een man die al verlamd was vanaf zijn geboorte (Hand.3:2-7). Blijkbaar was deze man al verlamd toen Jezus de tempel in- en uit ging. Werd hij toen nog niet naar deze poort toe gedragen door zijn familie? Of ging de Heere een andere poort door toen hij daar wel was? We weten het niet.
Uit Handelingen 5:15-16 blijkt dat er nog heel wat zieken in Jeruzalem en omgeving waren, kort na de Hemelvaart van Christus, die nu door de apostel Petrus genezen werden. In Handelingen 8:5-7 blijkt dat Filippus hetzelfde mocht doen in Samaria. Overigens genezen de apostelen niet uit eigen kracht maar God is aan het werk door hun handen. Ze beschikten niet zelf over helende krachten.
Dat brengt ons bij een belangrijk feit. De apostelen konden alleen genezen als God de kracht er toe gaf. Paulus kon bijvoorbeeld zijn vriend Trofimus niet genezen. God liet het blijkbaar niet toe (2 Tim.4:20). Ook kon Paulus zichzelf niet van zijn oogkwaal afhelpen. We krijgen in Gal.4:15 een duidelijke aanwijzing dat hij daar aan leed. Sommigen denken dat de verergering van deze kwaal de manier was waarop de Heilige Geest hem verhinderde om snel verder te reizen (Hand.16:6).
Maar, schrik niet, ook de Heere Jezus kon niet ‘zo maar’ iemand genezen. In Matth. 13:58 staat: “En Hij heeft aldaar niet vele krachten gedaan, vanwege hun ongeloof.” Werkten de mensen verlammend op Hem? Nee! Wat dan? Het antwoord lezen we in Johannes 5:19: “Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks.”
De Heere Jezus moest voortdurend op de Vader letten om te weten of de kracht er was om te genezen of niet. Zie Lukas 5:17: ”En het geschiedde in een dier dagen, dat Hij leerde, en er zaten Farizeeën en leraars der wet, die van alle vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was er om hen te genezen.” Dat laat zien, dat Hij waarachtig mens was. Hij was even afhankelijk van ´s Vaders kracht als Paulus, Petrus en allen na hen. We zeggen wel dat Zijn Goddelijke natuur zich geheel had teruggetrokken. Hij wilde daar geen gebruik van maken. Dat blijkt bij voorbeeld uit Markus 3:21: “En als degenen, die Hem bestonden, dit hoorden, gingen zij uit, om Hem vast te houden; want zij zeiden: Hij is buiten Zijn zinnen.” Prof. J. van Bruggen legt uit dat zijn verwanten dachten dat Jezus zichzelf niet meer in de hand had. En dat alleen opsluiting Hem weer tot zichzelf zou brengen. Men kreeg deze indruk van Hem omdat Hij maar doorging met genezen en geen tijd had om te eten. Zie Mark.3:20. De Heere moet er uiterst vermoeid en slecht hebben uitgezien. Zo leed Hij in Zijn menselijke natuur aan het lijden van de mensen om Hem heen. Jesaja had al geprofeteerd dat Zijn gezicht ernstig getekend zou worden door dit lijden. Zie Jes.52:14. Nee, Hij wilde Zijn Goddelijke natuur niet te hulp roepen. Dat bleek wel heel bijzonder uit de verlatenheid die hij ervoer aan het kruis. Hij wilde de wil van de Vader doen, wat dat Hem ook zou kosten!
Het diepste antwoord op jouw vraag ligt dus in de gehoorzaamheid aan de wil van God.
Trouwens, wist je dat elke gelovige een belofte heeft om middel in Gods hand, tot genezing van een ander te zijn? Zie Jakobus 5:16: “Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.”
Ds. J. Koppelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Koppelaar
- Geboortedatum:06-11-1949
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Abbenbroek
- Status:Inactief