Morgen moet ik God zoeken
A. J. C van Gent | Geen reacties | 30-04-2024| 12:14
Vraag
Elke avond denk ik weer: morgen moet ik God zoeken, voor je het weet is het te laat. De jongste is nu naar school, dus ik heb er wel de tijd voor. Soms doe ik het: lezen met uitleg/kanttekeningen, een boek van een oudvaders of puritein. Maar ik vind het best moeilijk allemaal. Ik lees gelukkig wel graag maar een leerling ben ik niet. Iets begrijpen of er conclusies uit trekken… ik vind dat lastig. Maar mijn eigenlijke vraag: vind je God echt door te lezen in Zijn woord en in boeken? Hoe dan? Ik lees wel, maar wat zou ik dan precies moeten zoeken/vinden of zien?
En mijn tweede vraag: wat betekent “wie weet, God mocht zich wenden.” Kan dat echt? Door onze inspanning bekeert Hij ons? En dat ook nog terwijl Hij onveranderlijk is?
Aan iemand van de Gereformeerde Gemeenten...
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je schrijft een gedachte op die velen met jou zullen herkennen: “morgen…” Het is de gedachte van uitstel en komt uit een verkeerde bron. De bron met dodelijk water waaruit onze ziel zonder God zich graag laat voeden. Satan zal de gedachte aan morgen altijd proberen levend te houden, want hij weet en gelooft het woord uit Jakobus 4:14: “Gij die niet weet wat morgen geschieden zal. Want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt en daarna verdwijnt.” Het Woord van God spreekt niet over uitstel, maar over: “Heden…” (Psalm 95: 7, Hebreeën 3: 7-8).
De jongste is nu naar school. Nu heb je er wel tijd voor. Ik stap even achteruit: je hebt afgelopen jaren toch Gods Woord aan het hart van je lieve kinderen gebracht? En hen van de baarmoeder af biddend neergelegd aan de voeten van de Heere Jezus? Je bent toch als ouder(s) tot de HEERE gevlucht om Hem vurig te smeken het ook in jouw huis werkelijkheid te laten worden: “En al uw kinderen zullen van de HEERE geleerd zijn…”?(Jesaja 54:13a) Zo niet, dan ook hier: niet morgen, maar heden nog!
Je vraagt je af of én hoe je God kan vinden door te lezen in Zijn Woord en in boeken. Zou er een nog diepere vraag onder kunnen liggen, de vraag: waarom heb ik Hem nodig? In je woordgebruik lees ik namelijk over “te laat, best moeilijk, lastig, vind je God echt, wat zou ik dan, kan dat echt?” Het kan dat je het zoeken van God ervaart als het beklimmen van een hele hoge berg. Onbereikbaar hoog. Je denkt dat je moet klimmen, want “voor je het weet is het te laat.” De kliminstructies zijn “best moeilijk allemaal” en je vind het lastig om “iets te begrijpen of er conclusies uit te trekken.” Bovendien, waarom zou je die berg eigenlijk moeten beklimmen, want “wat zou ik dan precies moeten zoeken/vinden of zien?” Ja, waarom heb je Hem eigenlijk nodig? Kort en scherp: omdat je zonder geborgen te zijn in Christus op een dun draad loopt boven de hel. Ook zal je zonder de Zoon het leven niet zien, maar blijft eeuwig de toorn van God op jou (naar Johannes 3:36b).
Even een klein uitstapje naar je tweede vraag. De toorn van God is brandend over deze gevallen wereld, over elk mens. In Joël 2 en Jona 3 gaat het over de aankondiging van de komst van Gods oordeel, bijvoorbeeld over de zondige stad Ninevé. Maar de HEERE stelt nog uit en geeft nog genadetijd. Hij laat Zijn boodschap brengen: “bekeert u tot Mij met uw ganse hart…” (Joël 2:14m), of: “Nog veertig dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd” (Jona 3:4b). En dan staat er in beide hoofdstukken: “wie weet, God mocht Zich wenden, en berouw hebben.” Ons logisch redeneren kan dat niet op een rij krijgen, maar dat hoeft ook niet. Het toont Gods oneindige goedheid en trouw dat Hij Zijn oordelen afwendt na bekering en geloof (zie beide woorden in Joël 2:13, Jona 3:5,10). Dat geldt nog, ook voor jou en mij, want Jezus sprak Zelf: “bekeert u, en gelooft het Evangelie” (Markus 1:15b).
In de vorige twee alinea’s heb ik een aantal negatieve redenen -oordelen, Gods toorn- genoemd. Misschien maakt het die hoge berg voor je gevoel nog wel hoger. Maar het is uit liefde geschreven. Want weet dat je die hoge berg niet hoeft te beklimmen. Luther leerde dat de zaligheid niet te verkrijgen is door werken, zijn studie, het voorbereiden van colleges, het beklimmen van een hoge trap, enzovoorts. Maar Hij leerde dat de rechtvaardige uit het geloof zal leven. (Romeinen 1:17b). Geen eigengerechtigheid, maar Christus’ gerechtigheid! Jij en ik hoeven geen hoge berg te beklimmen, want God daalde af naar het gevallen, verloren liggende mensengeslacht. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe” (Johannes 3:16).
Inmiddels is een aantal Bijbelteksten genoemd. Het is dus nodig dat je Gods Woord opent, leest en onderzoekt. Alleen het is níet dat je zalig wordt door genoeg te lezen. Het gaat erom dat je gelovig leest. Het is Gods Woord waardoor Hij kan, wil en zal werken en waaraan Zijn Heilige Geest onlosmakelijk is verbonden. De Bijbel vertelt wie God is en dat Hij Zijn Zoon Jezus Christus zond. Voor wie? Voor vaders die ‘morgen’ liever hebben dan ‘heden’, voor moeders die genadejaren hebben verspild, voor kinderen die nog onbezorgd voortleven. Ja, nog veel heftiger, voor goddelozen, hoeren, tollenaren, zondaren, voor opstandelingen, ja, voor Romeinse soldaten die de spijkers door Zijn handen joegen en Zijn kleren verdobbelden. Juist dan klinkt het met grote bewogenheid van het kruis: “Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen” (Lukas 23:34m).
Leg zo Zijn Woord open. Ruim alle hindernissen uit de weg. Bereid je hart voor. Bid om de Heilige Geest, dat Hij je geopende ogen en een geopend hart geeft. Lees met gevouwen handen; eerbiedig en met ontzag. Lees in geloof en verwacht grote dingen van Hem, die ook in 2024 genadig uitdeelt: “Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden” (Lukas 24:45). Neem niet onnodig lange Bijbelgedeelten en lees met structuur en rust. Een eenvoudige drieslag bij het lezen kan helpend zijn: 1. observeren, 2. interpreteren, 3. toepassen. Dat wil zeggen: 1. Wat staat er, wat valt op, wie is/zijn aan het woord? 2. Welke betekenis zou dit toen (verleden!) hebben? 3. Welke les komt uit de tekst op voor mijn leven? Wat wil de Heere hierdoor tot mij en mijn gezin zeggen?
Ga je dan God vinden? Draai het eens om. Laat jij je door God vinden? Hoor hoe de Heere Jezus bewogen spreekt tegen Jeruzalem: “…hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert; en gijlieden hebt niet gewild?” (Lukas 13:34b). Híj heeft bijeen willen vergaderen! De Heere zoekt, Hij is gewillig, Zijn roep klinkt: “Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke” (Johannes 7:37b). Zoek het daarom niet allereerst bij Bijbelgetrouwe commentaren, uitleggingen, oudvaders, puriteinen of andere personen, maar vlucht naar deze nodigende en zoekende Zaligmaker Zelf! Ja, ware Evangeliedienaren uit verleden én heden kan en wil de Heere zeker gebruiken, want door hun leesbare en hoorbare verkondiging werkt God door Zijn Geest. Maar als het goed is wijzen zij je zonder omwegen naar hun Meester toe, naar het voorbeeld van Johannes: “Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!” (Johannes 1:29b).
Is deze God onveranderlijk? Ja! Is Zijn Woord betrouwbaar? Ja! Met Zijn heerlijke Naam maakt Hij Zich bekend aan Mozes: “IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL” (Exodus 3:14b). Daarom kan je op Zijn Woord aan, ja, daarom kan je op Hem aan en is het waar: “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven” (Johannes 3:36a).
God zegene Zijn Woord aan je hart!
Met mooie groet,
A. J. C. van Gent
Dit artikel is beantwoord door
A. J. C van Gent
- Geboortedatum:28-10-1990
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Heinenoord
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Docent economie en godsdienst | Ouderling
Bekijk ook: