Tongentaal in 1 Korinthe 14
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 04-03-2024| 14:43
Vraag
Ik lees verschillende artikelen op jullie site over tongentaal (zie onder). In de NBV 2021 spreekt men inmiddels al over klanktaal. Tongentaal vertaald is talentaal, wat mij nog meer bevreemd. Het spreken in tongen wordt in Handelingen duidelijk uitgelegd. Het dient ter evangelisatie en men spreekt daarbij in de eigen taal, (tong), maar de toehoorders horen het in hun taal. Hier zal de Heilige Geest aardig de hand in hebben. In 1 Korinthe 14 wordt gesproken over het “gebed des harten”, in stilte dus. Hoe kan men blijven spreken over “in tongen spreken”, “vreemde talen spreken”, “klanktaal” of zelfs ,“tongentaal” (talen taal), terwijl de brontekst hier in 1 Korinthe 14 niet over spreekt? Zélf heb ik het vermoeden dat “in vreemde talen spreken” en “het gebed des harten in 1 Korinthe 14 door elkaar lopen. Klopt dat?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je noemt eerst een vertaalkwestie. Hoe geven we tongentaal het beste weer in het Nederlands? Voor ons is een tong nodig om te kunnen spreken, dus wat dat betreft is elke taal een tongtaal. En ook heeft iedere taal klanken. De NBV en NBV21 proberen met de keuze voor “klanktaal” aan te geven dat een taal bedoeld is die voor buitenstaanders slechts klanken bevat en waarvan de betekenis nog niet helder is. Het Griekse woord “glossa” betekent zowel “tong” als “(tongen)taal”. Wat bedoel je met de “brontekst”? Het Grieks? Daar staat toch allerlei keren het woord “glossa” vermeld?
In het Nieuwe Testament kun je vanuit het verband opmaken wat met de term bedoeld is.
1. Jezus geneest een zieke door diens tong aan te raken (Markus 7:33);
2. In Openbaring 7:9 is sprake van een grote schare “uit alle naties, stammen, volken en talen”. Daar zijn gewone talen bedoeld;
3. In Handelingen 2 beginnen de apostelen “met andere tongen” te spreken, zodat de Joden die vanuit allerlei gebieden naar Jeruzalem gekomen zijn, hen in hun eigen landstaal horen spreken.
4. Elders gaat het over talen die niet direct verstaan kunnen worden, zodat interpretatie nodig is (1 Korinthe 12:10,30). Het betreft hier bijzondere geestelijke gaven. In het onderstaande kies ik voor “bijzondere talen”.
Je schrijft dat het spreken in tongen in Handelingen duidelijk uitgelegd wordt. Bedoel je daarmee het spreken tijdens het Wekenfeest (Pinksterfeest) in hoofdstuk 2? Andere teksten, zoals Handelingen 10:46 en 19:6 zijn minder duidelijk.
Je schrijft over het “gebed des harten” in 1 Korinthe 14, maar die uitdrukking staat daar niet. Bedoel je “bidden in de geest” in de verzen 14-16? Paulus noemt diverse mogelijkheden, waarbij hij het spreken van een bijzondere taal zonder uitleg geen goede zaak vindt (vers 13). Omdat de reactie van hoorders genoemd wordt, is hier geen stil gebed bedoeld. Ook zijn er verschillende bijzondere talen, zodat Paulus kan zeggen dat hij er meer spreekt dan de Korinthiërs (vers 18). In samenkomsten van de gemeente mogen twee of drie gemeenteleden een bijzondere taal spreken, na elkaar, en vervolgens is uitleg voor de hoorders nodig (vers 27). Verder gaat het hoofdstuk over de voor- en nadelen van de bijzondere talen ten opzichte van het profeteren. Paulus beschrijft de gang van zaken tijdens samenkomsten van de gemeente -die flink verschilt van onze praktijk- en bespreekt hier niet het persoonlijke, stille gebed.
Het is belangrijk om een hoofdstuk in zijn geheel te lezen en niet slechts af te gaan op de vertaalmogelijkheden van een enkel woord. In dit geval is het zelfs van belang drie hoofstukken achter elkaar te lezen (1 Korinthe 12-14) om de samenhang te begrijpen.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: