Gemeente zakt richting vrijzinnigheid
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 30-01-2024| 07:59
Vraag
Onze CGK-gemeente is enkele jaren geleden samen gegaan met een veel kleinere GKV (nu NGK) gemeente. De kerkenraad geeft nu zonder enige Bijbelse gronden aan dat er vanwege het samengaan met NGK ruimte voor de vrouw in het ambt (en andere zaken) moet zijn. Er is een proces van overdenking gestart onder leiding van een NGK-predikant die voor de vrouw in het ambt is. De uitkomst staat dus in feite al vast.
In de NGK spelen nog andere ontwikkelingen (o.a. de acceptatie van samenwonende homofiele ambtsdragers) waarvan ik vrees dat die in onze gemeente ook ruimte zullen krijgen. Ik gun iedereen het beste, maar dan wel binnen de grenzen die de Bijbel aangeeft. Zoals het nu in onze gemeente gaat maakt het Schriftgezag plaats voor de tijdgeest. De kerkenraad weigert concreet antwoord te geven op de kritiek die leden op de hele gang van zaken hebben.
Ik zie onze kerk, ook al bid ik voor het tegendeel en spreek ik de kerkenraad erop aan, richting vrijzinnigheid afzakken en heb het daar erg moeilijk mee. Hoe adviseert u mij om verder te gaan met deze kwestie? Bij voorkeur te beantwoorden door een CGK-dominee...
Antwoord
Beste lezer,
U roert iets aan waar meerdere CGK-leden mee zitten. Ik kan mij voorstellen dat u zich in een dergelijke plaatselijke situatie verdrietig en bezwaard voelt. Uiteraard ga ik niet inhoudelijk op de kwesties in – dat is uw vraag ook niet. Het gaat u om de juiste route.
Wel, we kennen binnen de CGK de zogenaamde ‘kerkelijke weg’. Dat houdt in dat we allereerst ons bezwaar schriftelijk indienen bij de kerkenraad. Probeert u uw bezwaren zoveel mogelijk te onderbouwen op grond van de Schrift, de belijdenis en/of de kerkorde. De kerkenraad is verplicht daarop te antwoorden en u hebt er recht op dat dat schriftelijk gebeurt.
Als het antwoord u niet bevredigt, kunt u revisie aanvragen bij de eerstvolgende kerkenraadsvergadering (een zogenaamd revisieverzoek). Daarin geeft u aan wat de kerkenraad volgens u over het hoofd heeft gezien of waarop hij niet voldoende is ingegaan.
Is ook dat antwoord niet bevredigend, dan hebt u (binnen 31 dagen nadat u antwoord van de kerkenraad hebt ontvangen) het recht u te beroepen op de classis (dat noemen we een appel). U voegt daarbij de stukken die gewisseld zijn tussen u en de kerkenraad en doet een beroep op artikel 31 van de kerkorde: het recht van appel.
Laten we zolang mogelijk proberen deze kerkelijke weg te gaan, in de hoop dat ontwikkelingen die ons zorgen baren op die manier gekeerd kunnen worden. Maar laat het vooral een zaak van gebed zijn dat de Heere het kerkverband waartoe we behoren bewaart bij Zijn Woord. Dan alleen zullen we toekomst hebben.
Met een hartelijke groet en zegenwens,
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: