Bevreesd voor Hem Die te gronde kan richten in de hel
Ds. H.H. Klomp | Geen reacties | 26-01-2024| 10:51
Vraag
In Mattheüs 10:28 staat: “Maar vreest veelmeer Hem die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.” In de uitleg eronder (Statenvertaling met uitleg) staat: “Haat en vijandschap kunnen de lichamelijke dood tot gevolg hebben. Daarvoor hoeven de discipelen niet bang te zijn. Wel moeten zij vrezen voor God, Die hen het tijdelijke en eeuwige leven beneemt als zij hun roeping verloochenen.” Als ik deze tekst zo lees komt het om mij over dat wanneer de discipelen niet aan hun roeping voldoen, ze ook niet het eeuwige leven hebben. Het lijkt er op deze manier op dat ze hun eeuwige leven moeten verdienen door aan hun roeping te voldoen.
Zou iemand me hier uitleg over kunnen geven? En kunnen we het ook doortrekken naar ons eigen leven? Stel we voldoen niet aan onze roeping dat we dan het eeuwige leven niet hebben? Als we al weten wat onze roeping überhaupt is?
Antwoord
Beste vragensteller,
Nee, het gaat er niet om dat de discipelen hun zalige bestemming in de eeuwigheid moeten verdienen. Door hun roeping op te volgen. Zij zijn al kinderen Gods – op Judas na (zie Mattheüs 10:4b). De Heere Jezus draagt hier in Mattheüs 10 Zijn discipelen op om als apostelen de wereld in te trekken om het Evangelie te verkondigen. Daartoe zendt de Heere hen met Zijn goddelijk gezag.
Dat levert vijandige reacties op. De Heiland tekent die tegenstand met een beeld aan de dierenwereld ontleend: “Ziet, Ik zende u als schapen in het midden der wolven!”(Mattheüs 10:16) Wolven worden in de Bijbel getekend als de meest gevreesde roofdieren. Rondsluipend zijn ze er op uit om een malse schapenbout te verslinden. De levend gemaakte schapen van de kudde van de Goede Herder, de Heere Jezus Zelf. Dat is het ernstige gevaar dat ook de apostelen bedreigd. In de boze wereld (vers 18) en zelfs in de kerk van die dagen (vers 17). Het is de Heere Jezus overkomen. Het zal ook Zijn getrouwe dienstknechten overkomen. “De discipel is niet boven de Meester, noch de dienstknecht boven zijn heer” (vers 24). Daarom moeten zij ook iets/veel van de gestalte van hun Meester uitstralen. Namelijk: “voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven” (vers 16b). Voorzichtig d.w.z. bedachtzaam het goede moment afwachten voor een goed woord van de Heere; en: Oprecht d.w.z. zonder bijbedoelingen dan alleen het doorgeven van het Evangelie.
De inhoud van dat Evangelie zal voor onbekeerde mensen (in de wereld en de kerk) heftige tegenstand oproepen. Maar getrouwe knechten hoeven niet bezorgd te zijn. Want de Vader zorgt voor hen, ook in die nood!
De Heere Jezus zegt dit toe, weer met een beeld aan de dierenwereld ontleend (vers 29-32). Zo vrezen zij de HEERE, de Behoeder van hun lichaam èn hun ziel (vers 28). Dat “vrezen” betekent hier niet: angst hebben voor, maar liefde tot en vertrouwen in hun Heiland en Zender wat betreft hun missie van de Evangelieverkondiging. En in die weg mogen uitgezonden predikers ondervinden: “Hij Die u roept is getrouw; Die het ook doen zal!” Dan legt de Heilige Geest hun op het juiste moment Gods woorden in de mond (vers 20) en kunnen zij vrijuit spreken! O, zeker zal er lichamelijk (en zelfs geestelijk) lijden zijn, maar in Gods kracht wordt hun opdracht volbracht (vers 23b). Dat zegt de Heere hier toe.
Dit woord is historisch uniek, omdat de apostelen maar één keer uitgezonden zijn geworden. Zo heeft het Evangelie van vrije genade heel de bewoonde wereld bereikt, door hun getrouwe dienst. Ook ons land en volk. Als christen en eventueel ambtsbroeder kunnen wij er ook onze geestelijke winst mee doen. Gode tot eer, de samenleving tot een getuigenis en als wonder van genade in eigen leven. Hopelijk mag je daar zelf ook iets van kennen èn doorgeven.
Met hartelijke groet,
Ds. H. H. Klomp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H.H. Klomp
- Geboortedatum:05-04-1949
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Met emeritaat sinds januari 2017.
Bekijk ook: