Profeet met hoofd- of kleine letter
Ds. P. Molenaar | 2 reacties | 24-01-2024| 10:31
Vraag
Afgelopen zondag hoorden wij een preek waar Deuteronomium 18:18 werd behandeld. “Profeet” staat met een hoofdletter, dat ziet op de Grote Profeet, zo werd uitgelegd. Het zou daarom een adventstekst zijn. In de bekende uitgave van de Statenbijbel met kanttekeningen (de drie delen, uitgave den Hertog, 1980) zagen wij echter dat “profeet” niet met een hoofdletter geschreven is. Ook de verdere verwijzingen “hij” en “hem” staat met een kleine letter. In een latere editie van de GBS is “Profeet” wel weer met een hoofdletter geschreven. Ook de verwijzingen (de kanttekeningen) zijn er ook niet duidelijk over. Wat is de juiste interpretatie?
Antwoord
Dat klopt. Het is inderdaad een goede zaak om de Godsnaam met hoofdletters te schrijven. Ook wanneer we terugverwijzen naar de Heere is het goed om de verschillende voornaamwoorden met hoofdletters te schrijven. De driedelige uitgave van Den Hertog, oorspronkelijke uitgave Jacob en Pieter Keur, heeft “profeet” hier niet met een hoofdletter geschreven, terwijl de Bijbels van de uitgave van Jongbloed dat wel hebben gedaan. Ook de uitgave van de HSV heeft “Profeet” met een hoofdletter geschreven. De enige profeet is ook inderdaad profetisch bedoeld en slaat inderdaad uiteindelijk als laatste vervulling op de Messias, Jezus Christus.
Bij een van de oudste uitgaven onze Statenvertaling van uitgever Van Ravesteyn was “Profeet” ook met een hoofdletter geschreven. In de driedelige Statenbijbel is “hij” en “hem”, de woorden die terugslaan op de Profeet, ook met een kleine letter geschreven. Dat is wel bewust zo gedaan.
Nu zijn er later ook meer uitgaven geweest van Statenvertalingen met kanttekeningen, waar ook verschillend wordt omgegaan met hoofdletters en kleine letters, wat de Godsnaam betreft, zeker wat Deuteronomium 18 betreft. Het woord “profeet” wordt in sommige uitgaven van de Statenvertaling daar soms ook geschreven met een kleine letter.
Persoonlijk kies ik ervoor om de Godsnamen met hoofdletters te schrijven. De Bijbels, uitgegeven bij Jongbloed, hebben dus ook de in Deuteronomium 18 genoemde Profeet met een hoofdletter geschreven. Maar waarom heeft driedelige Statenbijbel dan “profeet” met een kleine letter geschreven? Allerminst mogen we “profeet” in de driedelige Statenbijbel met kanttekeningen als een fout afschrijven. Het is wel een duidelijke keuze geweest van de uitgever of drukker.
De vervulling van profeet in Deuteronomium 18 is inderdaad uiteindelijk wel Christus, Die gezalfd is tot onze hoogste Profeet, zoals ook onze Heidelbergse Catechismus kernachtig verwoordt. Wanneer we de verklaring van Calvijn van Deuteronomium nalezen en de kanttekeningen van de Statenvertaling daarna, dan zie je bij Calvijn wel de toespitsing naar de uiteindelijke vervulling van de genoemde profeet in Christus, maar het verband spreekt niet alleen over de ware Profeet Christus, maar ook over de “ware profeet” en daarmee heel duidelijk over het onderscheid tussen de ware profeet en valse profeet.
Bovendien heeft Calvijn in zijn verklaring over Deuteronomium 18:15-18, gesproken over de ware profeten tot Johannes de Doper, die in de plaats gesteld waren van Mozes, maar die iets hebben vertoond van de toekomstige enige Profeet Christus, Die de Vervuller is van alle ware profeten na Mozes. Het is goed om daarom de verklaring van de kanttekening te bestuderen. Dan wordt de lijn getrokken van Mozes via alle ware profeten (dus met kleine letter) in het Oude Testament tot Johannes de Doper en daarna de vervulling in Christus, de grote Profeet. Daarom kun je de “Profeet” van vers 18 ook betrekken op andere ware profeten voor Christus, die soms heel uniek waren in hun tijd, al is Christus de uiteindelijke vervulling van al de ware profetie.
Opvallend is dat in de Bijbelverklaring van Matthew Henry ook deze uitleg wordt gegeven. Het woord “profeet” wordt daar in Deuteronomium ook met een kleine letter geschreven, omdat er voor Christus unieke, ware profeten zijn geweest.
In dat opzicht zijn de profetieën van het Oude Testament, zoals wel eens gezegd is, gelijk aan een berglandschap. Je ziet bergen voor je. Je denkt dat je de berg bereikt hebt die je zocht, maar daarachter liggen nog vele andere bergen, voordat je de berg die je zocht bereikt hebt. Zo zijn er wel na Mozes veel ware profeten geweest, die ook uniek waren (vers 18), maar die hun uiteindelijke vervulling vonden in Christus.
Het betekent dus dat de uitgave met “profeet” niet een fout is in de vertaling, maar daar is bewust voor gekozen met het oog op de ware profeten die van Mozes tot Johannes de Doper geleefd hebben, die al iets vertoonden van de laatste enige Profeet Christus. De vertaling geeft dus aan dat er meer ware profeten dan Mozes zijn geweest, die uniek waren en al iets van het werk van Christus vertoonden. Maar de uiteindelijke vervulling is Christus de ware Profeet, Die heel de Schrift echt volmaakt vervuld heeft, wat van geen andere ware profeet gezegd kan worden.
Daarom maar goed de verklaringen van Deuteronomium 18 onderzoeken! Lees de kanttekeningen er nog maar op na en ook de verklaring van Calvijn en ook van Matthew Henry. Je krijgt dan nog veel meer kostbaar onderwijs, vervuld in de Heere Jezus Christus.
Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De oudere vertalingen kozen ervoor om enkel hoofdletters te gebruiken bij directe namen van God. Dus God, Jezus, Messias ed. Dus de eerbiedige woorden.
Zo werd 'het licht der wereld' niet als Licht geschreven, omdat licht op zichzelf niet een godheid is, en zodoende niet met een hoofdletter geschreven hoeft te worden.
De huidige statenvertaling schrijven het wel met een hoofdletter, omdat in die context wel degelijk een Godheid wordt bedoelt.
Het is idd een keuze, een verschil van inzicht, niet perse goed of fout denk ik.
Zelf vind ik hoofdletters enerzijds wel fijn (het maakt duidelijk wie bedoelt wordt), anderzijds zijn er ook teksten waarin het niet direct zo duidelijk is en waar de meningen over verdeelt zijn, op goede gronden. Het is jammer dat je dan wel direct in een bepaalde denkrichting zit.
In de grondtaal staan ook geen hoofdletters.