Vrijsteden (beperkt) beeld van Christus
J. de Wit | 4 reacties | 05-01-2024| 13:40
Vraag
Mooie preek van M'Cheyne in het RD van 30-12 ('Toevlucht voor schuldige zondaren')! Maar… de vrijsteden waren bedoeld voor mensen die een misdrijf hadden gepleegd zonder opzet. Nu zijn wij allemaal opzettelijke zondaren. Toch zijn ook wij, zelfs wij, welkom in de schuilplaats Christus toch?
Antwoord
Bedankt voor deze goede vraag! De preek van McCheyne is inderdaad erg mooi. Steeds wanneer ik zijn preken lees verbaas ik me erover hoe helder en eenvoudig deze jonge prediker over Christus sprak. Het is niet voor niets dat hij in Schotland zoveel zegen mocht ervaren op zijn werk.
Tegelijk vraag jij je af (als ik je vraag goed interpreteer) of McCheyne wel helemaal recht doet aan de betekenis van de vrijsteden. Ik denk dat je een terecht punt maakt: de vrijsteden waren voor onopzettelijke doodslagers. Onze schuld voor God is van een totaal andere orde. De vraag is dan ook in hoeverre er daadwerkelijk een lijn getrokken kan worden tussen de vrijsteden en Christus. Naar mijn mening maakt McCheyne iets te gemakkelijk de stap van het Oude Testament (in dit geval de vrijsteden) naar de Heere Jezus. Al is het belangrijk te beseffen dat hij daarin kind was van zijn tijd. Voor mij persoonlijk is McCheyne een groot voorbeeld. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat predikanten uit het verleden ook niet volmaakt waren.
McCheyne stelt dat de Israëlieten “door deze vrijsteden werden geleid naar Jezus, de ware Vrijstad” en dat de vrijsteden waren “bedoeld als een beeld van Christus.” Hier worden twee zaken over het hoofd gezien: Allereerst was de Messiasverwachting voor de Joden een veel complexer iets dan deze uitspraken doen vermoeden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voortdurende onbegrip bij Jezus’ discipelen over Zijn lijden en sterven. Het was voor hen een verrassing dat de beloofde Koning zou overwinnen door te sterven. Daarnaast doet McCheynes stelling geen recht aan de historische realiteit van de vrijsteden: het is niet vol te houden dat de primaire bedoeling van de vrijsteden was om een beeld te zijn van Christus. Ik denk dan ook niet dat de Israëlieten bij de vrijstad direct dachten aan de komende Verlosser.
Hebben de vrijsteden dan helemaal niets met de Heere Jezus te maken? Dat hebben ze weldegelijk. Daarvoor moeten we eerst de oorspronkelijke betekenis van de vrijsteden helder hebben. Als we dan vervolgens de link leggen naar Christus blijkt dat we nog steeds de preek van McCheyne kunnen waarderen, maar wel met een iets meer genuanceerde interpretatie van de tekst.
Het eerste wat opvalt is dat de vrijsteden bedoeld waren om een doodslager tegen bloedwraak te beschermen. De Heere wilde door deze voorziening een onnodige cyclus van bloedvergieten voorkomen. Dat laat ons zien wat Zijn karakter is: Hij is een ontfermende God, Die ons welzijn zoekt. Hier zien we de eerste lijn naar Christus: Jezus is het volmaakte Beeld van deze ontfermende God.
Ten tweede waren de vrijsteden een toevluchtsoord voor mensen die per ongeluk iemand hadden gedood. Buiten de vrijstad mocht zo iemand met de dood worden gestraft. Dat laat ons zien dat onopzettelijke schuld ook schuld is. Dit is een gedachte die in onze cultuur onder druk staat. In het Oude Testament wordt hier echter veel aandacht aan geschonken. Zo golden veel van de offers als verzoening voor schuld die men per ongeluk op zich had geladen (zie bijvoorbeeld Leviticus 4). Zonde is zonde, of het nu per ongeluk gebeurt of niet. Ze beschadigt de relatie tussen God en mensen en tussen mensen onderling; en daarom heeft ze altijd consequenties, of we het nu opzettelijk deden of niet.
Het offer van de Heere Jezus verzoent echter niet alleen onopzettelijke zonden, maar zelfs de schuld van moedwillige opstandelingen. Jezus is dus een veel groter Toevluchtsoord dan de vrijsteden: Bij Hem is iedereen welkom, wie hij ook is! Je zou dus kunnen zeggen dat er een typologisch verband bestaat tussen de vrijsteden en de Heere Jezus, waarbij de Heere Jezus het type ver overtreft. Op die manier kun je nog steeds de vergelijking maken tussen de vrijsteden en Christus, zonder te stellen dat de vrijsteden een soort directe profetie waren van de Heere Jezus (zoals McCheyne stelt).
Er is nog een derde lijn van de vrijsteden naar Christus: na de dood van de hogepriester was de vluchteling vrij om te gaan waar hij wilde. Dat is een bijzonder gegeven. De hogepriester vertegenwoordigde het hele volk voor God. Blijkbaar hoorde daarbij dat zijn dood voor het hele volk ook een plaatsvervangend karakter had. Eerlijk gezegd vind ik dit gegeven misschien nog wel een krachtigere heenwijzing naar Christus dan de vrijsteden zelf. Jezus is de grote Hogepriester, die door Zijn offer niet alleen de zonden van Joden maar ook van heidenen verzoent. Zijn offer is plaatsvervangend voor iedereen, hoeveel en hoe zwaar hij ook gezondigd heeft!
Een doodslager moest vluchten naar de vrijstad om te ontkomen aan het zwaard van de bloedwreker. Nog veel urgenter is het voor ons om te vluchten tot Christus om te ontkomen aan het zwaard van Gods eeuwige toorn. Om in de vrijstad te komen moest de Israëliet op reis. Maar dat hoeven wij niet te doen. De Heere Jezus is ons onmiddellijk nabij. Als je nog op dit moment je vertrouwen op Hem stelt, waar je ook bent en wat je ook hebt gedaan, dan ben je voor eeuwig behouden!
J. de Wit
Dit artikel is beantwoord door
J. de Wit
- Geboortedatum:14-06-1989
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Berkenwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Pastoraal medewerker en student aan het Hersteld Hervormd Seminarie
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Iedere vrijstad was goed bereikbaar voor mijn volksgenoten voor het geval dat. In de poort van de stad maakte de verdachte dader zich bekend en moest verklaren tegenover de oudsten van de stad dat hij een onopzettelijk een dodelijk ongeluk had veroorzaakt. Ook die oudsten gingen niet over een nacht ijs en behoorden dat te controleren op waarheidsvinding.
Het vonnis van de bloedwreker werd tijdelijk uitgesteld. Zijn wraak ten overstaan van de nabestaanden kon gemakkelijk uitlopen op een tegenwraakactie met alle gevolgen van dien. Daar heeft de Eeuwige in voorzien om mijn volksgenoten te behoeden voor onnodige bloedbaden.
En de onopzettelijke dader moest actief meewerken aan zijn/haar eigen bescherming door de rest van zijn leven altijd binnen de poorten te blijven en maar hopen dat de hogepriester sterft en hij daarmee zijn/haar vrijheid terugkrijgt.
Dit gebod is aan de nakomelingen van Israël gegeven om onnodig bloedvergieten te voorkomen. Een andere geestelijke invulling zou ik daar niet aan willen verbonden.