Strijd met seksuele spanning
N. (Nico) van Steensel | Geen reacties | 07-12-2023| 13:22
Vraag
Ik (man, 18, Gereformeerde Gemeenten) merk dat, op momenten in mijn leven dat ik dichter bij God nader (droefheid naar God heb) en ik me in die perioden probeer te onthouden van zelfbevrediging (in tegenstelling tot het de vrije loop laten gaan), de drang ernaar geleidelijk aan steeds sterker wordt. Zelfs tot in zodanige mate dat me dit dan erg veel bezig houdt. Ik probeer op dat soort momenten Bijbel te lezen of te bidden en dan is het gevoel weer even weg en lukt het mij het te onderdrukken… maar even later is het dan toch weer terug. En dat blijft maar zo doorgaan en het wordt steeds sterker. Enerzijds wil ik mij niet overgeven aan mijn eigen lichaam en dit soort behoeften. Anderzijds houdt dit mij op sommige momenten dusdanig en steeds sterker bezig dat juist de drang ernaar voelt als een verleiding van de duivel. Zo wordt de onthouding bijna hetgeen wat mij weghoudt van God, nièt de zelfbevrediging zelf!!
Ik ben mij ervan bewust dat de Bijbel niets over zelfbevrediging zegt. Echter, concreet worstel ik met het volgende dilemma: moet ik maar continu bidden en vechten tegen zelfbevrediging… of moet ik juist vechten met zelfbevrediging? Is het verkeerd om het incidenteel (1/2 keer per week) toe te laten om alle seksueel opwindende prikkels die ik in het dagelijks leven om mij heen zie te stillen? Ik heb het dan niet over fantaseren (ik ervaar zelf dat je fantasieën ècht kan stillen/wegdrukken) en al helemaal niet porno kijken, maar gewoon als ontlading. Ik heb in het verleden het wel vaker zo gedaan en merk dat ik wel gedisciplineerd met mezelf hier regels in kan afspreken. Zelf denk ik dat dat mij veel rust zou geven, maar ja, dat ben ik. En wat ik denk, dat is misschien niet wat God vindt…
Antwoord
Geachte vraagsteller,
Je hebt duidelijk veel over dit probleem nagedacht. Je hebt waarschijnlijk al veel antwoorden van Refoweb over zelfbevrediging gelezen. Je bent voor jezelf wel tot een zekere visie gekomen: je denkt dat het niet verkeerd is om incidenteel jezelf te bevredigen en zo rust te krijgen, zodat je je beter op God kunt richten.
Voortdurend verzet tegen de zelfbevrediging houd je bijna meer van God weg dan de zelfbevrediging zelf. Je schrijft dat het je lukt om fantasieën weg te drukken, dus dat je jezelf kunt bevredigen zonder daarbij over zondige taferelen te fantaseren. Je kunt er met discipline mee omgaan. Toch blijft er, zo blijkt uit je vraag, onzekerheid. Denk ik naar mezelf toe? Geef ik toch niet teveel toe aan zondige begeerten? Zou God echt instemmen met mijn visie?
Eigenlijk wil je de zelfbevrediging niet, maar je accepteert het als compromis, niet als ideaal. Nu is een compromis niet bedoeld om vrede mee te hebben, maar dat moet pijn blijven doen tot we tot een betere situatie komen.
Er zijn zeker wel redenen om je huidige oplossing slechts als een compromis te zien. Seksualiteit is bijbels gezien gericht op de ander. Niet op onszelf. Zelfbevrediging gaat naar mijn beleving moeilijk samen met het je hart rein bewaren voor de Heere. Zou er echt niets moreels in zitten? Denk aan Psalm 119 vers 5 berijmd. Het heeft iets verslavends. Je probeert het te vermijden. Kom je er ooit nog vanaf? Kun je je er bij neerleggen? Droefheid dat we nog zo weinig Gods beeld vertonen is kenmerk van Gods kinderen.
Er zijn in ons leven verschillende gebieden waarin de zonde zich diep genesteld heeft. We voeren er ons leven lang strijd mee. Bij voorbeeld met onze snoeplust, behoefte aan chocolade. Of als we rookverslaafd zijn. Onze behoefte aan bevestiging – wat kunnen we niet doen om complimenten te krijgen? Strijd om niet jaloers te zijn, etcetera. Ook onze strijd met seksuele spanning. Misschien is de ene verleiding lichamelijk, de andere psychisch, of beide tegelijk…
Het evangelie leert ons dat Gods kinderen het eigendom van Christus zijn, naar lichaam en ziel gekocht. Aanvaard als kinderen. In Gods oog -in Christus- is een kind van God rein en zonder zonde. En dat de Heilige Geest in hen woont en hen van harte gewillig maakt om geheel voor de Heere te leven, naar al Zijn geboden. De Geest heiligt en reinigt ons leven. De zonde en alles wat onrein is heeft geen enkel recht meer op ons leven.
In onze gebrokenheid mogen we de hulp van de Geest zoeken, de genademiddelen gebruiken en met wijsheid en in afhankelijkheid onze weg gaan. Zoals ik uit je vraag opmaak, je ook doet. Zou de Geest van deze seksuele verlangens kunnen verlossen? Of helpt Hij ons een wijs levensritme te kiezen waarin verleiding vermeden wordt? Of blijven we zuchten zolang we in dit lichaam zijn tot de dag van de verlossing?
Je noemt momenten dat je dichterbij God leeft dan andere momenten. Dan weet je van het bedroeven van de Geest als je willens en wetens doet wat God bedroeft. Onbegrijpelijk: Ons vallen in zonde en gedragspatronen zal ons niet scheiden van de liefde van Christus. Het kan je wel scheiden van de vreugde van Christus.
Groet van een medebroeder in de strijd,
Nico van Steensel
Dit artikel is beantwoord door
N. (Nico) van Steensel
- Geboortedatum:19-12-1955
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Dordrecht
- Status:Actief