Lastige vragen over antichrist
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 05-12-2023| 09:25
Vraag
Er zijn best al wat vragen gesteld over de antichrist, maar de volgende kom ik niet tegen. De antichrist is een mens. Moeten we daar dan een volledig natuurlijk mens in zien, of een engel van satan die de gedaante van een mens aanneemt? Wordt de antichrist geboren zoals ieder ander mens?
Zo ja, kunnen we deze dan vergelijken met Jezus? Wordt de antichrist als het ware verwekt door satans engelen (zoals bijvoorbeeld het ontstaan van de Nefilims) en is de bevruchting ontstaan met als doel dat hij de antichrist gaat zijn (zoals Jezus bedoeld is om verlossing te brengen) of is de antichrist in alles een gewoon mens van vlees en bloed?
In dat laatste geval: wéét de antichrist dan van zichzelf wat zijn doel is, dus weet hij dat hij de antichrist is en ontvouwt hij zelfstandig zijn plan, of gaat hij de antichrist zijn omdat hij zo in de duisternis van satan leeft, dat de satan hem gebruikt om de antichrist te gaan zijn?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je stelt veel vragen. Hoe denk je antwoord hierop te krijgen? De Bijbel spreekt heel terughoudend over de antichrist. In feite alleen maar in de brieven van Johannes en daar zowel in het enkelvoud als in het meervoud. Daarnaast is het mogelijk verbindingen te leggen met andere aanduidingen, zoals “de wetteloze” in 2 Thessalonicenzen 2 en “het beest” en “de draak” in het boek Openbaring.
In deze teksten wordt geen antwoord gegeven op je vragen. Daarom kan ik ze niet beantwoorden. Het is daarbij wel goed om stil te staan bij de volgende vraag: waarom zou de Bijbel slechts in algemene zin de problemen aan de orde stellen en ons niet veel meer gedetailleerde informatie verschaffen? Die vraag geldt op allerlei terreinen, ook bijvoorbeeld de vroegste geschiedenis in Genesis 1-11. Als wij geen antwoord krijgen op onze vragen, is het belangrijkste: wat wil God ons wel duidelijk maken in de betreffende Bijbelgedeelten? Als we ons daarop richten, verbleekt het belang van onze eigen vragen.
Ook Paulus moest erkennen dat ons kennen “ten dele” is (1 Korinthe 13), maar hij wist ook dat dit in de toekomst anders zal worden. En daarbij geldt: “dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.” Dat God ons kent, is belangrijker dan dat wij nu veel kennen.
Wat de toekomstverwachting betreft: steeds weer ligt in de Bijbel de nadruk op waakzaamheid en op de geestelijke voorbereiding, niet op de gedetailleerde kennis van de verschijnselen die zullen optreden. Dat geldt ook voor Jezus’ onderwijs over “de tekenen der tijden” in Mattheüs 24.
Isaäc da Costa (19e eeuw) heeft eens de volgende vergelijking gemaakt: Wij hebben het Nieuwe Testament en weten dat hierin veel vervullingen staan van het Oude Testament, maar vanuit het Oude Testament hadden wij nooit vooraf het Nieuwe Testament kunnen ontwerpen. Zo lukt het ons nu ook niet de toekomst nauwkeurig te voorzeggen, maar als de tijd aanbreekt zullen we zien dat die een vervulling is van wat eerder aangekondigd is.
Dit lijkt mij een goede benadering. Daarom is voor ons nu van belang: hoe kunnen we geestelijke voorbereid zijn op een tijd van afval en antichristelijke machten? Wie leeft in verbondenheid met Christus mag zich toevertrouwen aan Zijn beloften dat Hij ook dan nabij zal zijn.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: