Comrie over (on)voorwaardelijke beloften
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 04-12-2023| 15:29
Vraag
Aan ds. G. A. van den Brink. In een dubbelinterview met ds. J. Roos (GGiN) en ds. A. Schreuder (Ger. Gem.) in het RD van 28 september 2023 stond de volgende passage:
“In de gesprekken tussen de Gereformeerde Gemeenten en Gereformeerde Gemeenten in Nederland hebben we het uitvoerig over Comrie gehad. Er bleek verschil van mening te zijn over de voorwaardelijke beloften. Volgens ons beoogt dr. Comrie met de term ”voorwaardelijke beloften” slechts de orde die God vastgesteld heeft in het schenken van de verbondsweldaden. Daarin verschillen we van mening. We hebben gezegd elkaar daarin vrij te laten. Maar daarom zijn die verschillen er wel.”
Kunt u eens in eenvoudige woorden uitleggen aan de lezer, waar dit verschil tussen Gereformeerde Gemeenten en Gereformeerde Gemeenten in Nederland over Alexander Comrie nu precies over gaat?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Het heeft me enige tijd gekost om de vraag te beantwoorden. Ik kan niet precies achterhalen hoe het gesprek tussen Ger. Gem. en GGiN over Comrie is verlopen. Wat ik wel weet, is dat dit interkerkelijke gesprek gaat over een gedeelte uit de laatste preek van Comrie uit de 'Eigenschappen van het geloof' (1744). Ik zal hieronder weergeven hoe ik de betreffende passage lees.
Dit boek van Comrie dateert uit de tijd voordat hij (onder invloed van Holtius) tot antinomiaanse opvattingen kwam over geloof en rechtvaardiging. De vroege werken van Comrie (tot 1750) passen goed in de hoofdstroom van de gereformeerde theologie en wijken niet af van de geschriften van zijn tijdgenoten. Dat werd na 1750 wel anders. Helaas zijn het juist de latere geschriften van Comrie die de theologie van A. Kuyper en G. H. Kersten diepgaand hebben beïnvloed.
Comrie onderscheidt in het voornoemde boek voorwaardelijke en volstrekte beloften (blz. 374-377). Bij voorwaarde of conditie moeten we niet denken aan iets waaraan wij moeten voldoen, maar veeleer aan het Engelse condition: het vermeldt de toestand waarin een persoon kan verkeren. “Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden” is een conditionele belofte. Hier belooft God om degenen die in een dergelijke conditie of toestand verkeren, te troosten. Het drukt de wil van God uit (aldus Comrie) jegens dergelijke mensen. Wie treurt, mag deze belofte dus toe-eigenen en zichzelf ervan verzekeren dat God hem zal troosten.
Wat nu echter als je je afvraagt of je wel echt en voldoende treurt? Dan is er bovendien de volstrekt belofte. “Zij zullen komen met geween”, is zo’n volstrekte belofte. Hierin belooft God om de voorwaardelijke belofte te vervullen door ons in de conditie of toestand te brengen die in de voorwaardelijke belofte wordt genoemd.
Maar nu komt er een heel belangrijk punt. Aan wie zijn de beloften gericht? Ook hierover is Comrie helder. Hij stelt aansluitend (blz. 387) de vraag wie er gerechtigd zijn om de beloften zich toe te eigenen. Zijn antwoord is glashelder: “In het algemeen zeggen wij dat elk die het Evangelie hoort en tot wie de belofte komt als een bekendmaking van de goddelijke wil, een gegrond recht heeft, uit kracht van de bekendmaking van de wil van God, om in te komen, de belofte zich toe te eigenen en zijn recht daarop te vorderen in de goddelijke vierschaar.” Dus iedereen die het Evangelie hoort heeft het recht om de beloften te geloven! Het feit dat je het Evangelie hoort, bewijst dat God wil dat jij de beloften gelooft. Welke beloften? Zowel de voorwaardelijke als de onvoorwaardelijk beloften, want beide soorten van beloften behoren tot de prediking van het Evangelie.
Let op de grote nadruk die Comrie legt op de Goddelijke wil. In de voorwaardelijke beloften maakt God bekend dat Hij aan zoekende, treurende, verbroken, angstige mensen (of welke andere conditie er ook in voorwaardelijke beloften worden genoemd) genade wil geven. Deze beloften zijn dus beslist niet bedoeld om een schifting aan te brengen en te benadrukken dat sommige mensen niet welkom zijn. Ze drukken niet Gods onwil maar Zijn wil uit!
In de volstrekte beloften maakt God bovendien bekend dat Hij ons in de conditie wil brengen waarin de voorwaardelijke beloften worden vervuld. Kort en krachtig gezegd: God wil dus dat wij al Zijn beloften geloven.
Comrie maakt onderscheid tussen een recht de jure en de facto (blz. 387). We hebben een recht van toegang (de jure) alreeds voordat wij geloven en een recht van bezit (de facto) zodra wij geloven. Hij gaat daarmee in de lijn van de Erskines en Boston en de andere Schotse Marrow men. De prediking verleent niet rechtstreeks het bezit van de verkondigde zaken, maar wel het recht om te geloven.
Nu, tenslotte naar de Ger. Gem. en de GGiN. De Gereformeerde Gemeenten in Nederland ontkent ronduit en expliciet dat alle hoorders van het Evangelie een recht van toegang hebben (zie daarvoor het boekje “Wet en Evangelie”, blz. 75, 80 en een andere vraag op Refoweb: 'Komen als een rechthebbende'). Zij nemen daarmee niet alleen afstand van de Schotse Marrow men, maar ook van Comrie. De wijze waarop de GGiN Comries onderscheid van voorwaardelijke en volstrekt beloften interpreteert, is dus hoe dan ook onjuist.
En de visie van de Ger. Gem.? De Ger. Gem. zegt dat Gods voorwaardelijke beloften beschrijven hoe God een mens bekeert. Je wordt bekommerd, gaat treuren, zoeken, enzovoorts. Zij reduceren daarmee echter de beloften tot beschrijvingen. Het accent op de wil van God en het feit dat de beloften worden bekendgemaakt om ons een recht om te geloven te geven (het recht van toegang), verdwijnt naar de achtergrond. Dat ook de volstrekte beloften gegeven worden met het doel dat wij die geloven, hoor je in veel Gereformeerde Gemeenten al helemaal niet. Ook die worden gereduceerd tot beschrijvingen van wat God doet, maar ze fungeren vaak niet als beloften die ons nodigen en oproepen om ze te geloven.
Het is toch nog een uitvoerig antwoord geworden. Kern is wellicht dit: de Ger. Gem. en de GGiN discussiëren over voorwaardelijk en onvoorwaardelijk maar zwijgen over belofte. Terwijl dat toch de kernzaak is. Of, anders gezegd, wat zou het een doorbraak zijn als zowel de Ger. Gem. als de GGiN bladzijde 387 van Comrie gaan bijvallen en in de praktijk brengen.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Lees ook: 'Voorwaardelijke en onvoorwaardelijke beloften'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: